LEPELAAllGE EEN BUITENGE WO Ernst Poorter Boekbespreking Door Gerard Ouweneel Indien in Nederland één vogel het verdient symbool te staan voor geslaagd bescher- mingsbeleid dan is het de lepelaar. Het feit dat de afgelopen halve eeuw de lepelaarpo pulatie in dit land bijna vertwintigvoudigde is een pluim op de hoed van de natuurbe schermers in dit land. Dit schoot mij door het hoofd bij het lezen van Lepelaarge woonten, het boek waarmee Ernst Poorter voorjaar 2018 vogelend Nederland aange naam overrompelde. Is het niet wat spijtig dat Vogelbescherming Nederland destijds haar lepelaarlogo prijsgaf voor het vignet van BirdLife International? Omstreeks 1990 ging de ICBP, de International Council for Bird Preservation, over in BirdLife. Dat gebeurde o.a. om te bereiken dat natio nale vogelbeschermingorganisaties onder de gezamen lijke naam BirdLife naar buiten zouden treden en om zusterverenigingen op te richten in landen waar men nog niet zo ver was. Teneinde de samenwerking te be nadrukken streefde BirdLife ernaar dat de intredende clubs onder hetzelfde logo zouden gaan opereren, het welbekende vignet met de stern en daaronder de naam van de nationale organisatie. Zeist haakte grif aan en leverde haar logo in. Hoewel bijna alle collega-organi saties vroeg of laat toetraden, hielden de meesten hun bestaande vignet. Had Vogelbescherming er niet beter aan gedaan dat ook te doen? Indien in Nederland één vogel het verdient symbool te staan voor geslaagd beschermingsbeleid dan is het de lepelaar. Immers, om ruim een eeuw geleden de ondergang van het Naardermeer met zijn broedende lepelaars te voorkomen, werd Natuurmonumenten opgericht. En het feit dat de afgelopen halve eeuw de lepelaarpopulatie in dit land bijna vertwintigvoudigde is een pluim op de hoed van de natuurbeschermers in dit land. Dit schoot mij door het hoofd bij het lezen van Lepelaargewoonten, het boek waarmee Ernst Poor ter voorjaar 2018 vogelend Nederland aangenaam over rompelde. Slechts enkele intimi waren op de hoogte van de komst van deze studie. Poorters schrijfstijl is plezierig en zijn lepelaarkennis superieur. Hij bezit de niet zo vaak voorkomende kwali teit wetenschappelijke kwesties voor een breed publiek toegankelijk te maken. Dat hij ruiterlijk uitkomt voor opgedane emoties bij zijn (lepelaar)veldwerk geeft het boek een extra dimensie. De ingebrachte autobiografische elementen en belevenissen maken Lepelaargewoonten extra lezenswaardig en zijn nergens storend, integendeel. Amusant en een tikje intrigerend is het verhaal dat Poor ter tijdens een lepelaarodyssee in Frankrijk autopanne kreeg, waarbij hij uiteindelijk kwam te overnachten bij een bewoonster van een chateau, 'een dame met mooie ogen', lezen we. Anderzijds hekelt hij organisaties en lie den met wie hij in zijn ambtelijke bestaan wat moeizaam overweg kon. Lof daarentegen is er voor Gerrit Brouwer, Jan Rooth en vooral voor Wim van Dobben aan wie hij Lepelaar gewoonten in bewondering' opdroeg. Na een redelijk stabiele nationale broedpopulatie in de vijftiger jaren volgde een neergang tot 149 paren in 1969 met sombere prognoses. Nadien veerde het lepe laarbestand volgens Sovon op tot 3000+ paren in 2016, verdeeld over 55 kolonies. Die florerende ontwikkeling is een van de vele rode draden die door Poorters werk lo pen. Dankzij het belang van de Zeeuwse en Zuid-Holland se stromen in heden en verleden voor de soort krijgt de Delta veel aandacht in de studie. Poorter was er tijdens zijn onderzoek vaak te vinden. In de nazomer ontmoette ik hem dan in de illustere hut Visarend I, van waaruit hij de op de Ventjagersplaat pleisterende lepelaars bestu deerde. Veel de tekst sterk ondersteunende gedragsfoto's, die o.a. door Ellen Sandberg en Norman van Swelm beschikbaar werden gesteld, zijn gemaakt in de noor delijke Delta. Naar de eveneens in het illustratiekatern opgenomen platen van het Schollevaarseiland uit de Nederlandsche Vogelen, afbeeldingen van oude kaarten en de gravure van de vogels van het Horstermeer van Willem Roelofs heb ik, niet vrij van weemoed, wel een poosje zitten kijken. Het zestien pagina's omvattende katern met litera tuurreferenties doet vermoeden dat alles wat over de lepelaar in zijn Atlantische verspreidingsgebied waar dan ook is geschreven door Poorter werd geraadpleegd. Lepelaargewoonten is verplichte kost voor iedere zich zelf serieus nemende vogelaar en/of vogelbeschermer, zowel professioneel als amateur. Het is een boek dat het in hoge mate waard is onder ogen te komen van de jury van de Jan Wolkers Prijs. Lepelaar gewoonten is in eigen beheer uitgegeven. Het boek kost 43.25 inclusief portokosten en is te bestel len via contact@uitgeverijopdewierde.nl, bij het Be zoekerscentrum de Trekvogel van het Flevolandschap en via Boekwinkeltjes.nl Het is een levenswerk in alle betekenissen van het woord, want het hoek is het resultaat van zo'n zestig jaar studie. Daarmee richtte Poorter een monument op voor Platalea leucorodia en ook voor zichzelf trouwens. Voorbeeldig uitgegeven, in een formaat van 21 x 30 cm. en met een gewicht van bijna 2 kilo, sluit de uitvoering van Lepelaar gewoonten fraai aan bij de respectafdwingende inhoud. Inclusief een 110 pagina's tellend fotokatern komt de uitgave op bijna 450 bladzijden. De zichzelf als 'natuur- beschermingsbioloog' beschouwende Ernst Poorter (1938) bracht zijn jeugd door in Salland en de Eempolder. Hij kende dus het Nederlandse landschap voordat de nivel lerende Mansholt-doctrines onze plattelandsavifauna gro tendeels decimeerden en zelfs enkele soorten liquideer den. In zijn Eempolderperiode raakte hij geboeid door lepelaars die toen vanuit het Naardermeer in de Eem- monding kwamen foerageren. Als biologisch onderzoeker bij de RIJP, de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, slaagde hij erin vanaf 1971 beroepsmatig zijn reeds aan zienlijk eerder begonnen studies van lepelaars voort te zetten. Deze gaan, vanuit Frankrijk, nog steeds door, zo dat Ernst Poorter twijfelloos is aan te spreken met 'Mister Spoonbill'. Het manuscript sloot hij af in 2014. Het boek pakt de lezer vanaf de eerste pagina. Na een filosofische inleiding die aanvangt met een citaat uit het Evangelie van Thomas volgen de resultaten van decennia veldon derzoek, literatuurstudie en verslagen van gesprekken die hij voerde met bij lepelaars betrokken lieden in de Nederlandse broedgebieden, langs hun trekroute en in de West-Afrikaanse winterkwartieren. 34 35

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2018 | | pagina 18