Veel nesten bevinden zich hier nog in het dorp zelf, maar in het buitengebied bevindt zich een kolonie die vorig jaar uit 48 nesten bestond: de grootste huis zwaluwkolonie op het eiland. In Sirjansland is een forse toename van de huiszwaluwstand t.o.v. 1993, toen er 61 broedparen werden geteld. In 2002 werden er nog maar 16 paren geteld, maar daarna groeide de populatie gestaag tot 45 paren. De laatste drie jaar was er meer dan een verdubbeling van dat aantal: in 2017 werden er 97 broedparen gevonden. In het buitengebied bevindt zich langs de Dillingsweg een kolonie van 28 bewoonde nesten. Tot het telgebied Oosterland en omgeving behoort het dorp zelf en de bebouwing in het bui tengebied langs de Lage Rampertse Weg. In 1993 werden daar in totaal 76 bewoonde nesten gevonden, 48 in het dorp zelf en 28 in het buitengebied. Tijdens de "dip van 2002" werden er nog maar 31 nesten, waarvan 20 in het dorp en 11 in het buitengebied, geteld. In 2012 was de populatie uitgegroeid tot 96 broedparen, 51 in het dorp en 45 in het buitengebied. In 2017 werden nog maar 20 nesten in het dorp zelf geteld en 11 in het buitengebied. Een kolonie van bijna 40 paren aan een pand aan de Lage Rampertse Weg was door sloopwerkzaamheden en verbouwing na 2013 ver dwenen. Ook in de dorpen Nieuwerkerk en Ouwerkerk is de huiszwaluwstand na de "dip van 2002" niet meer terug gekomen op het niveau van 1993. Bruinisse is het huiszwaluwbolwerk van Schouwen-Duiveland: in deze kern werden in bijna alle jaren de meeste huiszwaluwnesten van alle telgehieden op het eiland aangetroffen. In 1993 waren er 110 broedparen. Merkwaardig is dat het laagste aantal bewoonde nesten (34) hier in 2003, een jaar na de dip, werd geteld. Daarna groeide de populatie weer gestaag aan tot 160 in 2017. De laatste jaren werden ook veel nesten gevonden bij de Grevelingensluis en de bijbehorende bruggen. In Zierikzee werden in 1993 nog 49 bewoonde nesten geteld. Behalve in Poortambacht en Malta werden er toen ook nog nesten aangetroffen aan panden in de binnenstad zoals in 't Vrije, 's Heer Arendstraat, Hoge Molenstraat, St. Joostmeet, Jannewekken en de Drie Koningenlaan. Na 2003 werd alleen nog in het buitengebied (Gouweveerpolder) door enkele paren huiszwaluwen gebroed. In 2008 en '09 was Zierikzee en omgeving helemaal huiszwaluwloos Gelukkig werden in 2010 en '11 weer enkele nesten aan een huis langs de Lange Blokweg aangetroffen. Ook 2012 was weer huiszwaluwloos, maar in 2013 werden er in de in aanbouw zijnde nieuwe wijk Noorderpolder 6 bewoonde nesten aangetroffen. Nieuwbouwwijken zijn aantrekkelijk voor huiszwaluwen omdat deze vaak dicht bij goed foerageergebied liggen en er door graafwerkzaamheden ook veel klei voor nestbouw te vin den is. In 2017 werd hier door 25 paar zwaluwen gebroed. In het buitengebied, de Gouweveerpolder, broedden toen nog 3 paartjes. 16 Tenslotte Na 25 jaar onderzoek naar de populatieontwikkeling van de huiszwaluw op Schouwen-Duiveland is hiervan een tamelijk nauwkeurig beeld ontstaan. Bij onderzoek zoals dit gaat men er vanuit dat 10-15% van de werkelijke popu latie gemist wordt. Dat zal tijdens dit onderzoek ook wel gebeurd zijn. Waarnemers kunnen soms niet alle bewoonde nesten aan een pand vinden zonder ook in de tuin aan de achterkant ervan te hebben gekeken. Vragen stellen aan de bewoners is ook niet altijd mogelijk. Het is ook voorgekomen dat een plaats waar jarenlang huiszwaluwen broedden nooit werd geteld. Een voorbeeld daarvan zijn de woonhuizen en het oude stoomgemaal bij Flaauwers. Hieraan heb ben waarschijnlijk vanaf 1993 tot ongeveer 2012 jaarlijks 5-10 paar zwaluwen gebroed. Deze werden in die periode nooit geteld omdat we pas van deze vestiging hoorden toen ze al verlaten was. In 2005, toen de eilandelijke huiszwa- luwpopulatie zich weer aan het herstellen was van het dieptepunt in 2002, berekende ik een trend waaruit bleek dat er stabilisatie zou optreden bij een jaarlijks aantal van ±400 broedparen. Niets wees er toen op dat er twaalf jaar later bijna evenveel op het eiland zouden broeden als in 1993. De landelijke populatie herstelde zich in dezelfde periode helemaal en groeide zelfs met 20%. Algemeen wordt nu aangenomen dat de dramatische afname van de Nederlandse huiszwaluwpopulatie vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw grotendeels te wijten is aan het tegelijkertijd steeds kleiner wordend aantal vliegende insecten in hun broedgebied. Daarvan hebben één paar huiszwaluwen plus hun na komelingen er per broedseizoen zo'n 5 miljoen nodig! Het verdwijnen van huiszwaluwen uit de kernen Serooskerke, Noordwelle en Brijdorpe/Den Osse blijft raadselachtig en kan volgens mij niet alleen veroorzaakt zijn door de afname van het voedselaanbod. Hopelijk gaat het onderzoek in het kader van het Jaar van de Huiszwaluw meer duidelijkheid verschaffen over de populatiedynamiek van deze soort. Kwijnende populaties zoals die in Noordgouwe, Scharendijke en Kerkwerve zouden best een steuntje in de rug kunnen gebruiken. Het plaatsen van huiszwaluwtillen in die kernen zou daarbij kunnen helpen. In overleg met Vogelbescherming Nederland, dat hiermee al veel ervaring heeft, zou dat door de NVSD gerealiseerd kunnen worden. Leden van de vogelwerkgroep blijven in ieder geval de eilandelijke huis zwaluwpopulatie jaarlijks tellen. - Dankwoord Dit artikel had niet geschreven kunnen worden zonder het veldwerk van alle hierna genoemde personen: Jan Brusse laars f, Anke, Imke en Sofie van den Ende, Paul Feil, Jos van Felius, Gabrielle Gaiser, Cock en Ellie van Heukelen, Johan van Helleman, Judith Mellenberg, Willem Post, Hennie Ravesteijn, Ted Sluijter, Leo Tromper, Peter Verkerk, Mario de Vlieger en Els van Zutphen. Allen daarvoor heel veel dank! Literatuur Bruggen, Joost van, 2013. Regionale verschillen in trends van de Huiszwaluw in Nederland in de periode 1989-2011. Het Vogeljaar 61 (4&5) 2013. Dijk, Arend van, 2013. Huiszwaluwstand in Nederland in de 20ste eeuw. Het Vogeljaar 61 (4&5) 2013. Ende, Gijs van den, 2007. 15de Integrale Eilandelijke Huis zwaluwtelling. Zêêlieven 2007. Leeftink, Karei en Vergeer, Jan-Willem, 1987. De verspreiding van de Huiszwaluw op Schouwen-Duiveland in 1986 en 1987. Sterna 32 nr. 3, 61-65. Philippona, J., 1974. De Huiszwaluw, Delichon urbicum. Aantallen en verspreiding in Nederland. De Levende Natuur 77: 34-43. Piersma, Theunis, 2014. Zwaluwen van Gaast. Bornmeer 2014. NB Voor wie nog meer wil weten over huiszwaluwen op Schouwen-Duiveland is de uitgebreide versie van dit artikel, met grafiekjes van de populatieontwikkeling per telgebied, te lezen op www.nvsd.nl 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2018 | | pagina 9