David
Nadat ik veertien dagen eerder nog een telefoongesprek met hem had gevoerd, kwam
op 16 september 1994 het ontstellende bericht dat David was overleden. Kort daarvoor
eindigde in de Grote Kerk in Den Haag de expositie van na 1945 in Nederland
vervaardigde beeldhouwwerken met de aan het zwanenbeeld van Sigurdur
Gudmundsson ontleende titel Het Grote Gedicht. Niet alleen het beeld van
Gudmundsson maakte opnieuw indruk op me. Ik zag er bijvoorbeeld ook de Studie
voor een perfecte sneeuwbal van Jan van Munster en andere blijvende werken van
Marinus Boezem, Pieter Laurens Mol en anderen. Een onuitwisbare indruk maakte het
werk Deur, één van de drie werken van David Vandekop die men op die
tentoonstelling liet zien en dat ik sindsdien in mijn geheugen bewaar als De laatste
deur.
Ik herinnerde me zijn uitspraak over de tentoonstelling in de Sint Nicolaaskerk in
Brouwershaven, die door Beatrix bezocht werd en waarvoor de exposanten instructies
hadden gekregen hoe ze zich moesten gedragen. "Voor de aankleding zullen ze wel
zonnebloemen gebruiken. In plaats van palmen". Die laatste opmerking kwam nu in
een bizar licht te staan. In datzelfde gesprek zei David dat de kat een grauwe
vliegenvanger had gepakt en dat hij daar goed de pest in had. Die grote, stoer ogende
David zat ermee dat een vliegenvangertje in zijn tuin aan z'n eind was gekomen.
De weinige keren dat we elkaar zagen, waren meestal een gevolg van het feit dat ik iets
van hem verlangde met betrekking tot z'n werk. Hij wist die ontmoetingen altijd om te
buigen naar vogels. We ontmoetten elkaar eens midden in de polder op een smal
weggetje in de buurt van Zonnemaire. Ik in de auto en David op de fiets op weg naar
Flaauwers, waar hij graag vertoefde onder allerlei weersomstandigheden.
Het was bar koud. Hij stapte in en we praatten wat in de auto terwijl we keken naar een
groep kleine zwanen op een gerooid aardappelveld. Ik liet hem zien hoe je die dieren
persoonlijk kunt herkennen en vertelde over het snavelpatroon dat bij elke kleine
zwaan anders is. De ene zwaan herken je sneller dan een andere omdat de één nu
eenmaal opmerkelijker is dan de ander. David was een opmerkelijk mens.
Johan Everaers
Uit: Verdwaalde oeverloper. Uitgeverij Liverse 2014.
16
Leda en de zwaan, houtsnede 1993. David Vandekop (f).
Brandganzen. aquarel 1990. David Vandekop (t).
17