Gedicht
Door Johan Everaers
DERTIEN MANIEREN OM NAAR EEN LIJSTER TE KIJKEN
I
Tussen twintig besneeuwde bergen
Bewoog alleen
Het oog van de lijster.
II
Ik bestond in drieën
Als een boom
Waarin drie lijsters zitten.jj
III
De lijster die scharrelde tussen de najaars
winden.
Klein deeltje van de pantomime.
IV
Een man en een vrouw
Zijn een.
Een man en een vrouw en een lijster
Zijn een.
V
Ik weet niet wat ik liever heb,
De schoonheid van de nuance
Of de schoonheid van het geschater,
Het geklater van de lijster
Of de stilte even later.
VI
Ijspegels bedekten het woonkamerraam
Met barbaars glas.
Heen en weer schoot daarover
De schaduw van de lijster.
Vermoeden
Verkende in de schaduw
Een onbecijferbaar waarom.
VII
O schriele mannen van Haddam,
Waarom zoek je naar vogels van goud?
Zie je dan niet hoe de lijster
Om de voeten
Van jullie vrouwen trippelt?
VIII
Ik ken de verheven accenten
En het scherpe, onontkoombare rijm;
Maar ik weet ook
Dat de lijster daar altijd
Onbekommerd tussendoor vliegt.
IX
Toen de lijster de wieken nam
Gaf hij de omtrek aan
Van één van de vele cirkels.
X
Zouden zij lijsters zien overvliegen
In het groene licht,
Dan voelden zelfs de koppelaars
Van de welluidendheid zich opgelucht.
XI
Hij scheerde over Connecticut
In een glazen koets.
Angst stak hem even
Toen hij een seconde lang
De schaduw van zijn koets
Voor een vlucht lijsters aanzag.
XII
De rivier beweegt.
Daarboven vast een lijster.
XIII
De hele middag was het avond.
Het sneeuwde
En er zat nog wel meer in de lucht.
De lijster zat
In de takken van de ceder.
Wallace Stevens
Oud-Zierikzeeënaar Peter Bulthuis (1941-2020) gaf toestem
ming voor de publicatie van zijn vertaling van het gedicht
Thirteen Ways of Looking at a Blackbird.
14
DERTIEN MANIEREN OM NAAR EEN MEREL TE KIJKEN
Het gedicht Thirteen Ways of Looking at a Blackbird van
de Amerikaanse dichter Wallace Stevens (1879- 1955)
werd door Paul Claes vertaald als Dertien wijzen om
naar een merel te kijken en uitgegeven in 2012 als twee
talig boekje in 126 gesigneerde exemplaren, waarvan
de laatste 26 geletterd. Wallace Stevens is geboren en
getogen in de Verenigde Staten en bracht het grootste
deel van zijn leven door in de staat Connecticut. Hij
publiceerde het gedicht voor de eerste keer in 1917. Het
maakte ook deel uit van zijn dichtbundel Harmonium
uit 1923.
De titel van het gedicht deed me denken aan Thomas
Bewick 1753- 1828), de Engelse ornitholoog en hout
graveur met wie ik voor het eerst in aanraking kwam via
Vogel van de week en Zondagsvogel. In die boeken van
Bert Garthoff worden in totaal ruim 100 vogelsoorten
behandeld, vergezeld van een gravure van Bewick. In
de voorwoorden wordt vermeld dat de wetenschap als
eerbetoon aan Bewick de kleine zwaan naar hem ver
noemde, Cygnus bewickii, Bewick's swan. Garthoff ver
telt ook over een soort stripverhaal dat Bewick de titel
gaf Twaalf manieren om een slootje over te steken. Ligt
daar misschien de oorsprong voor de titel van Stevens'
gedicht?
Merel, gravure van Thomas Bewick
Niet met de bedoeling een analyse te schrijven van het
gedicht, maar om te achterhalen naar welke vogel er op
dertien wijzen wordt gekeken, zocht ik nadere infor
matie. Vertalingen van vogelnamen in proza en poëzie
trekken altijd mijn aandacht. Blackbird blijkt in Neder
landse vertalingen op één uitzondering na steeds de
naam merel Turdus merula) op te leveren, een vogel
soort die niet in Amerika voorkomt. Op internet kwam
ik terecht op een blog van Huub Beurskens die in 2011
en 2012 vaststelde dat de naam merel als vertaling niet
klopt. Hij koos voor de red-winged blackbird Agelaius
phoeniceus) als vogel die Wallace in gedachten moet
hebben gehad en daar is veel voor te zeggen.
Die epauletspreeuw neem ik hieronder op in een lijstje
Amerikaanse zwarte vogels. "SFCDT", een blog van
Johan Velter, levert in drie afleveringen diverse verta
lingen en uitgebreide informatie over Thirteen ways
onder de titel 78 manieren om een merel te zien.
"Dat Peter Bulthuis 'blackbird' met lijster vertaalt is
een fout" stelt Velter op zijn blog. Die opmerking over
de vertaling van Bulthuis uit 1996 in het tijdschrift
Tortuca laat niets aan duidelijkheid over, maar zonder
verband met de rest van de tekst is die vertaling mis
schien toch wel de beste. Epauletspreeuw is te lang,
spreeuw zonder meer levert verwarring op en lijster is
goed gevonden, omdat zwarte bij lijster sous-entendu is
zolang het niet gaat over de zang-, bef- of grote lijster.
Niet toevallig nam ik in de vorige zin mijn toevlucht
tot de Franse taal, want de kleur zwart in de Engelse
naam blackbird vinden we ook terug in het Frans: merle
noir. Overigens bestaat naast Amsel in het Duits ook de
naam Schwarzdrossel, wat niets anders betekent dan
zwarte lijster. Ik sloeg er mijn exemplaar van Het Vo
geljaar vein Jac.P. Thijsse uit 1904 op na en vond in het
namenregister: Zwarte Lijster (zie Merel). Bij een afbeel
ding luidt het bijschrift: De zwarte Lijsterl
Niet ter zake doende soorten als zwarte zee-eend en
kraai buiten beschouwing latend, vind ik in mijn Pe
terson Field Guide Eastern Birds de volgende zwarte
vogels:
Red-winged blackbird - Epauletspreeuw
De epauletspreeuw is algemeen in Connecticut. Hij
vliegt en foerageert in groepen. Beurskens wijst er
daarom op zijn blog op dat in het gedicht het beeld
wordt opgeroepen van een groep vogels. In vertaling
vinden we bij Bulthuis in strofe elf "een vlucht lijsters".
De opvallende geel/rode epauletten zijn erg kenmer
kend maar daar vinden we in het gedicht niets van
terug. De eerste strofe luidt:
Among twenty snowy mountains
The only moving thing
Was the eye of the blackbird.
De epauletspreeuw heeft echter een zwart oog en dat
zie je niet zo gemakkelijk bewegen! Het is niet uitge
sloten dat dit de vogel van het gedicht is, ook al rekent
men de epauletspreeuw niet tot de lijsters, maar tot de
troepialen. Hij wordt ook wel roodvleugel - of rood-
schoudertroepiaal genoemd.
Brown-headed cowbird - Bruinkopkoevogel
Deze koevogel komt wel voor in Connecticut, is zwart
en vliegt ook wel in troepjes, maar met een bruine kop
kan dit niet de vogel van het gedicht zijn.
15