De Sint-Bavokerk te Aardenburg in de eerste helft van de Xllle eeuw 13 In de Sint-Bavokerk treft de bezoeker voor alles het ruimtelijk én vormelijk contrast tussen enerzijds de Xllle eeuwse bene denkerk met dwarsschip en anderzijds de XlVe eeuwse grote koorpartij die de plaats van het vroeggotisch koor heeft in genomen. Tegenover de gedrukte ruim telijkeverhoudingen en de uitgesproken horizontale geledingen van het oudere deel staat de open hallenruimte met haar vertikaal opgedeeld wandschema van het (Tekening W. J. Berghuis) H.J.A.VAN DEN BOSSCHE Wie voor het eerst de Sint-Bavokerk te Aardenburg bezoekt realiseert zich wel licht niet onmiddellijk welke plaats dit bedehuis inneemt in de ontwikkeling van de vroeggotische kerkelijke bouwkunst der Lage Landen. Zoals hetthans bestaat geeft het gebouw allerminst blijk van stijl eenheid en evenmin onderscheidt het zich doorzijn afmetingen van andere kerkgebouwen uit dezelfde periode, ter wijl het in zijn architectuurhistorische sa menhang geen centrale plaats inneemt waarrond een groep kerken zou zijn ont staan met gelijkaardige stijlkarakteristie ken. Integendeel, op stilistische gronden zijn de Xllle eeuwse delen van de Sint- Bavokerk schatplichtig aan de bouwkun dige ontwikkeling die bij de aanvang van die eeuw van Doornik uit is gegaan en zich over het oude graafschap Vlaande ren heeft verspreid. Bovendien worden de benedenkerk en het dwarsschip van deze kerk beschouwd als de noordelijke limiet van de bouwstijl die men opgrond van zijn geografische verspreiding over het tussenstroomgebied van Schelde en Leie met de benaming "Scheldegotiek" heeft bedacht. Haar betekenis als product van de vroegste gotische bouwstijl in het voormalig graafschap Vlaanderen heeft een aantal auteurs- niet in het minst kunsthistorici bezuiden de Nederlandse staatsgrens- ertoe aangezet, meerdan aan enig ander vroeggotisch bedehuis in Zeeuws-Vlaanderen, aan de Sint-Bavo kerk van Aarden burg aandacht te schen ken. Doch verwantschap met de vroeggoti sche kerkenbouw van het graafschap kan niet louter uit de geografische situering van Aarden burg worden verklaardhisto risch gezien waren er de betrekkingen met Vlaanderen en in het bijzonder met steden alsBruggeenGentenop kerkelijk vlak was er de afhankelijkheid van het bis dom Doornik waarvan hetterritorium na genoeg samenviel met het verspreidings gebied van de Scheldegotiek. koor. Tegenoverde geslotenheid der bouwvolumes bij benedenkerken dwars schip staat de luchtige, met grote ven sters opengewerkte koorpartij. De oudere delen weerspiegelen het aarzelend pogen om loste komen uit de gedruktheid en geslotenheid van een eeuwenoude ro- maanse bouwtraditie, waartegen de oost partij alle verworvenheden van de gotiek manifesteert. Er is geen schakel tussen beide stijlperioden: de breuk is abrupt en reflecteert de vrijwel plotse stilstand in de bouwactiviteit na voltooiing van het koor wanneer het economisch verval, dat reeds bij de aanvang van de XlVe eeuw in de stad voelbaar moet zijn geweest, zijn dieptepunt heeft bereikt. Van buiten uitvormtalleen het bouwma teriaal, de baksteen, het bindteken tussen oud en nieuw en plaatst de Sint-Bavokerk Langsdoorsnede. Bulletin van de K.N.O.B., 6e serie, 6 jrg., afl. 3, Den Haag, 1956, kol. 203-204)

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 13