14 Briefpanelen, verwerkt in de vaste bank tegen de Noordwand. Detailopname van de herenbank, anno 1 650. gebracht op de bank tegen de noord wand. Dit is hetzgn. wetbocht, oorspron kelijk bedoeld als zitplaats voorde heren van 's Heer Arendskerke, later voorde gemeenteraad. Als in 1859 deze bank met één plaats wordt verlengd (na afbraak van de koren wordt dan de binnendeur van de ene kant van de preekstoel naar de andere kant verplaatst), laat hetgemeentebe- stuur weten, dat ze ook op deze plaats hun recht doen gelden. De herenbanktegen dezuidwand, voor zien van de letters BDen het jaartal 1739, is 'het bocht van Baarsdorp'. Er wordt wel beweerd dat deze bank oorspronkelijk in de kerk van Baarsdorp gestaan zou heb ben en naderhand naar 's Heer Arends kerke overgebracht zou zijn. Dit is even wel zeer onwaarschijnlijk, omdat de kerk van Baarsdorp na de hervorming nog nauwelijksgebruiktisende Baarsdorpers normaliter kerkten in 's Heer Arendsker ke. Als ambachtsheerlijkheid was Baarsdorp evenwel zelfstandig, vandaar deze bank voordeheren van Baarsdorp. Hetjaartal 1739 duidt er op dat de bank in dat jaar gemaakt is. Eris dan wel sprake van het namakenvandebank uit 1650. Ook dit wijst er op dat het bocht van Baarsdorp altijd in de kerk van 's Heer Arendskerke aanwezig is geweest. De in 1906 door Becht en Dyserinek ver vaardigde verlichting bestaat uit één kroon met vijf en twee kronen met ieder drie koperen petroleumlampen. Verder zijn tien stuks van dezelfde petroleum lampen langs de wanden aangebracht. Hoewel deze lampen erg sierlijk en nog compleet zijn met branders, zijn ze in geen jaren meer gebruikt. Natuurlijk is het bewerkelijk om 21 petroleumlampen te vullen, te ontsteken entedoven, maarhet zou de sfeer in een Kerstnachtdienst of Oudej aarsavonddienst zeker ten goede komen. We moeten wel zeggen dat de electrische verlichting op een vakkundige wijze is aangebracht en beslist geen storend ele ment vormt. Hetzelfde geldt voor de ge luidsinstallatie. In vele andere kerken zou men hieraan een voorbeeld kunnen ne men. Wat de zitplaatsen betreft: de combinatie van de gesloten banken langs de wanden met in het middenvak stoelen, is erg pret tig en is goed afgestemd op de oorspron kelijke protestantse inrichting. Hoewel oudtijds de open ruimte beslist groter ge weest zal zijn. Trouwens, een kleine nega tieve noot: de gangpaden zijn dermate smal dat er nauwelijks loopruimte over blijft en het geheel een iets te volle indruk maakt. Het orgel Aldus Kluiver mag dit "ondanks de ver nieuwing van 1923 toch een waardevol instrument genoemd worden". Het is in 1868 aangekocht van de R. K. Willibror- duskerk teZierikzee, waar het in 1798 was geplaatst, toen vermoedelijk afkomstig uit een kloosterkerk of abdij in Belgisch Brabant. De voet van de middentoren ont hult het bouwjaar van hetorgel: 1708.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 14