De Beer na 1945 Na de Duitse overgave in 1945 stond De Beer vol met oorlogsmateriaal. Zomer 1946 AHoud de gedachte aan De Beer levend' Gerard Ouweneel - Foto's: Frans Kooijmans Met zijn in 2007 verschenen 'Een eersteklas landschap' deed Ed Buijsman De Beer herleven. Na een bewonde renswaardig historisch onderzoek beschreef hij in dit royaal gedocumenteerde en geïllustreerde boek de glorie en ondergang van het natuurmonument. Die liquidatie voltrok zich door toedoen van Rotterdam. Ten behoeve van haven- en industriegebieden werd de op de westpunt van Rozenburg gelegen De Beer in enkele jaren zonder pardon geruimd. Het krimpend contingent natuurliefhebbers met nog herinneringen aan De Beer, per definitie zeventigplussers, spreekt met weemoed over de unieke flora, avifauna en het landschap dat verloren ging. Buijsman gaat door met zijn De Beer-publicaties, waarmee hij zijn credo 'Houd de gedachte aan De Beer levend' waarmaakt. Hij stelde een schitterende De Beer-website samen met ook verhalen van personen die er ooit ronddoolden. Voorts verzamelde hij foto's, een collectie die inmiddels zo'n 2500 platen omvat. Uit die verzameling stelde Buijsman in 2019 een fotoverslag samen over De Beer van vóór 1940, een rapportage die hij de titel gaf De Beer in beeld, deel I. In die uitgave presenteerde hij een selectie foto's, samen met topografische kaartjes van vóór 1940. Op die kaartjes gaf hij aan welk deel van De Beer de desbetreffende foto's in beeld bren gen. U kunt ervan verzekerd zijn dat er heel wat gepuzzel en communicatie tussen De Beer-ve- teranen aan te pas kwam eer de foto's op de topo-kaartjes een positie hadden gekregen. Bij de geselecteerden zijn ook enkele waarop heengegane De Beer-onderzoekers als Niko en Luuk Tinbergen, Frans Kooijmans en Jan Joost ter Pelkwijk figureren, lieden die het voorrecht hadden in de eerste helft van de vorige eeuw op De Beer op excursie te gaan. Hun De Beer hield op te bestaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. Toen verruïneerden door en/of namens de Duitse bezetters gebouwde fortificaties het gebied en vonden op Rozenburg inpolderingen en boerderijbouw plaats ten koste van het terreindelen van het natuurmonument. Mochten er nog mensen leven die herinneringen hebben aan deze De Beer dan bevinden deze zich in het leeftijdsechelon van de zeer, zeer sterken. Ruim twee jaren waren nodig om de door de Duitsers achtergelaten mijnenvelden en fortificaties op te ruimen. De grootste bunkers en de op het strand gedeponeerde 'rommelasperges' bleven en werden pas opgeruimd toen vijftien jaar later de hele De Beer op de schop ging. Een jaar voor De Beer weer 'openging', in de zomer van 1946, nam Frans Kooijmans er een kijkje. Dat deed hij, illegaal dus, vanaf de zuidkant. 24 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Sterna | 2021 | | pagina 13