Het land van
Cadzand
De excursie
20 september 1980
M.P. DE BRUIN
Het ziet er naar uit dat de jaarlijkse
donateursbijeenkomst met aansluitend
een excursie tot een goede traditie zal
uitgroeien.
Kon in 1379 metéén bus worden volstaan,
thans waren twee bussen nodig om meer
dan 100 donateurs te vervoeren. Met
stralend weer vertrokken we op 20
september 1980 van de Loskadete
Middelburg. Om 11.00 uur ontving
burgemeester mr. C. T. Spijkerboer ons
namens het gemeentebestuur van
Oostburg in de fraaie raadszaal van het
gemeentehuis.
De voorzitter van de stichting, mr. J. van
Aartsen, verheugde zich inzijn
openingswoord over de grote opkomst,
dankte hetgemeentebestuur van
Oostburg voor de gastvrijheid en sprak
zijn goede verwachting uit voor de
excursie. Zijn toespraak richtte zich vooral
op de restauratie van de Grote Kerkte
Zierikzee, die eigendom van de stichting
is. Dankzij de hulp van velerlei instanties,
waarbij in de eerste plaats de rijksdienst
voorde monumentenzorg werd
genoemd, zou volgens de heer Van
Aartsen de eerste fase van de restauratie
binnen niet al te lange tijd voltooid zijn
waarmee een bedrag van 2,2 miljoen
gulden isgemoeid.
De eindredacteur van het Bulletin gaf een
toelichting op de excursie. Hij schetste de
geïsoleerde ligging van westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen in de vorige eeuw.
Het oostelijk deel was toen door de
barrière van de Braakman slechts over een
dijkten zuiden van deze zeearm te
bereiken. Vervolgens gaf hij een overzicht
van de geschiedenis van het land van
Cadzand, dat is westelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen, sedert 1604 toen
prins Maurits dit gebied op Spanje
veroverde. Toen kon ook de herbouw van
dit door inundaties en
oorlogsvernielingen zwaar geteisterde
land beginnen. Aan de herbedijking heeft
Jacob Cats een belangrijk aandeel gehad.
Het werd geen Zeeuws gebied, maar
generaliteitsland omdat dit gebied door
de Staten Generaal werd bestuurd. Dit
duurde tot de verovering door de Franse
troepen in 1794 en 1795.
Pas in 1814 werd Zeeuwsch-Vlaanderen
Zeeuws gebied. Noch de scheuring van
1830, noch deaspiratiesvan Belgische
kringen om Zeeuwsch-Vlaanderen tot
Belgisch gebied te maken, konden de
Zeeuwsvlamingen bewegen enig gehoor
aan de annexatiebeweging te geven.
Integendeel, in 1919 betoogden zij
ondubbelzinnig dat "ons eigen landje"
deel van Nederland was, zoals ooktot
uitdrukking komt in het in dietijd
gemaakte volkslied. De tweede
wereldoorlog bracht minstens zoveel
verwoesting en leed als in de periode
1580-1604. De prachtige St. Bavokerkte
Aardenburg werd grotendeels vernield,
Sluis verloor kostbare monumenten,
Oostburg verloor haar hart, kortom op
materieel gebied een enorme schade,
maar zwaarder nog woog het ontzaglijke
leed in menselijkopzicht. Gebouwen en
land zijn te herstellen, maar er zijn wonden
die niet of nauwelijks te helen zijn. De
na-oorlogse jaren hebben een
wonderbaarlijk herstel laten zien.
Verkwikt door een voedzame en gezellige
lunchging hetgezelschapopweg naarSt.
Anna ter Muiden. Doel was niet alleen het
kerkje daar te bezichtigen maar ook een
indrukte krijgen hoe een klein dorp in haar
geheel is gerestaureerd.
Op het pleintje werd uitgestapt dat Willem
de Mérode in 1936 tot het volgende
gedicht inspireerde voor zijn aldaar
wonende vriend Jan van der Leeuw:
St.AnnaterMuiden:torenen kerk