9
interieur van de kerk na de restauratie van Frederiks anno 1906. De teruggevonden tegelvloer is duidelijk te zien
Detail raam Koorkerk thans
meeslepend redenaar wiens vergelij
kingen, om het maar zacht te zeggen,
minder vleiend waren voor zijn mede
broeders. De schrijver De la Rue hoorde
hem in deze kerk preken waarbij hij de
toen reeds overleden hoogleraar Lampe
een stinkende vuile lamp noemde. Toe
gegeven moet worden dat zijn houding
onvervaard was als het om de waarheid
ging.
Het stadsbestuur verzocht Smytegelt in
1702, toen er in de stad weer beroering
ontstond, de gemeente tot rust te ma
nen. Wie schetst de verbazing van de
heren dat niet de gemeente maar zijzelf
de oren werden gewassen. Volgens
Nagtglas kregen zij tijdens de preek te
horen "dat als de oude pas verdrongen
regenten werkelijk oneerlijk de stads-
geldmiddelen hadden verwaarloosd,
deze moesten worden vervolgd en ge
straft, maar bleek het bij onderzoek
laster te wezen, dan behoorden de
nieuwe regenten hun plaatsen zoo
spoedig mogelijk aan de vroegere in te
ruimen. Verbazing was zeker te zien op
de aangezichten in de "Heerenbanken",
maar toen de godsdienstoefening
geëindigd was, zeide de voorganger op
den hem eigen indrukwekkenden toon,
dat hij eene gemeente, die zich tegen
haar wettige overheid verzette, den ze
gen Gods niet geven kon. Daarop ver
liet hij den preekstoel, en nog (in 1890!)
leeft de herinnering aan het tooneel dat
volgde. Onder de algemeene aandoe
ning trad de leeraar weder op en gaf
den zegen doch onder voorwaarde dat
men aan de regeering gehoorzamen
zou, wat dan ook werkelijk gebeurde".
De "tussenkerk".
Het middelkoor bleef na de intree der
hervorming evenmin ongewijzigd. Toen
tussen het middelkoor en de Nieuwe
Kerk een scheidingsmuur werd aange
bracht, werd het een bergruimte. Zeker
in 1650 kreeg het een betere bestem
ming: het werd ingericht tot auditorium
voor de toen heropgerichte lllustre
school. Op het einde der achttiende
eeuw kreeg de Hervormde gemeente
hierover de beschikking na de verdwij
ning van de lllustre school. In de tus
senkerk, ook wandelkerk geheten, vind
men thans het weelderige praalgraf van
de Zeeuwse admiralen Johan en Cor
nells Evertsen. In 1818 werd deze door
Rombout Verhulst vervaardigde graf
tombe uit de St. Pieterskerk naar de
Nieuwe kerk overgebracht.
De Lange Jan
"Het abdijcomplex werd evenals de ge-
heele stad, bekroond door den bijna 84
m hoogen toren, in den volksmond
Lange Jan genoemd, die men ver over
het eiland zag oprijzen", zegt Unger. De
bekroningen van deze toren zijn door