BLAUWE HAARKWA1 'mé Kwallen Goeree-Overflakkee Tekst en foto's: Ad Aleman Lopend langs het strand zie ik aan de waterrand een blauwig gelachtig klompje liggen: het is een aangespoelde dode haarkwal. Er is nauwelijks meer iets over van het prachtige gracieuze dier dat zich nog maar kortgeleden door het water van de Noordzee bewoog. Tijdens het zwemmen kan het uiterlijk van deze kwallen totaal veranderen, van een chaos van tentakels naar prachtige vormen. In het voorjaar en in de vroege zomer zijn deze schijfkwallen te vinden aan onze kust en in de zoute wateren van Zuid-Holland en Zeeland. *Zoekbeeld: Schijfkwal. Mariene soort. Tot 30 cm in doorsnede. Kenmerkend zijn de wratjes/bultjes op de hoed en het ontbre ken van gaatjes in de spieren bij dieren van >8 cm doorsnede. Van kleurloos tot zilverachtig lilablauw, soms meer geel. De soort heeft een plat, schotelvormig scherm (hoed) met 20 of meer (tot 32) lobben, waaraan ongeveer 60-65 dunne, haarachtige tentakels zitten. Kan pijnlijk steken (netelen). *Habitat en ecologie: De schijfkwal, het kwalstadium van deze soort, beweegt zich vrij in de waterkolom. De kwalpoliepjes groeien op hard substraat. Haarkwallen hebben gescheiden geslachten. Na bevruchting verlaten de planula-larven de kwal en zoeken zij een plek om zich te vestigen. Het grootste deel van hun leven brengen kwallen door als poliepje op harde substraten op de zeebodem, waar zij zich ongeslachtelijk kunnen voortplanten. Het kwalstadium waarin de soort zich geslachtelijk voortplant duurt ongeveer een half jaar. De poliepen eten dierlijk plankton zoals roeipootkreeftjes, vislarven en andere kwallen. Volwassen dieren in het kwalstadium vangen ook grotere prooien zoals visjes, die met de netelcellen verdoofd worden en daarna door de tentakels naar de mondopening worden gebracht. Bron: Flora- en Fauna-informatie Stichting Anemoon 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2020 | | pagina 30