Zaterdagochtend 24 augustus dromden op de kade van Ouddorp-Haven zo'n dertig natuurmensen bijeen. Het gezel schap droeg unaniem uit van plan te zijn het die dag bijzonder naar de zin te hebben, ongeacht het Nationale Hitte- plan dat het immer zorgzame RIVM had afgekondigd. Bij de samenstelling van het respectafdwingende programma waarmee de NLGO, de Natuur- en Landschapbeschermingsvereniging van Goeree en Overflakkee het veertigjarige bestaan herdacht behoorde natuurlijk een 'Dagje Hompelvoet', een wat achteloze aanduiding van het evenement, want dit suggereert dat een rondje naar en over de Hompelvoet een dagelijkse dagbesteding is. Dat is het geens zins. Hoeveel lieden zullen niet vanaf de dijken rond Ouddorp-Haven nieuwsgierig naar die verre, onbereikbare en autonomie uitstralende plaat turen en ernaar verlangen om er rond te dwalen? Ongetwijfeld velen! Dat bleek al uit de dusdanig ruime belangstelling voor deze NLGO-jubileumexcursie dat de aanvragen om in te haken het aantal beschikbare plaatsen op de kotter van Bezuijen overtrof, waardoor het op de wachtlijst tot enig gedrang kwam. De naam Bezuijen is al lang verbonden aan Ouddorp-Haven. Door een ruim zestig jaar geleden beleefd Hompelvoet- avontuur waarin de Bezuyens een rol speelden, leidt de naam bij mij tot nostalgische mijmeringen. Veel bekenden op de havenkade, o.a. een glunderende voorzitter Jan Baks met Clemence, het echtpaar Tanis, Kees Appel, Esther de Jong en Kees van 't Zelfde. Voor mij was de grootste verrassing dat Henk van der Weijden van de partij was. Henk als staatsbosbeheerman en ik beleefden samen vóór en na de Haringvlietsluiting enerverende mo menten, waaronder een gezamenlijk optreden voor het toentertijd bekende tv-actualiteitenprogramma Van Gewest tot Gewest. Wij hadden dan ook die 24e heel wat uit te wisselen. De vaartocht voerde langs de Hompelvoet richting oostelijke aanlegsteiger. De plaat lag er bij als een soevereine staat. Op de steiger stond Kees de Kraker zijn gasten op te wachten. Ooit duidde iemand Kees aan als 'de president van de republiek Hompelvoet'. Die betiteling is niet geheel fictie. Kees is 41 jaar opzichter van de Hompelvoet en heeft er een schilderachtig onderkomentje tot zijn beschikking, een huisje waarnaar ik in tijden van grote pressie soms verlangend uitzag om me er in terug te kunnen trekken. Een zekere soevereiniteit over de Hompelvoet kwam ook naar voren toen Kees de fanfare uit Haamstede liet overkomen om, samen met dierbaren, er een huwelijks mijlpaal te vieren. Toen de harmonie was uitgetoeterd en wilde afreizen hebben de orkestleden, op zoek naar de steiger, lange tijd over de stikdonkere 300 hectare metende Hompelvoet rondgedoold. Om één uur 's nachts waren ze terug in Haamstede. Niet op de hoogte van deze dwaaltocht gingen Kees en zijn dierbaren door met hun festivi teiten. Wie hieruit meent te kunnen afleiden dat er op de Hompelvoet luchthartig op los wordt geleefd heeft het toch mis. Alleen al in de jaarlijkse verslagen met resultaten van het natuurhistorisch onderzoek dat Kees en de zijnen uitvoeren op de Hompelvoet en andere platen komen een brede kennis, grondig onderzoek en een sterke betrokkenheid bij de gang van zaken naar voren. Voeg daarbij het hoogstaande artistieke niveau dat Kees in de verslagen van zijn Bureau Sandvicensis toevoegt en het moge duidelijk zijn dat die jaarreportages voor 'hompelvoetfielen' een plezier zijn om door te nemen. Na Kees' welkomstspeech waaierde het gezelschap snel uit. De vogelaars gingen op zoek naar hun vogels. Ik was ze graag gevolgd, maar Kees vertelde zo boeiend dat ik ervoor koos binnen gehobrsafstand te blijven. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2020 | | pagina 28