Door de Vlaamse kustvlakte 16 1 Kerk Baarsdorp Baarsdorp Heeft 's Heer Arendskerke ruimschoots de moederkerk Wissekerke overleefd, aan de andere kant is ook de dochterkerk Baarsdorp al lang ten onder gegaan. Het poeldorp Baarsdorp is evenals Wisseker ke de kinderschoenen vrijwel niet ont groeid enisookinde late middeleeuwen en detijd rond de hervorming langzamer hand weggekwijnd. Hoewel de kerk van Baarsdorp gedurende de gehele 13de eeuw niet wordt vermeld, lag er volgens de 17de eeuwer Van Grijps- kerke in de kerk een grafzerk uit het jaar 1234 (van Wolfert van Borsele van Baars dorp). Dit zou er op wijzen dat de kerk was ingewijd tussen 1232 en 1234. Voor zover bekend heeft na de hervor ming Baarsdorp nooit een eigen predi kant gehaden de inwoners waren vanaf die tijd hoofdzakelijk op 's Heer Arends kerke aangewezen. Vele jaren zijn in de kerk van Baarsdorp nog van tijd tot tijd diensten gehouden. Toen in 1755 het kerkje gerestaureerd was, werd door de ambachtsheren van Baarsdorpgoedgekeurd dat viermaal per jaar gepreekt zou worden door de predi kantvan 's Heer Abtskerke en Sinoutsker- ke. Hiertegen werd bij de classis op aan dringen van de kerkeraad zowel in 1755 alsin 1760en 1761 door de predikant van 's Heer Arendskerke bezwaar gemaakt. Er werd betoogd dat de gemeente van Baarsdorp feitelijk als herderlooste be schouwen was, dat de lidmaten aan het Heilig Avondmaal te 's Heer Arendskerke deelnamen, zonder dat de kerkelijke tucht op hen kon worden toegepast e.d. De classis, 13 October 1761 hierop antwoor dende, gaf de kerkeraad van 's Heer Arendskerke opdracht om de gemeente van Baarsdorp ad interim op de oude voet te blijven behandelen; voortaan werd ook vóór de bediening van het avondmaal te Baarsdorp huisbezoekgedaan. Na 1773 werden de predikbeurten te Baarsdorp gedaan door de predikant van 's Heer Arendskerke, wat werd terugge bracht tot één dienst per jaar, op tweede Pinksterdag. De wettelijke vereniging van 's Heer Arendskerke en Baarsdorp vond plaats op 24 april 1857 (Kon. Besluit 10 december 1857), waarbij de eigendommen van de beide gemeenten werden ondergebracht in één administratie. Hierbij gold de bepa ling dat als Baarsdorp ooit weer in zielen aantal zou toenemen, ieder weer in zijn eigen bezit zou worden gesteld als voor dien. Zover is het tot nu toe niet gekomen. In 1880 is het bescheiden kerkje (en een jaar later de toren) wegens bouwvallig heid afgebroken. Wat er rest is de enkele jaren geleden gerestaureerde kerkhof muur, waarbinnen nu af en toe wat rund vee graast. Kerkzegel Om meteen bijbeltekstte besluiten: de tekst in het kerkzegel van de hervormde gemeente 's Heer Arendskerke cum annexis (op vleugelen der arenden gedragen) is ontleend aan Exodus 19:4: "Gij hebt gezien, wat ik den Egyptenaren heb aangedaan, en dat ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb." A. J. van der Aa: Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, deel 2, deel 5, deel 12. J. de Bree: Het kerkzilver in Zeeland, in Bulletin Stich ting Oude Zeeuwse Kerken no. 1 Dr. C. Dekker: Zuid-Beveland, Assen, 1971. H. Janse: Kerken en torens in Zeeland, Zaltbommel, 1969. Drs. J. H. Kluiver: Historische orgels in Zeeland, in Ar chief Zeeuwsch Genootschap 1972 en 1973. F. Nagtglas: Levensberichten van Zeeuwen, deel 1 Middelburg, 1888. F. P. Polderdijk: Het eiland Sint-Joosland, Middelburg, 1931. A. de Smit: De burgerlijke en kerkelijke geschiedenis van 's Heer Arendskerke, deel 1, 's Heer Arendskerke 1957, deel II, Eindhoven, 1959. J. Verheul Dzn.: De kerkte 's Heer Arendskerke, in Bouwkundig weekblad jaargang 26,1906. Metdank aan de heer M. J. Geuze te 's Heer Arendsker ke voor het verschaffen van veel informatie. M.P. DE BRUIN De reis door de Vlaamse kustvlakte die wij 26 september 1981 hopen te onderne men, gaat dooreen gebied dat nog in heel wat opzichten aan bepaalde gedeelten van Zeeland, vóór de herverkaveling dan, herinnert. De lage weigebieden met de kronkelende wegen die de oude kreek beddingen volgen. Links en rechts de dorpstorens, maar deze hebben met de kerken, in de eerste wereldoorlog zwaar telijdengehad.Omde geschiedenis van Zeeland goed te begrijpen is de driehoek Knokke- Brugge met de punt naar bene den: Veurne, zowel historisch als cultu reel, van groot belang. NaarVeurne rijdend komen we ook in de IJzerstreekzo bekend als gevechtsterrein in de eerste wereldoorlog. Te Nieuwpoort loost dit riviertje zijn water naar zee. Nieuwpoort en ons jaartallen boekje. Maurits slag leverend in het duinterrein, dat vooral bij Koksijdezeer breed is. Bij dit laatste kustplaatsje kwamen vanonder hetduinzand nietalleen defundamenten van de grote kerk van de abdij Ten Duinen maar ook de ruïnes van de behuizingen van de kloosterlingen te voorschijn. Hier huisden de Cisterciënsers, genoemd naar het eerste klooster Citeaux. De Cisterciënsers Voor Zeeland is de komst van de Cister ciënsers naaronze streken (Zuid-Beve land en de Vier Ambachten) van groot belang geweest. In Zuid-Beveland kwa men zij in de jaren tachtig van de 12e eeuw. Niet alleen voor dat gebied was hun komst van betekenis ook omgekeerd voor deabdijenvanTenDuinenenTer Doest (een dochter van eerstgenoemde) was de verwerving van de Zuid-Beve- landse goederen een gewichtig moment. Dekkerzegt hiervan in zijn boek overZuid- Beveland: "Wij mogen zelfs spreken van een belangrijke mijlpaal in de geschiede nisvan hun expansie". Geheel hetwerkvan de Cisterciënsers ging uit van het hervormingswerk van Bernard van Clairvaux met als regel: bid en werk. Wij zouden bij de broeders van Ten Duinen en Ter Doest bij na kunnen zeggen dat het werken nog meer accent kreeg dan het bidden. In 1138 staat abt Fulco de Benedictijnerabdij Duinen bij Veurne af aan Bernardus en zijn Cister-

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1981 | | pagina 16