Door Dirk van Straalen
Predatie eieren kokmeeuw door vos. Foto: Mark Hoekstein
Dat de vos door de aanleg van de Deltawerken deze
eilanden kan bereiken heeft niets met een natuur
lijke gang van zaken te maken en genoemde soorten
kunnen zich niet (zo snel) aanpassen of simpelweg
opschuiven.
Verschuivingen
De komst van de vos zorgt voor een kettingreactie
aan veranderingen die negatief zullen uitpakken voor
onze zo kenmerkende natuur en bijbehorende soor
ten, gevolgen die al zichtbaar zijn in de gekoloniseer
de gebieden elders in het Deltagebied. De eens bloei
ende kolonie zilvermeeuw/kleine mantelmeeuw op de
Middelplaten in het Veerse Meer is geheel verdwenen
toen de vos zich daar vestigde. Ook op de Maasvlakte
nemen de aantallen broedende meeuwen af. Daar is
het een combinatie van het verdwijnen van geschikt
broedgebied en de komst van de vos. Deze meeuwen
gaan op zoek naar nieuwe broedlocaties en komen
dan terecht in gebieden waar we ze liever niet zien
zoals diverse eilanden in het Haringvliet, de Schouwse
inlagen en natuurontwikkelingsgebieden. Het pro
bleem van de vestiging van de kleine mantelmeeuw in
gebieden waar soorten als sterns, plevieren en kok
meeuwen broeden is dat sommige kleine mantelmeeu
wen, met name bij voedselschaarste, eieren en jongen
eten van die kwetsbare soorten, wat een verlaging van
het broedsucces tot gevolg heeft. Daarbij ontzien ze
overigens ook de eigen soortgenoten niet. Voldoende
broedsucces is noodzakelijk voor de instandhouding
van een populatie. Het opspuiten van nieuwe eilanden
is voor veel soorten een oplossing, omdat ze dan de
meeuwen kunnen ontlopen.
Soorten als kluut en strandplevier halen echter zelden
een goed broedsucces op de nieuw aangelegde eilanden
die ver op het water liggen. Eilandjes relatief dicht bij de
kant, zoals op Goeree (bijvoorbeeld Slikken van Flakkee),
zijn een groot succes voor veel kustbroedvogels omdat
jongen daar naar de oever kunnen zwemmen om hun
kostje bij elkaar te scharrelen. Nadeel daarvan is dan
weer, dat die dus bereikbaar zijn voor grondpredatoren
zoals de vos.
Oplossing
Een zinvolle en werkbare oplossing is het onbereikbaar
maken van de eilanden Goeree-Overflakkee en Schouwen-
Duiveland voor vossen. Dit kan alleen door op alle dam
men en bruggen maatregelen te nemen waardoor de vos
ons niet vanaf de al gekoloniseerde gebieden kan berei
ken, zoals het aanbrengen van wildroosters. Voor instan
ties die verantwoordelijk zijn voor het in stand houden
van populaties kustbroedvogels is het vijf voor twaalf.
Ik roep dan ook de beide gemeentes en provincies, na
tuurorganisaties, waterschappen en Rijkswaterstaat op
om op korte termijn oplossingen te bedenken en in te
zetten. Het onbereikbaar maken van Goeree-Overflakkee
en Schouwen-Duiveland houdt het behalen van de doel-
aantallen van kustbroedvogels in zicht. De vossen die nu
aanwezig zijn moeten worden weggevangen of, indien
noodzakelijk, afgeschoten. Dit laatste geeft weerstand,
maar in Nederland moeten we keuzes maken willen we
bepaalde kenmerkende soorten behouden. Eilandiconen
als de strandplevier, noordse stern, dwergstern en grote
stern zijn het waard om beschermd te worden!
Natuurlijk roept dft artikel allerlei vragen op. Daarvoor
ben ik bereikbaar op: dirkvanstraalen@hotmail.com
15