Het eeuwenoude kerkerf en de „Nieuwe" Kerk te Zierikzee 17 WIEBE H. KEIKES De zomermaanden van 1979 hebben te Zierikzee in het teken gestaan van op gravingen door de rijksdienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek, ten doel hebbende meer licht te doen schijnen over het nog nevelige verleden van het Zierikzeese kerkerf. Aan de voet van het buitengewoon monumentale, maar droevig vervallen bedehuis, dat sinds 1848 nog steeds Nieuwe kerk wordt genoemd, is het ruime kerkplein met graafmachine en schop op talrijke plaatsen tot grote diepte omgewoeld. Indirect houdt het bodemonderzoek verband met de op handen zijnde res tauratie van de Grote- of Nieuwe kerk, die door de hervormde gemeente te Zierikzee nog niet zo lang geleden voor een symbolische prijs aan de Stichting Oude Zeeuwse Kerken werd overgedra gen. Het stichtingsbestuur in het algemeen, maar vooral ook de zgn. "plaatselijke commissie" te Zierikzee in het bijzonder was de mening toegedaan, dat door verrijking van onze kennis ten aanzien van de historie van het kerkerf - waar bij uiteraard gedacht wordt aan de opeenvolgende bedehuizen, die er ge staan (zouden) hebben - ook het zo dringend aan herstel toe zijnde kerk gebouw uit het midden van de vorige eeuw meer in het middelpunt van de belangstelling zou kunnen worden ge plaatst. Rekonstrukties Wij wisten het niet, maar konden slechts vermoeden op welke wijze onze voorouders in 1832 en volgende jaren na de zo spectaculaire kerkbrand de enorme ruïne en het afkomend puin hadden opgeruimd. Er waren berichten over de toepassing van buskruit om het zware opgaand muurwerk te slopen terwijl een aanzienlijke hoeveelheid af braakmateriaal zou zijn aangewend tot versterking van de zeeweringen op Schouwen... Opvallend veel stoepen en stoepran den, drempels en erfafscheidingen bin nen het stadsgebied van Zierikzee blij ken te zijn samengesteld uit grotere en kleinere bouwfragmenten of zelfs uit grafzerkbrokken, afkomstig van de voormalige Sint Lievens Monsterkerk. Dit gigantische gebouw, dat geweldig moet hebben gedomineerd in het Zierikzeese stadsbeeld brandde in de nacht van zaterdag 6 op zondag 7 ok tober van het jaar 1832 af. Althans de bekappingen van zeer grote afmetingen en al het andere uit- en inwendige houtwerk. Ook bijzonder waardevolle interieurstukken zoals het indruk wekkende orgel en de fraaie preekstoel werden een prooi der vlammen. Stadsarchivaris Pieter Dignus de Vos (1866-1942), die destijds diverse pu- blikaties en zorgvuldig opgezette rekon strukties heeft gewijd aan de verdwe nen kerk en mede daardoor ongewild de recente opgravingen zeker heeft vergemakkelijkt, typeerde het im posante bedehuis als volgt: "het uiterlijk voorkomen der Sint Lievens Monsterkerk maakte een grootschen indruk, zoowel door den verbazenden omvang van het gebouw als door de statige lijnen, de grauwe door den tijd verweerde steenen en de rustige kracht, die uit het geheel sprak." Geen wonder derhalve, dat de kerk brand gedurende geruime tijd in Zierik zee en ver daarbuiten het gesprek van de dag was. Tal van drukwerken en Opgravingen door de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek op het kerkplein voor de Nieuwe kerk, zomer 1 979. Fragment van de fundering van de koorsluiting van de 1 3de-eeuwse Sint-Lievenskerk te Zierikzee. (Foto: W. H. Kelderman, Ouwerkerk)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1979 | | pagina 17