16 Utrecht. Catharijneconvent. 1971 voor die onderdelen waarvoor ook een aanpak gewenst is. Dit wil overigens niet zeggen dat op voorhand een totale restauratie dan ab soluut uitgesloten zou moeten worden; er zullen speciale gebouwen en speciale omstandigheden kunnen zijn die toch een totaal aanpak noodzakelijk dan wel wenselijk maken. Al was het maar om te laten zien wat onze generatie op dat gebied nog aan prestaties kan leveren. Recente voorbeelden waar we met trots op het vakmanschap van onze genera tie kunnen wijzen zijn de Nieuwe Kerk in Amsterdam en de Hervormde Kerk in Naarden met z'n schitterende gewelf schilderingen. Als deze koers van besteding van Rijksmonumentenzorggelden zou plaatsvinden als hiervoor geschetst, dan dringt zich met des te meer klem de vraag op waarmee en door wie ini tiatieven voor nieuwe functies gehono reerd moeten worden. Een verbreding van het particuliere ini tiatief en een nauwere en integralere samenwerking met diverse overheden is, als de Rijksdienst voor de Monu mentenzorg zich meer terugtrekt op de bouwtechnische consolidatie, broodno dig. Dat dat niet eenvoudig is, om het eufemistisch te zeggen, heeft Uw Stich ting aan den lijve ondervonden bij de gesprekken rond de Grote Kerk alhier. Toch reken ik er op dat er meer en meer onderkend gaat worden dat handhaving van dergelijke monumen tale kerkgebouwen van breder belang dan van monumentenbelang alleen is. Ik vertrouw er ook op dat ingezien zal worden dan de instandhoudingscon sequenties breder gedragen moeten worden dat tot nu toe bij monumen tenrestauraties het geval is. Gezamenlijk belang vraagt gezamenlijke interesse en gezamenlijke inbreng. Niet alleen in verband met de toekomst van het zo dadelijk te bezoeken gebouw maar vooral ook in verband met de hiervoor geschilderde problematiek ben ik uiterst benieuwd hoe U met al Uw inspanningen zult varen. Inspanning waarvoor ik groot respect heb en waar van het Rijk toch afhankelijk blijft.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1979 | | pagina 16