Veertig jaar Natuur- en Landschapsbescherming op Goeree-Overflakkee Op 27 juni 2019 bestaat de Vereniging voor Natuur- en Landschapsbescherming Goeree- Overflakkee, kortweg Natuur en Landschap Goeree-Overflakkee of nog korter NLGO, officieel 40 jaar. Dit hele jaar zal in het teken staan van dit lustrum. Er is een uitgebreide lijst van excursies (https://www.nlgo.nl/agenda) en we vieren het lustrum op zaterdag 29 juni met een symposium en een ledenmiddag (https://www.nlgo.nl/40jaar). In dit artikel wil ik vooral ingaan op een aantal grote aandachtsgebieden waarmee NLGO zich in de afgelopen 40 jaren heeft bezig gehouden. Laat ik beginnen met waarom we in 1978 (on officieel) zijn opgericht. De Deltawerken, in onze omgeving Haringvlietdam, Hellegatsdam, Volkerakdam, Brouwersdam en Greve- lingendam waren gereed en hadden groot effect op het buitendijkse milieu. Binnendijks stonden plannen op stapel die een extra aanslag dreigden te plegen op na tuur en landschap. De ruilverkaveling (RVK) De Stelle was gestart (1977), de besluitvorming over de RVK Flakkee was gaande, de Rijksweg 57 was in de planfase, op het grondgebied van de Preekhilpolder werd een bouwrecht afgegeven, er dreigde een jachthaven te ko men in het natuurgebied De Val (een natuurlijke inham ten westen van de haven van Ouddorp). De Val Verder was de Provincie Zuid-Holland bezig met een herziening van het Streekplan Zuid- Holland Zuid. Kortom, het momentum om de koppen bij elkaar te steken om de bedreigde natuur en het bedreigde land schap van Goeree-Overflakkee een stem en een gezicht te geven. In juli 1978 had een groepje vogelaars (Krijn Tanis, Arie van der Berg, John Beijersbergen, Gerard Lokker, F. Schenk en enkele anderen) op De Kop al de Vogel wacht Goeree opgericht. Zij nodigden, via een artikel in Ons Eiland, overige 'Eilanders' uit om hen te onder steunen in hun streven de bedreigingen het hoofd te bieden. Die oproep werd in augustus beantwoord door Johan Everaers en via hem ook door ondergetekende en kort daarop door Johan Dunk en Constant Zegwaard vanuit Flakkee. In een overleg op De Kop werd besloten tot de oprich ting van een vereniging voor natuur- en landschaps bescherming voor heel Goeree-Overflakkee. Met hulp van de toen al ervaren (25 jaar) Vogelwacht Schouwen- Duiveland en met instemming van een reeds bestaande Stichting Natuur- en Landschapsbescherming Goeree- Overflakkee werd op 23 november 1978 de NLGO op gericht. NLGO telde toen 40 belangstellenden, die ook daadwerkelijk lid werden. Ik mocht als eerste voorzitter optreden en met een en thousiast bestuur de voorbereidingen treffen voor het verkrijgen van een statutaire status. Op 17 mei 1979 werd de eerste Algemene Ledenvergadering gehouden. De conceptstatuten en het huishoudelijk reglement werden goedgekeurd en op 27 juni 1979, ten overstaan van notaris Hempenius, notarieel vastgelegd. Onder tussen werden al de eerste zienswijzen (toen vaak nog gewoon 'bezwaarschriften' genoemd) geschreven: soms op het laatste moment en tot diep in de nacht... In veel begeleidende nota's bij de overheidsplannen en in de toelichtingen bij planologische vergunningen werd en wordt veelal te positief gesproken over de na tuur- en landschapseffecten van ingrepen. Zo werd er bij de aanleg van de N57 gesproken over geringe effec ten op het landschap en de natuur, terwijl de N57 nota bene dwars door unieke inlagen werd aangelegd. Om de N57 buiten de inlagen om aan te leggen stuitte op bezwaar van de landbouw: doorsnijding van veel kleine landbouwpercelen. In het Streekplan Zuid-Holland Zuid 1979 werd gespro ken over het veilig stellen van de waarden van natuur en landschap: helaas vooral woorden, maar te weinig daden. In de loop van de veertig jaar was dit een te rugkerend euvel. Zelfs recentelijk in het Gemeentelijk Beleidsplan 'Erfgoed en cultuur 2016-2020' geen woord over schurvelingen, zandwallen of kreken. In de Beleidsnotitie Ontwikkeling Erfgoedbeleid Goe ree-Overflakkee 2018-2020 wordt, in een kostenover- zicht, het schurvelingenlandschap wel genoemd, maar zonder kostenpost. Cultuur lijkt ook, min of meer, gelijkgesteld aan kunst. Maar cultuur is meer. Cultuur is ook hoe wij, bewo ners van Goeree-Overflakkee, zijn omgegaan met onze omgeving, hoe we deze hebben gevormd (soms ook vervormd). Een goed voorbeeld hiervan is het zandwal- lenlandschap, waarin de schurvelingen en haaymeten al dateren uit de Middeleeuwen. De zandwallen zijn daar begin 20ste eeuw bijgekomen. Beide vanuit cul tuurmaatregelen, om beter het land te kunnen betelen. Cultuurmaatregelen dus. Dit 'kroonjuweel', zoals het officieel heet, wordt aan alle kanten aangetast, door door- en afgraving, verkeerd onderhoud, verkeerde beplanting en tegenwoordig steeds vaker door de bouw van grote woningen (in een kleinschalig landschap). Vanaf het allereerste begin heeft NLGO aandacht en zorg gevraagd voor dit cultuurlandschap. Nog maande lijks constateren wij, helaas, nieuwe aantastingen. Aangetaste schurveling Deze zorg leidde er al direct toe dat naast de Vogel werkgroep en de Plantenwerkgroep de noodzaak van een Werkgroep Planologie en Beroepschriften ontstond. Werkgroep is een groot woord, maar met de lokale alertheid én kennis van velen heb ik dit werk nu al 40 jaar kunnen volhouden. Sinds 2017 wordt NLGO, voor de recreatieve problematiek op De Kop, gesteund door de Werkgroep 'Ouddorp Kust Ruimte Rust' (OKRR). De recreatie op De Kop dreigt een buitenproportioneel be slag te leggen op de landschappelijke ruimte en waar devolle natuur. Een ander cultuurlandschap is dat van de landbouw grond. Er kwam een aantal ruilverkavelingen aan. Eerst op Overflakkee, later ook rond Ouddorp. De Ruilver kaveling De Stelle was al in 1977 gestart, maar voor de Ruilverkaveling (RVK, later Landinrichting, LI) Flakkee konden we in 1978 vol aan de bak. Alle rapporten wer den doorgespit en een zienswijze opgesteld en op het allerlaatste moment nog ingediend. Voor ons een nieuw fenomeen, maar ook voor de bestuurders een nieuwe ervaring om vanuit een niet eerder verwachte hoek kriti sche opmerkingen te krijgen over hun beleid. De landinrichting heeft het landschap danig veran derd en dat niet altijd in positieve zin. Wel positief was de aandacht voor het herstel van enkele kreken en kreekoevers en ook positief was de aanleg van dorpsbosjes. Alleen bleef lange tijd het onderhoud uit, zodat er veel iele boomopstanden ontstonden met weinig ecologische variatie. Gunstig was ook de aanplant van bomen op de dijken. Daaraan heeft NLGO nog een bijdrage kunnen leveren door te plei ten voor een grotere variatie in het bomenbestand. Aanvankelijk zou ruim 80% aan populieren worden aangeplant. Dit is teruggebracht tot ruim 20%, met daarnaast iepen, eiken en essen, met hier en daar nog lindes, kastanjes en noten. Wat nog gemist wordt zijn struiken. Negatief is de ontwikkeling op de landbouwkavels zelf. In de zeventiger jaren waren er nog groenstro ken langs de sloten en relatief ruige slootkanten. Hierdoor waren er ook veel veldvogels, zoals de veldleeuwerik. De groenstroken zijn nagenoeg ver dwenen en er wordt tot op de schuine slootkant Geploegd randje sloot ('verwoestijning') geploegd. De slootkanten worden zo vaak geklepeld dat daarin nagenoeg geen geen flora en fauna meer voorkomt. NLGO noemt dit 'verwoestijning', de landbouwer heeft het over efficiency en kostenbe sparing. Dat laatste is nog de vraag, want ook roo- finsecten tegen plaaginsecten komen weinig voor. Hierdoor zal meer moeten worden gespoten met be strijdingsmiddelen en dat komt dan weer ten nadele van de lucht- en waterkwaliteit. Nederland, en ook Goeree-Overflakkee, scoort onvoldoende waar het de kwaliteit van het 'kleine' oppervlaktewater betreft. Op onze jubileumdag, 29 juni aanstaande, zal dit zeker aan de orde komen op het symposium dat zal gaan over 'natuurinclusieve' landbouw. Landbouw dus, die meer rekening houdt met de natuur in de omgeving; zowel in het belang van die natuur als ook, naar onze mening, in het belang van de agrari sche sector. Een gebied dat sinds een tiental jaren steeds meer zorg baart is dat van de projectontwikkelaars. 36 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2019 | | pagina 19