Een levenslang
BEVLOGEN, RUSTELOZE
VOGELAAR
Goeree-Overflakkee
Door Jan Baks
Toeval of niet? Het huisadres voor mijn bezoek aan Els en Gerard Ouweneel in Maasdam is:
Lijster 17. Natuurlijk, dat is de naam van een prachtige vogel, maar toch... Na een hartelijke
begroeting nemen we plaats in de woonkamer. Voor mij zie ik een kast met vogelboeken en
achter mij staat er nog een met ornithologische werken. Aan de wanden diverse afbeeldin
gen van vogels, gemaakt door kunstenaars die boeken van Gerard hebben geïllustreerd. Een
mooie slechtvalk van Erik van Ommen hangt naast de boekenkast. Als ik naar buiten kijk zie
ik de vijver die hij zo vaak beschrijft in zijn column. En dan nog in de hoek van de kamer
een babybox, een mooie aanleiding om daar straks een vraag over te stellen. Els zorgt voor
de koffie waarna ze zich terug wil trekken, maar op mijn verzoek neemt ze deel aan het in
terview. Ter voorbereiding heb ik Gerards eerst en laatst verschenen boeken gelezen.
Gerard Ouweneel (1937), vogelaar, schrijver, vogel
beschermer, heeft acht boeken geschreven over zijn
belevenissen en vogelreizen. Ook verzorgde hij belang
rijke publicaties voor Limosa, een wetenschappelijk
tijdschrift dat wordt uitgegeven door de Nederlandse
Ornithologische Unie, de NOU. Deze bevatten informatie
over brandganzen, grauwe ganzen, roodhalsganzen, aal
scholvers, berg- en tafeleenden, bruine kiekendieven en
over de verdere avifauna van het Hollandsch Diep/Ha
ringvliet. Alleen al over het Haringvliet verschenen meer
dan 90 publicaties van zijn hand. Omdat hij daarover
zo veel heeft geschreven, onder andere over de ecologie
en het wegvallen van het tij, vernoemde Rijkswaterstaat
als eerbetoon een van de kunstmatige eilanden op de
Ventjagersplaten naar hem. Verder publiceerde hij in
het tijdschrift De Levende Natuur, Het Vogeljaar en tot
op heden vaak in ons blad Sterna. Voorts zat hij in de
redactie van Vogels, het bekende tijdschrift van de
Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels. Het
totaal aantal artikelen van zijn hand moet in de honder
den lopen!
In zijn uitgebreide archief, dat loopt van 1950 tot op he
den, bevinden zich ook zijn vogeldagboeken. Van 1978
tot 1992 vertegenwoordigde hij de Vogelbescherming
bij de Nederlandse Sectie van de Internationale Raad
voor Vogelbescherming (de ICBP, thans BirdLife Interna
tional). In 1980 werd hij bestuurslid van het 'European
Committee for the Prevention of Massdestruction of
Migratory Birds' en ook was hij acht jaar bestuurslid van
de NOU. Sindsdien werd zijn horizon steeds breder en
speelde het internationale aspect in toenemende mate
een rol in zijn publicaties. Daarnaast was hij mede
oprichter van de Stichting Vogelreizen en reisleider voor
die organisatie. Dit alles bracht hem op talloze plaatsen
op de wereld: van Afrika tot India, Japan, Antarctica,
Australië en Siberië.
12
Natuurmensen is een vaste rubriek in Sterna.
In een vraaggesprek maken we kennis niet
mensen die een speciale rol spelen in bet
behoud van natuur en landschap op Goeree-
Overflakkee en Sch o u w' en-D uive land
Eigenlijk moet hij iedere dag wel wat over vogels schrij
ven. Zijn lievelingsvogel is de visarend. Sinds 2016
broedt deze in de Biesbosch en Gerard gaat daar veel
kijken. Op de cover van zijn laatste boek staat een schil
derij van Elwin van der Kolk van visarenden op hun nest
in de Biesbosch. Toch heeft hij ook nog een grote wens:
het zien van alle albatrossen die op de wereld voorko
men. Hij kan er al heel wat afvinken, maar twee soorten
ontbreken nog.
Zowel in Vlerkenstreken als in het boek Ik moet de ho
rizon om mij heen zien wordt Els regelmatig genoemd,
dus ik ben ook wel benieuwd naar haar kijk op die rus
teloze vogelaar. Regelmatig krijg ik dan ook antwoorden
die verschillende waarheden over gebeurtenissen uit
het verleden vertellen. Ook met oude vrienden valt het
Gerard vaak op, dat de herinneringen over gezamenlijk
opgedane ervaringen met vogels verschillen. De verha
len in zijn boeken zijn waar gebeurd, maar het schrij
verstalent van Gerard kan aan bepaalde gebeurtenissen
een extra dimensie toevoegen.
Heb je de belangstelling voor vogels van huis uit mee
gekregen?
"In mijn jeugd gingen we veel naar Texel, voor het eerst
al in 1939. Het Verkade-album van Thijsse ging stan
daard mee. Mijn moeder was geïnteresseerd in planten
en vader wilde alle door Thijsse beschreven tochten op
Texel nafietsen of -wandelen. Zo kreeg ik veel belang
stelling voor vogels. Dit begon al op 10-jarige leeftijd.
Ik knipte plaatjes uit van vogels en plakte ze in een
zelf geschreven boek. Ik volgde de avond-HBS en werd
verkoopleider en enige tijd later commercieel directeur
van de Nederlandse vestiging van Total, de 'Compagnie
Francaise de Petroles' uit Frankrijk."
Op zijn werk leerde hij zijn vrouw Els kennen. Ze was
werkzaam bij hetzelfde bedrijf. Els zegt: "Zijn ongrijp
baarheid en afstandelijkheid trokken mij aan en het
leven met Gerard is nog steeds niet saai". Ze kregen
twee kinderen, een jongen en een meisje. De belangstel
ling voor de natuur werd de kinderen wel bijgebracht.
Hajo ging in de eerste plaats mee voor het avontuur,
maar Anne had wel belangstelling voor vogels. Ze leefde
en werkte vijftien jaar in verschillende landen in Afrika.
Sinds een paar jaar is zij weer terug in Nederland. Zo te
horen kun je haar wel een vogelaarster noemen. Vorige
week ging ze met haar vader mee naar de Donaudelta. Er
zijn vier kleinkinderen, waarvan de twaalfjarige Somer
nu al een actieve vogelaarster is. Voor iemand van die
leeftijd is haar vogelkennis al bijzonder groot.
ea
G
Els en Gerard. Foto: Jan Baks