17
Fundamenten van de kerk van de abdij Ter Duinen te Koksijde.
Het voorportaal van de kerk en naastgelegen gebouwen.
ciënsers, de eerste van deze orde in
Vlaanderen. Vanuit Ten Duinen werd in
1175 Ter Doest bij Lissewege gesticht.
De kloosters van de nieuwe orde, zegt J.
De Cuyper, "werden gesticht met voorbe
dachten rade in verlaten en onbebouwde
streken. Dit biedt aan de monniken niet
enkel de gelegenheid om in volle afzon
dering hun kloosterideaal te beleven,
doch tevens om door het bewerken van
den barren grond aan handenarbeid te
doen en te voorzien in hun stoffelijke
noodwendigheden". Hetinwendige
kloosterleven was geheel doortrokken
van de geest van onthechting. Fijne ge
rechten zoals in die tijd: vlees, vis, eieren,
melk, kaas en wit brood waren verboden.
Met at en dronk groenten, olie, zwart
brood, zouten water. Alleen in de perio
den van zware arbeid op het land waren
twee maaltijden toegestaan, één rond elf
uur en een ander rond vijf uur.
De dagorde in de abdijen
Na het kapittel, dat is de bijeenkomst van
de monniken in de morgen, begon het
werk. In de bijeenkomst werd gevraagd
om de zegen van God over het werk en
verder de dagtaak vastgesteld van iedere
monnik. Van Pasen tot oktober begon het
werk om zes uur. Omnegen uur was het
bidstond, 's Middags duurde het werk van
twee tot vijf uur. Van oktober tot As
woensdag was de werktijd van zeven uur
tot twee uur 's middags. In de Vastentijd
werd gewerkt van negen tot vier. Slechts
een bescheiden tijd werd aan de studie
besteed. Citeren wij nogmaals De Cuy
per: "De monniken gingen in de werk
plaatsen vandeabdijofindeomliggende
velden stilzwijgend aan het werk. Daarde
monniken als eerste taak hadden het ge
zamenlijk gebed, mochten ze - althans in
de eerste tijd vandeorde-zichnietver
van de abdij verwijderen. Voor het bewer
ken van de landerijen, die op een zekeren
afstand lagen van de abdij, werden uitho
ven, "grangiae"-schuren genoemd-,
ingericht. Daar woonden uitsluitend con
versen (lekebroeders). Zelfs de overste
van het uithof, de magistergrangiae of
grangarius, de hoevemeester, was in de
eerste tijd een leekebroeder".
Exploitatie
Al spoedig trok het werk van de Duinen
abdij op hetpunt van bedijking en ontgin
ning ook buiten de eigen streek de aan
dacht. De duingronden werden in cultuur
gebracht, de ontwatering geregeld. Rond
1150 ging met al over tot het eigenlijke
inpolderingswerk, hetgeen ook de rege
ling van de waterhuishouding omvatte.
De prestaties op dit gebied van de Duine
nabdij genoten bekendheid toen zij de
Zuid-Bevelandse goederen verwierf in te
genstelling tot die van Ter Doest, die pas
in 1275wasgesticht. Dekker: "Haardo-
mein (Ter Doest) beperkte zich tot dusver
nog bijna geheel tot landerijen in de om
geving van de abdij. De eerste kloosterlin
gen waren afkomstig uitTen Duinen en
detechniek van bedijking en ontginning
zal hun daarom allerminst vreemd zijn ge
weest, maar bij de nieuwe abdij behoef-
Grafsteen.