7
Het interieur van de hervormde kerk van IJzendijke (foto RDMZ)
met oude kerken gezegende stad als Mid
delburg begon men bijvoorbeeld eerst in
1647 met de bouw van een hervormde
kerk, de Oostkerk, die in een nieuwe
stadswijk verrees. Minder makkelijk ver
klaarbaar is de kennelijke voorkeur van de
protestanten voorde centraalbouw. Ver
schillendefactoren hebben bij de ople
ving van deze vorm een rol gespeeld.
In de eerste plaats bracht de veranderde
liturgie met zich mee dat men nieuwe ei
sen aan het kerkgebouw en zijn interieur
ging stellen. Voorde calvinisten stond het
Woord centraal; de preekstoel wer.d daar
om het voornaamste meubel in de kerken
de predikant moest door alle aanwezigen
gezien en vooral gehoord kunnen wor
den. De langwerpige en vaak van zuilen
voorziene middeleeuwse kerkruimte
bleek in dit opzicht verre van ideaal, ter
wijl een centraalbouw een ruimte ople
verde waarin veel meer mensen op gerin
ge afstand van de kansel een plaats kon
den vinden. Een tweede aspect dat niet uit
het oog mag worden verloren is de be
hoefte der protestanten zich af te zetten
tegen alles wat rooms-katholiek was, de
vorm van de oude kerkgebouwen incluis;
vooral in het begin zal ookdit een rol
hebben gespeeld bij het zoeken naaran-
dere vormen. Dat men hierbij op de cen
traalbouw stuitte, is niet zo verwonderlijk
als men bedenkt dat de renaissance, die
tegen het einde van de 16deeeuwookin
de noordelijke Nederlanden vaste voet
kreeg, juist deze vorm met zijn overzichte
lijke ruimtewerking propageerde. Ten
slotte zijn er dan nog de reminiscenties
die de centraalbouw, getuige allerlei ou
de afbeeldingen van oosters aandoende
gebouwen met koepels, door de eeuwen
heen bleef oproepen aan bijbelse gebou
wen als de tempel van Salomo en het
Heilig graf.
Een samenspel van de hierboven opge
somde factoren moetten grondslag heb
ben gelegen aan het ontstaan van de cal
vinistische centraalbouw-traditie, die be
gon bij de kleine ronde 'temples' in Frank
rijken die in ons land een lange reeks
kerken voortbracht. Welke argumenten
de doorslag gaven bij de beslissing om in
IJzendijke een kerk van het nieuwe typete
bouwen, is onbekend. Van Willemstad
weten we dat prins Maurits er niet alleen
intensief bij de aanleg van de verdedi
gingswerken betrokken was, maarzich
ook bemoeide met de bouw van de kerk.
Wanneer hij in 1597 gunstig beschikt op
een verzoekom geldten bate van het
nieuwe kerkgebouw, schrijft hij tevens
dat hij 'heeft verclaert, gelijck bij hem
voormaels is gedaen geweest, dat de
kercke in Willemstadt in eene ronde ofte
achtcantige forme behoort gemaecktte
worden'. Dat een dergelijke vorstelijke
bemoeienis ook IJzendijketen deel viel,
lijkt gezien de overeenkomsten tussen de
beide vestingen niet onmogelijk, maarze
ker is het niet.
Hoewel de kerk van IJzendijke zoals we
zagen in hoofdvorm uiterst modern was,