25 De cisterne (regenput) bij de kerk om het hemelwater van de kerk op te vangen, 1902 en 1980 militair hospitaal in gebruik, ze bouw den de nog steeds bestaande ringmuur rond het kerkterrein, metselden de ven sters dicht, sloegen alles in de kerk kort en klein en brachten daarna boven el kaar vier houten vloeren aan. In 1832 sloopte men het noorderkoor; de ande re twee beuken van het koor bleven tot op heden in gebruik als hervormde kerk. De rest van het gebouw deed ook na de Franse tijd nog dienst als militair hospitaal, stond vervolgens zeer lang leeg, maar vervult nu weer een functie als cultureel centrum voor het deltage bied. In de kerk vallen de voor de Brabantse gotiek zo typerende koolbladkapitelen op. Van de inventaris van de grote kerk bleef niets gespaard, in de kleine kerk vinden we naast voornamelijk zeven- tiende-eeuws meubilair een grafmonu ment met obelisk, opgericht ter nage dachtenis van Jan van Miggrode, pas toor en na de hervorming predikant te Veere, gestorven in 1627. Het monu ment, in 1772 vervaardigd door de Zwitser Heinrich Schweitzer, bevat een brokstuk van de oorspronkelijke zerk uit 1627; dit brokstuk, samen met ander puin uit de kerk gebruikt bij werkzaam heden in de haven van Veere, werd in de achttiende eeuw toevallig terugge vonden. Literatuur: VERMEULEN, Frans, "Bijdrage tot de bouwgeschie denis van de Groote of Onze Lieve Vrouwenkerk te Veere, in: Oudheidkundig Jaarboek, Serie IV, Deel V, 1936, pp. 48-54. Een der "étages", 1890

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1980 | | pagina 25