M De wilde eend De wilde eend IW eester raaf, in 't wilgenboschjen, Hield een kaashomp in den bek. Reintjen rook het: in zo'n kostjen Had de snoepert ook wel trek. "Wees gegroet!" zei 't looze vosjen, "Waarde Heer Van Ravenhorst! Edel voorhoofd, fiere borst, Om uw schoonheid nooit volprezen! Is uw zangstem ook zoo mooi Als uw rijke vedertooi, Dan moet gij een Fenix wezen!" Door dit allervriendlijkst woord Voelt de raaf zich zeer bekoord. Nu, zijn stem - die moest bevallen. Rein zou 't hooren! Een, twee, drie, Opent hij den bek - maar zie! Mèt laat hij zijn kaashomp vallen. Reintjen smult en lekt zijn baard: "Weet, amice! vleiers fleemen Om hun hoorders beet te nemen. Zulk een lesjen, bij mijn staart! Is toch wel een kaashomp waard." En de raaf? - werd bijster kwaad, En hij zwoer nooit van zijn leven Vleiers meer gehoor te geven. - Goed! Maar 't was een beetjen laat auteur: Gerard Ouweneel Uitgever Atlas Contact, juni 2021. ISBN 9789045044651 pagina's: 200, paperback formaat: 21,6 x 14,7 x 1,6 cm Verkrijgbaar in de boekhandel Foto's: Alex Koenders Fabeldichter Jean de la Fontaine werd vierhonderd jaar geleden geboren. In Sterna nummer 3 van 2002 werd aandacht besteed aan "De Krekel en de Mier", de eerste fabel in het eerste deel van de fabels van De la Fontaine. De tweede fabel in dat deel is "De Raaf en de Vos". Flier in de oorspronkelijke spelling uit 1875 van Jan Jacob LodewijkTen Kate (1819-1889). De raaf de vos FHeel lang waren Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee vrij van vossen. Die tijd is geweest. De raaf werd recent zelfs broedvogel op Schouwen en Goeree. (bron: Sovon). Inmiddels lijkt "De Wolf en het Lam" in het verschiet te liggen. Samenstelling Johan Everaers. 10 boekéeApjieküif bS3&&1 Gerard Ouweneel Jan Baks Het boek "De wilde eend", geschreven door Gerard Ouwe neel, is het eenentwintigste deel van een serie monografieën van Nederlandse vogels. Met zijn slappe kaft, wat hoort bij een paperback, voelt het lekker aan en nodigt het uit om mee te nemen op een vakantie. Simpele mooie vormgeving met een afbeelding op de voorkant van deze toch wel mooie en bijzondere 'gewone' vogel. Van te voren denk je wel, wat moet ik nog weten over deze vogel, maar al lezend krijg je je eigen vragen en ook antwoor den over deze algemene vogel, die over bijna de hele wereld voorkomt. In Nederland is hij samen met de merel de meest verspreide broedvogel. Het fenomeen eendenkooi wordt uitgebreid beschreven en wist u, dat de wilde eend thans nog een van de vijf vrij bejaagbare diersoorten is? Van 15 augustus tot en met 31 januari mag erop gejaagd worden, dus dat is bij na een halfjaar. De andere bejaagbare soorten zijn haas, ko nijn, fazant en houtduif. De schrijver verontschuldigt zich, dat hij ook met jagers heeft gepraat en hun meningen weergeeft. Er wordt trouwens nog maar weinig gejaagd op de wilde eend. Maar het is sterk om ook de meningen van anderen te horen, die de eend meer als bout zien dan als een mooie vogel. Ge rard heeft met allerlei deskundigen gesproken om antwoor den te krijgen over het leven van deze algemene soort, dus ook met de jagers. Er valt veel over deze vogel te bestuderen, neem maar zijn baltsgedrag, dat heel ingewikkeld is en eigen lijk niet zo duidelijk. Waarom neemt het aantal wilde eenden in ons land af? Sinds 1990 zou het aantal broedparen met 30% zijn teruggelopen. Waarom neemt het aantal broedende krakeenden spec taculair toe? Het antwoord op deze vraag kunt u vin den in het boek. Nog iets opmerkelijks: de wilde eend paart met andere soorten, er zijn wel 29 soorten vast gesteld waarmee de wilde eend een alliantie aangaat. Dan kom je vanzelf op het onderwerp soepeenden, waar iedere rechtgeaarde vogelaar zijn neus voor ophaalt, maar die in dit boek toch serieus aandacht vragen. Op het schilderij "de Hoenderhof" van Jan Steen uit 1650 zien we al soepeen den. Toch is het tellen van deze gemixte eend wel belangrijk, hun aantal lijkt af te nemen! ledereen kent het slobberen van de wilde eenden, ze zuigen water op en filteren allerlei dier lijke en plantaardige deeltjes. Niet alleen in een sloot doen ze dat maar ook op een pas gemaaide akker die door regen onder water staat. Dat kan voor een boer erg schadelijk zijn, maar door hun manier van foerageren verspreiden ze ook zaden. Kortom na het lezen van dit handzame boekje krijgt u waarschijnlijk een andere kijk op de wilde eend. En ook mogelijk de antwoorden op uw vragen. Toch blijft een vraag hangen als je leest over alle gevaren die een kuiken in de eerste dagen van zijn leven moet doorstaan. Waarom moet een moedereend alleen voor zo'n grote kinder schaar zorgen, dat is haast niet te doen. Waar blijft de woerd met zijn overmatige seksuele driften, hij zou goed mee kunnen helpen om de kuikens te beschermen. Kijk eens naar de bergeenden, die doen het toch ook samen! 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2021 | | pagina 6