11
Abdij gedeelte (thans museum) in 1880 voor de restauratie. Hier was het provinciaal archief en bibliotheek gevestigd.
het treffen van het hemelvuur ver
schillende malen vernieuwd. Na de
blikseminslag op 1 augustus 1712 bleef
slechts de naakte romp over. In 1716
was het werk van de vernieuwing ge
reed. De nieuwe bekroning voldeed aan
de eisen van de tijd: groots en deftig.
De abdij
Geen beter inzicht in de veranderde
status van de abdij krijgt men door de
bekende gravure van de kinderspelen
op het Nederhof door Cats opgenomen
in een embleemboek van 1618.
De kinderen hoepelen, staan op hun
kop, springen touwtje, rijden stok
paardje, vliegeren, tollen, lopen stelt
enz.
Het schijnt dat op deze prent voor het
eerst het vliegeren is afgebeeld. Die
functie als speelplaats heeft het abdij
plein tot op de dag van vandaag be
houden.
Geen kanunniken meer in hun witte
pijen, geen abt en bisschop meer om
hoge gasten te ontvangen zoals Willem
II in 1255. Vooral de laatste abt en bis
schop Nicolaas de Castro ontving nog
al eens vorstelijke personagen waar
voor hij van zijn uithof kasteel West-
hove gebruik kon maken. Geen bak-
meester meer, geen kelderwaard, geen
personeel van de brouwerij, die het
plein overliepen naar het refter, de eet
zaal.
De bestemmingen van het refter laat
goed zien welke veranderingen er op
traden na de hervorming: na 1574
giethuis, na 1700 pakhuis, 1747 hoofd
wacht en stal, 1754-1786 wederom
giethuis, daarna militair hospitaal en
bergplaats, dan gymnastiekzaal en
thans statenzaal.
Vier eeuwen geleden werd in de abdij
de munt opgericht; twee inscripties
herinneren er thans nog aan hoe be
langrijk men de functie van het geld
achtte. Beide in het Latijn in de stenen
gegrift ter weerszijden van de poort
naar het Koorkerkhof leert de linkse in
scriptie dat geld de zenuw, zo men wil
het hart, van de oorlog is, terwijl de
andere ons waarschuwen wil: het is
zonde slaaf te zijn van het goud. De
staten en gecommitteerde raden bedre
ven er hun politiek, de afgevaardigden
uit de verschillende steden hadden er
hun logementen en vergaderruimte.
Thans nog heet een van de gebouwen
het Thoolse huis.
Dit bleef zo tot aan de Bataafse en
Franse tijd. Had de inlijving bij Frankrijk
langer geduurd, dan was de gehele ab
dij zo grondig veranderd, dat er van de
oude Abdij maar weinig meer te be
speuren was geweest. Tekeningen en
plattegronden in Parijs tonen aan dat er
voor het "hotel de la Préfecture" een
"cour d'honneur" was gekomen met
aangrenzend een parkje dat in geen en
kel opzicht leek op het oude Nederhof.
Kortom een door een ingenieur opge
maakt plan, dat meer weg had van een
grote kazerne.
19e eeuw
In de eeuw waarin de deugd wordt be
loond en het monument verwaarloosd,
beginnen we eerst met de beloning. In
de nacht van 24 en 25 mei 1819 werd
de Koorkerk door de bliksem getroffen,
"die door de looden goten wel werd
afgeleid, doch ook op de eenige plaats
waar de gemeenschap was afgebroken,