Inleiding in de
kerk te Kapelle
door G.J. Lepoeter
7
telaar of een heilige, aan wiens nagedach
tenis de kerk gewijd was, 'Vierkerken', zou
men kunnen zeggen.
In Jeruzalem was deTempel metdeark
van het verbond de plaats waarheen de
Joden bij bijzondere gelegenheden op
trokken om de voorgeschreven feesten te
vieren; in de tijd na de ballingschap had
den ze in hun eigen dorp of stad een syna
goge, die dienst deed - zo zouden we
kunnen zeggen - als lees- en leerplaats.
Vierkerk en Leerkerk
De christelijke liturgie heeft twee
hoofdelementen: de verkondiging door
lezing en uitleg van het woord, en de vie
ring van de sacramenten.
In de Rooms-katholieke kerk is allengs de
viering van de eucharisatie een overheer
sende rol gaan spelen. Daardoor nam het
in de kerk de voornaamste plaats in. De
bijzondere vierkerken stonden in hoge
ere: Jeruzalem, Rome, Santiago, maar
ook andere bedevaartsoorden, dichter bij
huis.
De reformatie brengt een ommekeerte-
weeg. Het zwaartepunt komt, bij diverse
groeperingen, te liggen bij het aspect
leerkerk; de bediening van de sacramen
ten (gereduceerd in aantal, en in beteke
nis: teken en zegel) wordt dan terugge
drongen naar het tweede plan. Voor het
eerst in de geschiedenis hadden we nu
zelfs te maken met lees-en leerkerken
zondereen centrale viertempel.
De oudste kerken in Zeeland hebben die
ommekeer meegemaakt. Om enkele gro
te stadsparochiekerken te noemen: Brou
wershaven, Tholen, Goes, Hulst heeft de
wisseling twee keer beleefd. Behalve op
radicale karakterveranderingen valter
bovendien nog te wijzen op accentver
schuivingen in de loop der tijden binnen
éénzelfde kerkelijke organisatie, katholiek
of protestant.
Religieus-functioneel
Natuurlijk is het bij de bouw van een
christelijke kerk altijd wel de bedoeling
geweest een mooi product af te leveren,
maar het is goed om te bedenken dat de
eisen van het religieus-functionele in gro
te trekken doorslaggevend waren. Oude
reisbeschrijvingen vertellen ook meer
overde relikwieën van een kerk, de alta
ren, en de heiligen, die er vereerd wor
den, dan over devormvanhetgebouwen
de uitvoering ervan puur esthetisch ge
zien. De aankleding met beelden en schil
derijen, in hoge mate bepalend voor de
geloofsbeleving, bedoelde de aandacht
te richten op de visueel gemaakte bood
schap. Maarookde vorm en de kleurvan
het gebouw als zodanig waren menig
maal gekozen om godsdienstige associa
ties, bijgedachten. De kruisvorm b.v.
moet daaropteruggaan.ennietopeen
constructieve of esthetische voorkeur
voor deze, uit bouwkundig oogpunt be
zien, niet voorde hand liggende gedaan
te.
Hetisdanookgoedomonderalleom-
standigheden het kerkgebouwte blijven
beschouwen als een functionele ruimte,
waarvan de vormen een symbolische be
tekenis hebben. Constantijn Huygens
spreekt ergens over het 'vat der kerke'; de
liturgische objecten worden door de wan
den, en pijlers en de ribben omvat en om
lijst, en door het gewelf- ook wel hemel
genoemd - overkoepeld. Dit geldt voor
een kapel met een enkel altaar in het klein,
en vooreen kerk met al haar altaren en de
preekstoel in het groot. Zoals een kapel
gebouwd werd voor een altaar. De wan
den vormen de achtergrond, de ribben de
omlijsting, het gewelfde overkoepeling,
de 'hemel' van het altaar. Hetzelfde kan
gezegd worden van de kerk in het groot
voor alle altaren en de preekstoel teza
men.
In de houten bekapping van onze kerken
zit, om zo te zeggen, het laatste restant
verscholen van de houten kerk. We ken
nen de houten kerken nog in de noordelij
ke landen, zoals: Scandinavië en Rusland,
Noord-Duitsland, de Nederlanden en
Noord-Frankrijk hebben ze in hun vroeg-
Middeleeuwse periode evenzo gekend.
Van lieverlee maakte het hout plaats voor
de steen, maarom praktische, construc
tieve redenen gebeurde dit niet met de
kap. Waar de kap van binnenuit in het
zicht bleef, deelde ze in de verrijking en
kleurgeving. Denk b.v. aan de apostel
beelden, nog steeds overgebleven aan de
voet van diverse oude kapconstructies
vanZuid-bevelandse kerken. Als eronder
de kap een gewelf komt, heeft dat een
praktisch nut: het gewelf bevordert b.v.
isolatie en is stofkap in het groot. Als het
gewelf van steen is, geeft het beveiliging,
Meneer de voorzitter, dames en heren,
Toen de heer van der Perk een aantal
maanden geleden de vraag aan me stelde
of ik bereid zou zijn hier vandaag voor U
iets te vertellen over de kerk van Ka pel Ie,
hebikdaaropzonderna te den ken,on
middellijk ja gezegd en wel omdat de kerk
van Ka pel Ie, meer dan welk ander histo
risch object ook, me erg na aan het hart
ligt.
met nametegen brand. Maartevens
wordt meteen gewelf aan de ruimte een
symboolvorm meegegeveneen speci
fieke betekenis. Die kan godsdienstig,
kosmisch, ofnoganders bedoeld zijn.
Erisgeenenkele reden om voor de pro
testantse kerk- overgenomen of nieuw
gebouwd- dit aspect als niet ter zake
doendete beschouwen. Erwerd veran
derd en aangepast. Omdat het gebruik
anders was, werd het godsdienstig 'ge-
bruiksding', de kerkruimte, anders inge
richt. De accenten kwamen anders te lig
gen, maar het wezen veranderde niet. De
aandacht werd nu verplaatst naar de
preekstoel. Soms bleef het koor, de
plaats, waar oorspronkelijk het altaar
stond, de vierplaats van het Heilig Avond
maal. In andere gevallen werd die vier
plaats overgebracht naar de voet van de
preekstoel, d.w.z. binnen of vóór het z.g.
doophek, dat als een soort van protes
tantse versie van het koorhek de preek
stoel omgaf. Dat deed men niet om de
leek (een benaming die door de protes
tanten toch al werd afgekeurd) buiten te
sluiten, maar wel om het bijzondere van
de plek te accentueren en ten gerieve van
het liturgisch functioneren ervan.
Boven die plaats van verkondiging en vie
ring van het sacrament is vaakeen hoog
heidssymbool aanwezig in de vorm van
een specifieke preekstoelbekroning, ter
wijl daarenboven het kerkgewelf, zoals
gezegd dikwijls aangeduid met de term
'hemel', zijn symbolischefunctie bleef
vervullen. Wanneer zulke gedachten bij
ons minderopkomen dan bij onze voor
ouders waarschijnlijk het geval was, ligt
dat wellicht meer aan ons en onze tijds
omstandigheden dan aan de zaken zelf.
Het heeft nog steeds zin erop te letten dat
het kerkgebouw bedoeld is als een 'vat',
zowel voor verkondiging als viering,
waarvan de vormgeving tevens symboli
sche betekenis heeft.
Maaralsiknuvandaagzie met welk groot
gezelschap we bij elkaarzijn en als ikdan
verder heb geconstateerd welke bijzon
der deskundige mensen er in ons midden
zijn, dan denk je bij jezelf: waar ben je aan
begonnen. Maarnustaikhierennu moet
het toch gebeuren, dus laat ik dan bij de
zen maar beginnen.
"Het landschap in onze streken zou min
der aantrekkelijk zijn zonder de kerkto
rens, die op bepaalde afstanden de lijn