Vogels
Planologie
Taal en naamgeving
De rosse woelmuis (geen noordse!) die in 2015 in de westelijke
inlaag werd gevangen leeft in ruige begroeiingen nabij struweel.
Kruik, in 2015 in de inlaag gevonden.
Foto: André Hannewijk
Met zoute kwel komen ook wel zwavelverbindingen aan de oppervlakte. De stank van rotte eieren (zwavel) was in
de inlaag duidelijk aanwezig, zeker wanneer je door zuurstofloze zwarte modder liep.
Wellicht dezelfde geur als van de kwalijke dampen waar Zeeland vroeger berucht om was. Men dacht dat ze de
oorzaak van de beruchte koortsen waren. Later kwam men er achter dat die ziekten vooral door de malaria
parasiet veroorzaakt werden. Niet dat die dampen of gassen helemaal onschuldig zijn. Nu kan je op het tamelijk
onschuldige moerasgas methaan nog een potje koken, maar met waterstofsulfide, soms zwavelwaterstof
genoemd, is het uitkijken. Het is een dodelijk gas dat ontstaat bij de omzetting van organisch materiaal door
sulfaatreducerende bacteriën in een zuurstofarme omgeving, bijvoorbeeld in een gierkelder.
De geur van waterstofsulfide kan al bij zeer lage concentraties worden waargenomen, maar na wat langere
blootstelling of bij iets hogere concentraties ruikt men het gas niet meer omdat het reukorgaan wordt lamgelegd.
Door de extreme giftigheid is zelfs het inademen van lage concentraties waterstofsulfide gedurende langere tijd
gevaarlijk. Het gas is iets zwaarder dan lucht, waardoor het zich bij weinig wind op laag gelegen plaatsen op
hoopt en dat zou de gezondheid van op en in de bodem levende dieren als noordse woelmuizen niet bevorderen,
leek mij. Of dit toen werkelijk de oorzaak van de afwezigheid van muizen is geweest durf ik niet te zeggen.
Predatie door marterachtigen als bunzing en wezel of door ratten die hier veel voorkomen, is een andere verkla
ring die misschien meer voor de hand ligt. Op de vrij zandige inlaagdijk langs de Westerse weg zaten altijd veel
konijnen. Veldwachter Verwijs uit Burgh reed er tot op zijn oude dag vrijwel dagelijks heen op zijn motorfiets
(een NSU) én later op de brommer om voor het waterschap konijnen te schieten: zijn grote hobby. Zoals overal
zijn de konijnen hier sterk afgenomen. Zo hier en daar zitten er nog een paar, maar dan verdwijnen ze weer door
regelmatig de kop opstekende ziektes.
Wat vogels betreft hoorde ik jaren terug eens een aardige anekdote (van Pim Wolf, meen ik).
Vanaf het parkeerterrein aan de Kampweg hoorde hij een waterral krijsen in de aangrenzende ruigte met wil
genroosjes in het hoekje van de inlaag. De roep had een eigenaardige klank, een beetje gedempt.
Toen Pim op onderzoek uitging vond hij de waterral, die vast bleek te zitten in de ingang van een rattenhol
waaruit hij de vogel kon bevrijden. Ruigte en riet zijn door het ingestelde maai- en begrazingsbeheer van
Natuurmonumenten afgenomen. Alleen aan de voet van het zanddepot waar geen grazers kunnen komen, is
nog een behoorlijke rietvlakte aanwezig. Hier broedt jaarlijks een paartje bruine kiekendief en zijn geregeld
baardmannetjes aanwezig. Andere soorten die dikwijls in de inlaag te zien zijn betreffen onder andere: buizerd,
bergeend, grauwe gans, brandgans, nijlgans, kleine zilverreiger, tureluur, scholekster, kievit, wulp, watersnip,
meerkoet, wilde eend en slobeend. De vogelwerkgroep heeft een vast telpunt op de top van een van de nieuwe
duintjes langs de inlaag vanwaar je goed zicht hebt op duin, polder en Oosterscheldemonding. Bij de herfsttrek
langs de kust is dit een logische plek om het water over te steken. Er zijn dagen dat er heel veel geteld wordt, al
zijn de waargenomen aantallen niet zo spectaculair als bij Breskens of Westkapelle.
20
Uitzicht op een deel van de westelijke inlaag richting westen met op de achtergrond de duinen van de Punt van Schouwen.
Het nu onnodig grote parkeerterrein aan het eind van de
Kampweg, dat destijds is aangelegd om materiaal en werkne
mers naar Neeltje Jans te vervoeren, zou ook wel wat
verkleind mogen worden. De toeleidende weg die niet geschikt
is voor veel verkeer en het beslag en de impact van het terrein
op de inlaag nopen tot een meer kleinschalig geheel. Op zich
zijn er in de polder Burgh en Westland door initiatieven van
het Zeeuws Landschap enkele gunstige ontwikkelingen op het
gebied van een meer duurzame landbouw. Anderzijds is er
de constante druk vanuit de recreatiesector, terwijl er ook al
eens plannen waren voor een zonnepark waardoor de open
ruimte zou verdwijnen. Wat dat betreft is er voor de Natuur-
en Vogelwacht als waakhond tegen de verloedering van het
landschap samen met andere organisaties altijd wei werk aan
de winkel!
Zeekraal
raft
Iets wat mij ook altijd interesseert is het verschil in naamgeving
op kaarten. Normaal is het Schouwen en Schouwse.
Je zou dus verwachten Westenschouwse Inlaag. Nu staat het
gebied op die manier vanaf 1993 op de topografische kaart
vermeld, maar daarvoor stond er Westenschouwensche
Inlaag, wat mij eigenlijk onjuist lijkt. Toch wordt deze schrijf
wijze - al of niet met s c h - nog op veel plaatsen gebezigd.
Een andere naam die mijn verwondering wekte was 'Hoogh
Plaetweg' voor de parallelweg aan de N57 door de inlaag.
Het lijkt mij een kromme schrijfwijze voor in dialect uitge
sproken Hooge Plaatweg, de naam die op eerdere topografische
kaarten staat te lezen. In het Zeeuws zeg je toch: Oohe Plaete.
Iemand maakt een keer een foutje en dat wordt door opvolgers
gekopieerd en zo in stand gehouden.
Dat is niet alleen het geval bij aardrijkskundige namen, maar
bijvoorbeeld ook bij familienamen.
websites
topotijdreis.nl
westenschouwen.jimdofree.com
boeken
Gittenberger, Franz, Helmut Weiss. 1983. Zeeland in oude kaarten.
Uitgeverij Lannoo, Tielt.
Beekman, Frans. 2007. De Kop van Schouwen onder het zand.
Uitgeverij Matrijs', Utrecht.
J.L. Kool-Blokland, 2003. "De Rand van 't Land", een boek over
de waterschapsgeschiedenis van Schouwen-Duiveland, Koninklijk
Zeeuws Genootschap der Wetenschappen, Middelburg.