4 laatst in Zierikzee. Over het eerste kan geen verschil van mening bestaan, over het laatste wel. Een kerkgebouw behoeft niet „mooi" te zijn om toch als monument te worden aangemerkt. De toestand waarin de Nieuwe kerk zich bevindt is ronduit slecht. De kerk is al langer dan twee jaar buiten gebruik en gedurende die periode is er niets aan het onderhoud gedaan. Met een begin van restauratie zal dan ook zeker haast worden gemaakt. Een kerkgebouw in verval: interieur van de Zierikzeese Nieuwe kerk. De eerste restauratie-activiteiten zullen beperkt van opzet zijnhet gaat er om om vooral het dak waterdicht te maken en om de ingegooide ruiten te herstellen. Wind en water hebben nu vrij spel. De Zierikzeese lieverdjes hebben nauwelijks één ruit van het kerkgebouw heel gelaten. Zolang die consoliderende restauratie niet is verricht zal de Nieuwe kerk steeds meer aan verval ten prooi komen. Nu al is het verbazingwekkend om te zien hoe een kerkgebouw aftakelt, twee jaar nadat er de laatste kerkdienst in is gehouden. De Nieuwe kerk in Zierikzee draagt haar naam niet ten onrechte: het gebouw werd in 1848 in gebruik genomen en is dus relatief jong. Het verhaal zal velen bekend zijn: het gebouw diende ter vervanging van de in 1832 afgebrande Sint Lievens Monsterkerk. Vanaf het begin van de bouw is er pech geweest. Het wat log aandoende gebouw met zuilenportiek heeft een langdurige bouwperiode gekend, tijdens welke er nog heel wat aan de oorspronkelijke plannen is gedokterd. De hervormde gemeente van Zierikzee heeft de Nieuwe kerk dus net ruim 125 jaar in gebruik gehad voor de eredienst. De kerkvoogdij kon de steeds hoger wordende onderhoudskosten niet meer opbrengen, om over een algehele restauratie nog maarte zwijgen. Voor onze stichting houdt een consoliderende restauratie een bedrag van zeker twee ton in, waarvan vermoedelijk de helft door het ministerie van CRM komen zal, tien procent van de provicie Zeeland en dertig procent van de gemeente Zierikzee. De overige kosten komen voor rekening van de stichting. Wat er uiteindelijk met de Nieuwe kerk zal worden gedaan staat nog niet geheel vast. In ieder geval zal het nog even duren voordat men een begin kan maken met het „grote" werk. De daarvoor benodigde gelden zullen pas over een jaar of tien beschikbaar zijn en ook de restauratieperiode zal heel wat tijd vergen. Ruwweg zal het wel in het begin van de jaren negentig worden voordat de kerk in oude luister zal zijn hersteld. Maar het begin is er. Al wordt er voorlopig weinig meer gedaan dan het „water- en winddicht" maken van de Nieuwe kerk, het gebouw blijft daardoor voor de toekomst bewaard. Er zal overigens nog heel wat geld moeten worden bijeengebracht om ook dit karwei te klaren en dan verwijzen we maar even naar bovenstaande verdeelsleutel voor de subsidies. Maar de hoop lijkt gerechtvaardigd dat het aantal donateurs van onze stichting juist door het feit dat straks iets heel concreets zal worden gedaan zal toenemen. En juist die groei heeft de Stchting Oude Zeeuwse Kerken nodig.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1977 | | pagina 4