Scholekster
Je hebt de zwarte piet en de bonte hond, maar ook de bonte piet zoals de streeknaam voor de
scholekster in onze omgeving luidt. En inderdaad met zijn zwart-witte verenkleed, oranjerode
snavel, rode oog en roze poten een bont geval dat steeds maar piet blijft roepen. Een vogel waar
je niet omheen kan.
Hoewel de scholekster ook wel bij de weidevogels wordt gerekend, is het meer een pioniersoort
die een voorkeur heeft voor schaars begroeid terrein. Dat hoeft niet op de grond, de soort broedt
ook op grinddaken en er was zelfs een scholekster die jarenlang bovenop een twee meter hoge
paal in de spuiboezem van het gemaal bij Flaauwers nestelde. Een stevige paal met een ingerotte
kop waar de vogel veilig voor grondpredatoren kon broeden.
De scholekster is een van de weinige steltlopers die zijn jongen voert. Bij vrijwel alle andere
soorten moeten de kuikens direct uit het ei hun eigen kostje opscharrelen. Rond de nesten van
bij de kust broedende scholeksters vind je als restant van het voeren vaak een grote verzameling
van mosselschelpjes.
Voor de lange stevige snavel van de scholekster hebben de meeste vogels behoorlijk ontzag.
Hierdoor weten ze zich zelfs in een kolonie van grote meeuwen goed te handhaven. Het zijn dan
ook felle donderstenen die wanneer ze kleine kuikens hebben, met veel lawaai recht op je
afvliegen en door je haren zoeven. Niet iedereen is daar zo van onder de indruk. Zo zag ik wel
eens een scholekster een schaap op zijn kop timmeren toen dat te dicht bij het nest kwam. Het
duurde toch een hele poos voordat het schaap begreep dat het beter een eindje verderop kon
gaan grazen. Overigens sta je soms versteld dat er ook mensen zijn die ondanks alle heibel die
de vogels maken, niet in de gaten hebben dat ze de boel verstoren en je schaapachtig aankijken
wanneer je daar iets van zegt
Buiten de broedtijd trekken scholeksters naar het getijdengebied waar ze op het droogvallende
slik foerageren. De droogvallende mosselbanken, voor zover die vroeger nog aanwezig waren,
zijn grotendeels veranderd in oesterbanken waartussen ook nog wel wat mossels te vinden zijn.
Maar die mossels hebben meestal een laag vleesgewicht dat scholeksters naar verhouding te
weinig oplevert. En hoewel de scholeksters in het Engels oyster catchers worden genoemd
kunnen ze weinig met oesters. Ze hebben dan ook een meer volkse smaak en vol overgave
tepieten ze het liedje van Sweet Molly Malone met haar kokkels en mossels "alive, alive all!"
Helaas liep het met Molly slecht af en al waart haar geest nog rond, ook met de kokkels en
mossels is het nogal eens droefenis. Kokkels en wormen vormen in het getij dengebied het
hoofdvoedsel. Uit beschermingsoogpunt blijft een deel van het aanwezige kokkelbestand
gereserveerd voor de scholekster.
De Oosterschelde is in de Delta het belangrijkste gebied voor scholeksters. Na de aanleg van de
Stormvloedkering zijn de aantallen sterk afgenomen en die afname zet zich nog steeds voort.
Deels is dit een landelijk verschijnsel door dalende broedpopulaties, maar in de Oosterschelde
was er ook veel verlies van intergetijdengebied en het resterende werd vervolgens door
zandhonger steeds kleiner. Inmiddels is men ertoe overgegaan om de platen door middel van
zandsuppletie op te hogen. Het is de vraag of deze wal het schip zal keren.
Het geluid van tepietende scholeksters, o heerlijk kustgeluid wie zou dat willen missen?Als een
stel heren in smoking rennen de scholeksters op een drafje rond. Met de koppen naar beneden
snerpen ze elkaar in de oren. Ook vogels hebben zo hun ceremonies! Mooi te zien in de film Wad
van Ruben Smit.
Badende scholekster. Foto: Henk Harmsen
38
Scholeksters op een hoogwatervluchtplaats, in dit geval een perceel niet geoogste uien. Foto: Henk Harmsen
39