9
je, meestalleen het "kerkje"genoemd,
waar gij op kermistijd een eigenaardig
volksgebruikzoudt kunnen aanschou
wen, en wel het begraven en ontgraven
der kermis, hier, met meer waarheid dan
de vertooners misschien zeiven vermoe
den, dooreen met jenever gevulde wijn-
flesch gepersonifieerd. Het begin van het
feest geeft in een potsierlijken optocht
tooneeltjestezien, het penceel van een
Teniers waardig, het einde een walgelijke
dronkemanspret. Wij slaan thans den
grintweg naar Biervliet in...."
Anno 1980 nog net een dorpje en geen
gehucht.
Om te ervaren hoe het over komt op men
sen die gewoon zijn kerkdiensten bij te
wonen in één van de grote gotische kerk
gebouwen die Zeeland nog rijk is, zijn we
op een zondagmorgen in het vroege
voorjaar van 1980 door het nog kale en
killeZeeuws Vlaamse land naarWater-
landkerkje gereden. Het is geen vergeefse
Het in 1713 herbouwde kerkje
tocht geweest. We hebben de sfeer ge
proefd uit de indrukken die we opdeden
en degesprekken dieweerhebben ge
voerd. Het kan een echte belevenis zijn:
welgeteld twee en twintig, meest oudere
mensen, met inbegrip van de voorgan
ger, de organist, de kerkeraad, de inciden
tele bezoekers. Niet eens weinig, zei één
van de mensen die er altijd is en zich er
ten nauwste bij betrokken weet. Veertig
belijdende leden, één predikantsplaats
samen met Groede, Nieuwvliet en Zuid-
zande.
We willen het zo houden, zelf gemeente
blijven, we doen er alles voor. Een hand
jevol mensen, zestig, zeventig jaar oud.
Water na ons komt weten we niet, dat
moeten ze dan maar zien, maar nu moet
het zo blijven
We hebben gedacht aan het woord uit
Mattheus 18 20: "Want waar twee of drie
vergaderd zijn in mijn naam, daar ben Ik
in hun midden".
Het moet waar zijn, we hebben er wat van
geleerd op die zondagmorgen.
Geschiedenis
Om een beeld te schetsen van de geschie
denis van Waterlandkerkje, het dorp en
de kerk, moeten we terug gaan naar het
midden van de 17e eeuw. Het eerste deel
van de Generale Prins Willempolder,
waarbinnen vrijwel het hele gebied van
de tot 1970 zelfstandige gemeente Water
landkerkje gelegen is, werd in 1650 inge
dijkt uit schorg ronden die voorheen deel
hadden uitgemaakt van enkele polders
welke in 1621 en 1622 terwille van de
landsverdediging onder waterwaren ge
zet.
De eerste jaren na de bedijking zullen de
hervormden, die geleidelijk aan de nieu
we polder gingen bevolken, ongetwijfeld
de kerkdiensten bijgewoond hebben in
Oostburg, Yzendijke en Schoondijke. En
kele jaren later, in 1657, werd de uit 1530
daterende kerk van de parochie Sint Nico-
laas in de Oudemanspolder die tengevol
ge van de inundatie 30 jaar in het water
had gestaan, in zoverre hersteld dat deze
weer voor de eredienst bruikbaar was.
Deze kerk werd toen, zij het dat dit op z'n
zachtst gezegd met tegenwerpingen van
Roomse zijde gepaard ging, aan de her
vormden uit de streek in gebruik gege
ven.
Hierontstond doorde aanstelling van ou
derlingen en diakenen (brief Vrije van
Sluis aan de Staten-Generaal van 20 april
1658) de gemeente van de Oudeman, ter
wijl op4juni 1658doordeStaten-Gene-
raal toestemming werd verleend om op
een van 's lands wege uitte betalen jaar
wedde over te gaan tot aanstelling van
een predikanten een schoolmeester
voorzanger in de Oudemanspolder. Het
zal omstreeks 1 augustus 1658 geweest
zijn dat de proponent Johannes Stuer-
baut bij de gemeente als predikant in
diensttrad.
Tien jaar lang had Stuerbaut zijn ambt
bekleed toen er op 25 november 1668 op
een zeer wrede maniereen eind aan werd
gemaakt. Op die datum werd namelijk
dooreen bendecavallerie-soldaten van
het Spaanse leger, terwijl de hervormden
onder het gehoor van Stuerbaut bijeen
waren, een overval op de kerk in de Oude-
manspoldergepleegd. Hierbij werden
een groot aantal vernielingen aangericht
en onder andere de voorganger zo zwaar
mishandeld en gewond, dat hij enkele
maanden later, op 21 januari 1669, aan
zijn verwondingen bezweek, een zwange
re vrouwen vier kinderen achterlatende.
Het is vooral Dr. J. de Hullu geweest die
de gebeurtenissen op 25 november 1668
en de gevolgen hiervan, uitvoerig heeft
beschreven. De mening is wel verkondigd
dat deze voorvallen de directe aanleiding
waren om de kerk in de Oudemanspolder
te verplaatsen naar het huidige Water-