14 Zuidgevel van de kerk (benedenkerk, dwarsschipgevel, koor) bij de kust-Vlaam se groep van vroeg goti sche bedehuizen die in de loop van de XIlie eeuw het gebruik van Doornikse hardsteen, eigen aan de Scheldegotiek, tot de constructief-dragende functies te rugdringen. Hierdoor blijkt reeds in de ou de delen van de kerk de scheiding tussen de zuidelijk en noordelijk gelegen streken van het oude graafschap inzake architec tuur-ontwikkeling te zijn doorgezet. De Doornikse hardsteen, alsmede de ermee gepaard gaande vormentaal van de Scheldegotiek wordt bij de Sint-Bavokerk beperkttot plinten, lijstwerk, portaal-en vensteromlijstingen, ronde pijlers, bo gen, triforium en tot op zekere hoogte ge velsteunberen en oorspronkelijkookde plint bij de zijbeuksmuren. Wat geldt voor de meeste kerken van de Scheldegotiek geldt ook voor de oudste geschiedenis van de Sint-Bavokerk te Aardenburger is geen precieze aan vangsdatum der bouwwerken gekend. Men weet slechts dat dit bedehuis voor het eerstin een acte van hetjaar967 wordt vermeld, het later nog in diverse archivalia voorkomt en dat na 1202, jaar waarin de romaanse kerk door brand werd vernield, men met de bouw van het nieuw, vroeggotisch bedehuis is begon nen. De nauwkeurige aanvangsdatum is niet gekend maar algemeen neemt men toch aan dat dit gebeuren zich in het twee de decennium van de Xllle eeuw situeer de, althans voor wat het koor en een deel van het dwarsschip betreft, en dat na een onderbreking de werkzaamheden in het tweede kwartaal van de eeuw eerst bij de benedenkerk en daarna bij hettoen nog onafgewerkt dwarsschip werden hervat. Het vroeggotisch koor moettegen het einde van de XIVe eeuw zijn neergehaald en vervangen door het thans nog be staande hallenkoor. Het lag ongetwijfeld in de bedoeling ook het Scheldegotisch dwarsschip en de be nedenkerk hetzelfde lot te laten onder gaan; gelukkig - voor de architectuurhis torici althans- heeft de economische neergang de uitvoering van dit voorne men verhinderd: ten gevolge hiervan is binnen zijn huidige staatsgrenzen Neder land nu ook nog een Scheldegotisch mo nument rijk. De uitgebreide restauratiewerken dieten- gevolgevan deoorlogsschadevan 1944 in de jaren 1947-1956 hebben plaatsge vonden,zijn gepaardgegaan meteen bo demonderzoek bij de voormalige koor partij. Hieruit is onder meer gebleken dat het romaans koor was samengesteld uit een halfrondgesloten absiswaaropaan weerszijden een haaks geplaatste absi- diool aansloot: het betrof hier dus een soort van gereduceerde klaverbladvormi- ge aanleg. Na de brand van 1202 heeft men defunderingen van deze oostpartij samen metdievan hetdwarsschipop- nieuw benut bij de vroeg gotische nieuw bouw: de absis vertoonde dan echtereen negenvlakkige sluiting mettraveegewijze

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 14