Ijsvogel Weinig vogels spreken meer tot de verbeelding van de beginnende vogelaar dan de ijsvogel met zijn on-Nederlands mooie verenkleed. Met allerlei tinten blauw dat soms ook groen kan lijken, oranje buik en rode pootjes ziet het vogeltje er prachtig uit en is het net zo'n vliegende edelsteen. De schitterende blauwe kleur varieert van kobaltblauw en azuurblauw tot ultramarijn.Wie vroeger zo'n mooie kleur blauw wilde schilderen was aangewezen op het peperdure pigment dat uit gemalen lapis lazuli werd gewonnen, een halfedelsteen uit Afghanistan die sinds het ontstaan van de Zijderoute mondjesmaat in Europa werd aangevoerd. James Runcie schreef daar een mooie roman over: De kleur van de hemel. Het vluchtige karakter van de waarneming doordatje meestal maar een flits opvangt van een wegvliegende vogel draagt bij aan de beleving. Snel scheert hij over het water, zwenkt, komt soms nog kort langsgevlogen en strijkt neer op een andere zitplaats veelal buiten beeld. Zo'n vogel houdt er een aantal beschutte zitplekjes op na, vanwaar er goed zicht is op ondiep helder water. Het is vaak de schrille roep die je attent maakt op de aanwezigheid van de ijsvogel. Is de vogel gevlogen dan loont het om een poosje te wachten omdat ijsvogels vaak terugkeren naar dezelfde stek. Fotografen maken daar handig gebruik van en plaatsen zelf ook nogal eens een tak of een paaltje om een ijsvogel te lokken. In de Schouwse avifauna staat vermeld dat de tuinman van een buitenplaats klemmen zette op paaltjes bij de vijver om deze visrovers te vangen. Dat waren andere tijden! In onze omgeving broedt de soort niet of nauwelijks, maar in de nazomer stroomt het vol. In de Grevelingen waar ze graag op aanlegsteigers zitten heeft elk haventje zijn ijsvogel, dikwijls zelfs meer dan één! Sowieso is de Grevelingen met zijn heldere water en grondeltjes een aantrekkelijk gebied voor ijsvogels totdat het kouder wordt en de visjes naar dieper water verhuizen. Op een dag in september zag ik een ijsvogel heen en weer snorren over een van de zoetwatervijvers op de Hompelvoet. Elke keer dook de vogel boven het midden van de vijver omlaag. Met een harde pets onder water, eruit, draaien, terug en weer opnieuw die pèts, wel tien, twintig keer. Omdat er geen visjes in de vijver zitten, realiseerde ik me dat het een manier van zich wassen was: zo werd het zoute viswater van de Grevelingen afgespoeld! Wanneer er iets is waar de ijsvogel niet tegen kan, is het ijs. Vorst maakt het voedsel onbereikbaar. Het ondiepe water waarin ze vissen, bevriest snel. Alternatieve locaties worden gevonden bij slootjes met zoute kwel. Op dat moment vallen er al slachtoffers vanwege minder voedsel, de kou en een groter risico op predatie of als verkeersslachtoffer. Slootjes langs wegen zijn in dat opzicht riskant. Zo vonden mijn kinderen meerdere malen een doodgereden ijsvogeltje op het fietspad langs de weg naar Zierikzee. Steeds op dezelfde plek. Zo'n dood vogeltje bekijk je toch weer met andere ogen dan de dagelijkse slachtoffers zoals de vele wilde eenden in het voorjaar 22 Ijsvogel, man (vrouwtje heeft rode ondersnavel). Foto: Henk Harmsen 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2019 | | pagina 12