10 Albrecht voor bedoelde heren van 10 Oc tober 1395, doch ten onrechte. De rechten worden in deze oorkonde alleen maar be vestigd en dateren dus van een vroeger tijdstip, waarschijnlijk uit de tweede helft van de 13deeeuw. Naarde reden waarom juist de heren van 's Heer Arendskerke in dezen werden geprivilegeerd, kan men slechts gissen. Zeker is dat de landaanwinning opzo'n grote schaal voor de heren grote financië le consequenties meebracht. Methetoog op de bestrijding van de kosten van de inpolderingen, had de graaf hun een uit zonderlijk privilege verleend, inhoudend dat zij geen schot behoefden te betalen bij gewone beden. Het heeft de heren van 's Heer Arendsker ke geen windeieren gelegd; hun macht groeide, de ambachtsheerlijkheid werd binnen korte tijd veruit de grootste in op pervlakte van Zuid-Beveland en ook in fi nancieel opzicht leverde het uiteindelijk flinke baten op. Het werkte zelfs doortot in 1631 onderde rook van Middelburg, de eerste polder van het eiland Sint-Joosland werd bedijkt op de plaats van het oude Arnemuider- zand, waarop naarhunmening de heren van 's Heer Arendskerke hun rechten kon den laten gelden. De hele uitbreiding van de ambachtsheer lijkheid in Westelijke en Zuid-Westelijke richting heeft er wel voor gezorgd dat dorp en kerk hoe langer hoe meer excen trisch kwamen te liggen. Kerk en toren bouwkundig Van de oudste kerk en toren uit de stich tingsperiode vinden we niets meerterug. Het enige wat we als vaststaand kunnen aannemen,isdat de plaats waarnuhet kerkgebouw staat, ook de oorspronkelijke vestigingsplaats is. Zoals dat vrijwel overal elders het geval is met de middeleeuwse parochiestichtin gen, zijn de oorspronkelijke kerken en to rens in de latere eeuwen in gedeelten ver vangen en herbouwd. Het gevolg is dat de huidige kerkgebouwen slechts zelden uit één bouwtijd dateren. Ook in 's Heer Arendskerke zien we dat: een toren uit het midden of detweede helft van de 14de eeuwen een kerkschip uit de eerste helft van de 15de eeuw. De toren met een hoogte van ongeveer 45 meter is één van de sprekende Zu id-Be ve la ndse voorbeelden van de Vlaamse bak- steengotiek uit de 14de eeuw. Hij bestaat uit drie geledingen, versierd met groepen van twee en drie blindnissen, waarvan de bovenste geopendzijnomals galmgaten te dienen. De steunberen lopen tot aan de balustrade, die op de hoeken achtkantig is uitgekraagd. De tendens om in de bouw tijd de gevelvlakken meerte gaan versie ren komt in deze toren duidelijk tot uit drukking. Uit het feit dat ook aan de oost zijde de steunberen volledig aanwezig zijn, kunnen we opmaken dat ten tijde van de bouwter plaatse geen kerkschip aan wezig was. Was dat wel het geval ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 10