Kevers Goeree-Overflakkee
Op de zonnige middag van 5 april 2019 liepen ondergetekenden langs de Scharrezeedijk ten oosten
van Stellendam. Deze fraaie slaperdijk trok de aandacht door een open vegetatie waarin onder andere
rozetten van wegdistel en kruisdistel te zien waren. Over de gehele lengte wemelde het van de wilde
bijen, die op de zonbeschenen zuidhelling in overvloed nestgelegenheid vonden. We zagen bedreigde
soorten als donkere rimpelrug, moshommel en roodsprietwespbij, maar bovenal zeer veel individuen
van de algemene grasbij en haar parasiet de kortsprietwespbij. De rijkdom aan bijen nodigde uit om
nog wat langer rond te struinen.
Gaandeweg troffen we redelijk wat exemplaren van
de gewone wolzwever, een pluizig ogende vlieg die
op bijen parasiteert. De vrouwtjes schoten telkens
eieren in één van de vele nestgangen in het dijktalud.
Halverwege kruiste een grote kever ons pad, blauw
zwart van kleur en met een sterk gezwollen achter
lijf. Het lopen van het dier werd zichtbaar bemoei
lijkt door het zware lichaam dat door de vegetatie
van de steile dijkhelling moest worden gesleept. Het
was direct duidelijk dat dit een met eieren gevulde
vrouw van een gewone oliekever, Meloe proscara-
ibèus, betrof, ook een parasiet van wilde bijen. Het
'gewoon' in de naam doet wat misplaatst aan, want
de soort is in de laatste decennia sterk achteruit ge
gaan. Een vlugge zoektocht op Waarneming.nl wees
uit dat er slechts twee historische waarnemingen uit
Zuid-Holland gemeld zijn: één van 2013 uit Gorin-
chem en één van 1972 uit Middelharnis. Reden ge
noeg om op 19 april nog eens terug te gaan naar de
dijk, waarbij nota bene twee exemplaren van beide
geslachten zich goed lieten bekijken.
Groot was de verrassing toen in dezelfde maand
afzonderlijk van elkaar nog twee waarnemingen van
gewone oliekevers in Zuid-Holland verschenen: op
23 april 2019 trof Tijmen Hartung een vrouwelijk
exemplaar aan op een zeedijk aan de oostkant van de
Korendijkse Slikken, op 27 april 2019 trof Jan Aalders
een mannelijk exemplaar op een zeedijk centraal in de
Beninger Slikken. Daarmee blijken oliekevers nog op
alle eilanden rondom het Haringvliet - Voorne-Putten,
Hoeksche Waard en Goeree - voor te komen.
In Nederland komen twee soorten oliekevers van het
genus Meloe voor: de gewone oliekever, Meloe prosca-
rabaeusen de blauwe oliekever, Meloe violaceus. De
twee soorten zijn moeilijk van elkaar te onderscheiden,
determinatie gebeurt vooral op basis van de vorm en de
bestippeling van het halsschild. Ook wat betreft levens
wijze zijn de soorten sterk gelijkend. De verwijzing
naar olie in de soortnaam is gebaseerd op de irriterende
vloeistof die detvolwassen kevers bij verstoring uitschei
den en die zelfs brandwonden kan veroorzaken.
32