"Voor zowel het Aanvalsplan Grutto als de hierboven ge noemde landelijke plannen geldt, dat Goeree-Overflakkee (en Voorne-Putten) opvallend afwezig is. De vogels hebben ons verlaten en de plannenmakers ook." Nóg een manier om naar een merel te kijken HSSB B&t Het goede nieuws: zaken gaan schuiven. Steeds meer boeren slaan een andere weg in en gaan weidevogelvriendelijk boeren. De site van Vogelbescherming geeft vele voorbeelden van boeren die geld verdienen en een gezonde vogelstand weten te combineren. Ook op Goeree-Overflakkee zijn er boeren die het anders doen: de strokenteelt in Ooltgensplaat, de plasdrasweilanden aan de Oostdijk, het experiment in de Van Pallandtpolder. Landelijk timmert Wij.land aan de weg. Voor zowel het Aanvalsplan Grutto als de hierboven genoemde landelijke plannen geldt, dat Goeree-Overflakkee (en Voorne-Putten) opvallend afwezig is. De vogels hebben ons verlaten en de plannenmakers ook. NLGO vindt dat zeer pijnlijk en roept LTO Noord op om samen met de groene partijen een werkelijk ambitieus plan vorm te geven. Wij denken aan het volgende: In 2023 gaat er een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbe leid (GLB) van de Europese Unie van start, waarin agrariërs worden beloond als ze in hun bedrijfsvoering ook aandacht hebben voor klimaat, milieu en biodiversiteitsdoelen en daarin investeren. Hiervoor wordt een Nationaal Strategisch Plan (NSP) opgesteld. De ontwikkeling van collectieven naar bredere gebiedscoöperaties speelt een belangrijke rol, zodat de boeren klaar zijn voor de mogelijk nieuwe taken die het GLB vraagt. Een mooi gebied is de polder de Oude Oostdijk. Hier waren veel grutto's en tureluurs in het verleden. Het grenst ook aan een aantal natuurgebieden. Wat zou het mooi zijn als hier een collectief tot stand komt dat het boerenland natuur vriendelijk beheert. De grutto terug op Goeree-Overflakkee! Een groep boeren, verenigd in een agrarisch collectief, stelt een beheerstrategie op waarin beschreven wordt hoe ze het in stand houden van deze soorten willen realiseren. Zo kunnen boeren bijvoorbeeld later gaan maaien, waardoor weidevogels in alle rust kunnen gaan broedhen. In ruil voor hun inspanningen ontvangen agrarische collectieven subsidie van de provincie. In het rapport van Winsemius staat ook dat je over langere termijn moet denken, dus geen zes, maar minstens vijftien jaar. Het is van belang om te investeren in habitatskwaliteit over vele jaren. Alleen zo kan de ecologische kwaliteit van het agrarisch landschap verbeteren. Dit is nodig omdat de biodiversiteit op het boerenland nog steeds achteruit gaat. Landelijk neemt de animo toe voor deze gedachte. LTO en weidevogels 1 Aanvalsplan Grutto (Vogelbescherming) EteKftlS EffislF! LTO en weidevogels 2 Website Wij.land 42 Johan Everaers Het merelgedicht van Wallace Stevens op de gedichtenpagina in Sterna 2 van jaargang 65 werd gevolgd door een beschouwing over de vertaling van "blackbird" en over welke Amerikaanse vogelsoort het gaat in het gedicht In een open eind suggereerde ik dat de dichter misschien een roodborstlijster in gedachten had. Voortbordurend op die beschouwing nu een extra bijdrage over de merel in Noord-Amerika. Bij het zoeken op internet naar gegevens over de blackbirdin Amerika vond ik verschillende waarnemingen van (Europese) merels in de vrije natuur. Vooral in de omgeving van Montreal worden merels in volières gehouden. Vogels ontsnappen daaruit of worden bewust losgelaten in de vrije natuur. In 1971 leidde de waarneming van een merel in Quebec tot ophef omdat werd verondersteld dat het een dwaalgast was. De nationale ornithologische commissie kwalificeerde die vogel echter als een ontsnapte Eurasian blackbird. Uiteindelijk leverde het zoeken aardige informatie op over de enige officieel erkende waarneming van een merel (Turdus merula) als dwaalgast in Amerika. Op 16 november 1994 vond in Newfoundland op Bonavista-lsland bij het dorp Bonavista een student een dode lijsterachtige. Hij bracht die vogel naar zijn docent biologie Jonathan Joy. Ik vond Joy's e-mailadres op internet en stuurde hem een bericht. Aangezien ik de streek tijdens een vakantie eens had bezocht, vroeg ik hem om meer informatie. Joy vertelde dat hij de vogel determineerde als een Europese merel die al enkele dagen dood was. Hij had de merel gevild en vervolgens gestuurd naar Dr. Bill Montevecchi van de Memorial University van St. John's, de hoofdstad van Newfoundland Labrador. Men stelde vast dat het inderdaad een Europese merel was. De geprepareerde merel maakt nu deel uit van de collectie van The Rooms, een kunstcentrum met een museum in St John's dat gewijd is aan de natuurlijke en culturele geschiedenis van Newfoundland. Door de vondst van die merel kwam Turdus merula als soort officieel op de Noord-Amerikaanse vogellijst. Al was het niet mogelijk vast te stellen hoe de vogel naar Amerika was gekomen, ging men er wél vanuit dat hij dat op eigen kracht had gedaan. De merel is dwaalgast in Groenland! Wellicht arriveerde de vogel gedeeltelijk per schip, want dat is een bekend fenomeen. Zo kwamen bijvoorbeeld sneeuwuilen van Newfoundland per schip naar Spanje, België, Nederland en huiskraaien van India naar Hoek van Holland. Nathalie Djan-Chékar van The Rooms maakte op verzoek een foto van de merel van Bonavista. Literatuur: - Tozer, Ron, O.F.O. News, Newsletter, volume 25, number 2, Ontario 2007 - Everaers, Johan, Dertien manieren om naar een merel te kijken. Sterna nr 2, jaargang 65, 2020 - Velter, Johan, weblog SFCDT 2020 - Diverse sites op internet Afbeelding van de Europese merel (Turdus merula), man, verzameld door Jonathan Joy. Bonavista, Newfoundland, Canada, 21 November 1994. Foto: Nathalie Djan-Chékar The Rooms Corporation, Newfoundland and Labrador, Canada. k 43

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2021 | | pagina 22