Zuid-Bevelandse kerken DE KERK TE KAPELLE III Kapelle J. A. FREDERIK8. Ikmrich can: abeele Ja rob Wllcmfig. |ieter poerte heijit jltül lirdrtea ÜSilteim IBIS G. J. LEPOETER FOTOGRAFIE: WIM RIEMENS De toren. Dat de uit Vlaanderen afkomstige ridders van der Maelstede, die in de Middeleeuwen dit gebied van de graaf als leen toebedeeld kregen, tot de machtigste ambachtsheren in de hele regio behoorden, kunnen we anno 1979 nog steeds met eigen ogen zien. Zij zijn het namelijk geweest die in de bouw van de Kapelse kerk en vooral de toren hebben trachten aan te tonen, dat ze met kop en schouders boven de andere ambachtsheren uitstaken. En ze zijn er in geslaagd; we zeggen niet teveel als we met de Amerikaanse dichter Longfellow spreken: „Zij lieten een voetstap na in het zand van de tijd". Tot op de dag van vandaag staat toch de toren, ondanks de zware beschadigingen in de laatste wereldoorlog, als een baken bij uitstek in het Zuid-Bevelandse landsghap. We kunnen met recht stellen dat we in deze toren een uniek bouwwerk bezitten; met zijn 65 meter de hoogste in Zuid-Beveland, fors en kloek, maar toch ook bijzonder sierlijk met de 25 meter hoge, slank ogende spits. De toren is geheel uit baksteen, de zgn. Zeeuwse moppen, opgetrokken. Ook de grote achtkantige spits bestaat volledig uit metselwerk, iets wat in ons land zeer weinig voorkomt. De paren steunberen aan de toren, die zich naar boven toe verjongen, zijn typerend voor de Vlaamse kustgotiek. De steunberen reiken tot de klokkenverdieping en worden daar met een waterlijst aan elkaar verbonden. Aan de oostzijde ontbreken de steunberen. Met de aan die zijde grote open spitsboog zijn ze er het bewijs van dat de toren tegen een ten tijde van de bouw bestaand kerkschip is aangebouwd. Onder het grote venster boven de ingang van de toren bevindt zich een zandstenen lijst waarin het jaar 1427 is gebeiteld; zodanig dat tussen 14 en 27 ruimte is overgelaten, waarin een monogram is aangebracht. Over de betekenis van het aangebrachte jaartal bestaat geen zekerheid. Mogelijk is het het jaar waarin de toren gereed kwam, of het jaar dat de ingangspartij werd toegevoegd. Ook over de in deze zandstenen lijst ingegrifte namen Heinrich van Abeele, J acob Willemsz, Pieter Govertsz, Hein Stül en Andries Willemsz is weinig te zeggen. Waren het bij de bouw van de toren of delen van de kerk betrokken bouwmeesters of misschien geestelijken? De in de loop der tijden meest besproken onderdelen van de toren zijn de vier torentjes op de hoeken van de vierkante romp, die inderdaad mede het totaalbeeld in sterke mate bepalen. Zeker is dat tegenwoordig de hoektorentjes in deze vorm in ons land nog slechts op één andere plaats voorkomen, namelijk op de toren van de Oude Kerk te Delft. Maar de betekenis van de hoektorentjes gaat niet verder dan een uitingsvorm van de Vlaamse gotiek. Er zijn wel meningen verkondigd dat de kerk van Kapelle als Moederkerk werd beschouwd, dat het wat te maken heeft met de verheffing van de kerk tot (Overdruk uit: Bouwkundig Tijdschrift deel V, 3d« stuk), Op ruim ceu uur afstand van Goes ligt het dorp Kapelle, aan het station Kapelle- Biezelinge vau den Staatsspoorweg. De welvarende en nette plaats is schilderachtig gelegen tusschen het zware geboomte en uit de verte reeds kenbaar aan haar 65 meter hoogen kerktoren, die zich statig boven het groen verheft. De kerk vormt met den toren één geheel en is een der fraaiste en merkwaardigste monumenten van dien aard in Zeelaud; dagteekenende uit het begin der XV" eeuw, zooals blijkt uit een opschrift boven den hoofdingang, aan de voorzijde van den toren. Dit op schrift luidt aldus: 1427 Tusschen '14 en 27 van. het jaartal treft men een monogram aan dat hiernevens op ongeveer écn vijfde der ware grootte is weergegeven en waarvan de beteekenis onbekend bleef. Vermoedelijk hebben wij hier het merk- teeken van den bouwmeester der kerk voor ons s) zooals men dit meermalen bij middeleeuwsohe gebouwen aantreft. De mededeeling daarvan kan misschien voor anderen eene opwekking zijn om De streksteenen zijn hoog of lang 28 cM. a) Van gewaardeerde zijde werd ons de opmerking gemaakt of bij dit teeken ook gedacht moet worden aan eene samenvoeging der initialen van een der lieeren van Maelstedeeen aanzienlijk geslachtdat toen ter tijde te Kapelle bloeide en zeker aandeel in de stichting der kerk zul gehad hebben.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1979 | | pagina 3