18 I den geen bedijkingen teworden uitge voerd. Het land ten noorden van Brugge was na de overstroming uit 1134 en vol gende jaren op natuurlijke wijze droog ge komen zodat de broeders van Ter Doest direkt een aanvang konden nemen met het omzetten van de schaapsgronden in bouwland". Wij herhalen hierwat wij in 1965 in het Zeeuws Tijdschrift over de exploitatie hebben gezegd. In een artikel overde ab dij Ter Doest aan heteindevan haarbe- staan zegt Aneca dat de uithoven Pils- Plattegrond en verklaring Duinenabdij. broek bij Aardenburg, Graauw bij Hulst, Monsterhoek en Krabbendijke op Zuid- Beveland rechtstreeks door de monniken met behulp van lekebroeders en later van vrije krachten werd uitgebaat. Deze uitho ven vormden zelfstandige centra waaruit grote ontginningswerken werden geleid. Somtijdswas het nodig overeenkomsten te sluiten om niet op eikaars terreinen te komen. De moederabdij Ten Duinen staat in 1231 aandedochterabdijTerDoesttoe grondindebuurtvandeuithofteZande (Kloosterzande) te kopen. "Want wij, deze 1. Grafveld van de oude dorp9nederzetting (begin llde-12do eeuw) 2. Abdijkerk van O.L.V. van Duinen, gebouwd tussen 1214 en 1262. 3. Voorportaal van de kerk gebouwd onder abt Lambert van We9touter1317-1354 4. Maeskape 1lenopgetrokken onder abt Jan Maes van Bassevelde. (1376-1406) 5. Poortje langswaar de conversen of lekebroeders de kerk betraden. 6. Straatje van de conversen. Deze mochten de kloostergang (nr 20) niet betreden. Ti/ ia, I ijj I,, (midden 13de e 7. Kapittelzaal der conversen, tmidden 13de eeuw; 8. Refter van de conversen, (midden 13de eeuw) 9. Keukens, (midden 13de eeuw) 10. Abtswoning aangezet onder abt Thomas van Gent. (1265-1277) 11. Gastenkwartier 12. Poortje langswaar de monniken de kerk betraden. 13. Sacristie. 14. Kapittelzaal der monniken. 15. Auditorium of spreekkamer van de abt. 16. Trap naar Dormitorium of slaapzaal der monniken. 17. Novicekamer. 18. Calefactorium of stookzaal, in de winter de enig verwarmde plaats. 19. Refectorium of refter der monniken. 20. Kloostergang enkel voor de monniken toegankelijk (13de eeuw) 21. Lavatorium opgetrokken ander abt Willem van Hulst. (1305-1317) 2 2. Waterput. 23. Kapelletje van Sint-Idesbald in 1819 gebouwd door ce ae ts te Duinhere" boven de plaats waar het lichaam van de zalige ontgraven werd. Hoe hoog het duinzand is opgestoven ziet men aan deze fragmenten. Pilaren en kapitelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 18