12 Interieur. 16de of misschien het begin van de 17de eeuw tot de afbraak in 1859 als school dienst gedaan. Op de plaats van het zuiderkoor is direct na de afbraak hiervan de huidige consistorie gebouwd, een wei nig fraai en nauwelijks bijpassend bouw sel. Het interieur Wie zoals wij destijds, de kerk eerst van buiten eens aandachtig bekijkt en daarna met het beeld van de verweerde en meer dan grauwe zandsteen, afgewisseld met hieren daarslecht pleisterwerk, binnen komt, valtvan de ene verbazing in dean- dere. De verwachting van wat binnen te zienis, isdan onbewust niet hoog ge spannen. Maar het gave interieurbeeld wat de bezoeker hier te zien krijgt en wat detoestand, misschien uitgezonderd een klein detail, weergeeft zoals die bij de res tauratie in 1906totstand is gekomen, is bijzonder interessant. Aan de oostzijde het accent op het litur gisch centrum, aan de westzijde op het orgel. De preekstoel midden tegen de oostwand, het dooptuinhek, de deur naar de consistorie, aan de beide zijden de he ren banken, het straalt warmte uiten het is erg gaaf. Een eenheid die als schoolvoor beeld kan dienen van het protestantse kerkmeubilair uit het midden van de 17de eeuw. Alles goed in orde gebracht onder leiding van de Rotterdamse architect J. Verheul Dzn. tijdens de restauratie in 1906. Hetopdewandinde oude triomf boog boven de preekstoel geschilderde wetbord is nieuw, maarvaltnietuitde toon. schip van blokken zandsteen zijn opge trokken. Dit als duidelijke uitzondering in de tijd dat in deze streek, zei het met enig gebruik van zandsteen ter versiering, de kerkgebouwen uitsluitend van baksteen werden gebouwd. Voor het overige is het éénbeukige kerkschip van zeer beschei den afmetingen aan de buitenzijde weinig opvallend. De kerk maakt vooral aan de buitenkant de indruk geamputeerd te zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat in 1859 de beide ko ren zijn afgebroken, het zuiderkoor in het verlengde van het schip, het noorderkoor aan de noordzijdetegen het zuiderkoor. Ook de beide koren waren van beschei den afmetingen en aan de oostzijde recht gesloten. Zowel aan de binnen in de oostgevel nog zichtbare triomfboog als aan de buitenzij de zijn de sporen van het afgebroken zuiderkoor nog duidelijk zichtbaar. Hieruit is te concluderen dat dit beduidend lager was dan het kerkschip en waarschijnlijk ook in een vroegere periode gebouwd. De koren hebben vanaf het eind van de Het orgel.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 12