19
-3
De preekstoel en het grote raam in de oostwand.
kaarsenstandaard op de voorste bank
zijn ook van oude datum. De
gerestaureerde banken voor de
kerkeraad aan de noordzijde en voor
de kerkvoogdij aan de zuidzijde zijn
zeer sober, mogelijk 18e-eeuws. Al
de overige banken zijn nieuw. Deze
werden na de laatste restauratie
geplaatst als geschenk van de
diakonie der gemeente.
De koperen kroon voor de kansel met
drie schildjes, waarop vroeger wapens
waren aangebracht, is erg oud.
Mogelijk dateert deze uit dezelfde tijd
als de preekstoel. De andere kronen
zijn latere schenkingen.
In de kapel aan de noordzijde hangt
een bord met de namen van de kerk
meesters en de bouwlieden, die
betrokken waren bij één van de
vroegere restauraties, namelijk die
van 1 804. Tot de laatste restauratie
hing dit bord boven het raam in de
oostelijke gevel en bedekte daar de
Het orgelfront.
initialen A.H. van de meester
metselaar en E.W. van de meester
timmerman, die de restauratie van
1 778 hebben verricht.
Het orgel
De Hervormde Gemeente van
Poortvliet kreeg in 1806 een fraai
orgel ten geschenke van Abraham
Dumont, koopman te Amsterdam en
zijn echtgenote Cornelia Jacoba van
Gaaswijk, die uit een voorname
familie te Poortvliet stamde. Al eerder
moet het echtpaar zijn plan kenbaar
gemaakt hebben, want in 1804
besloten de kerkmeesters op voorstel
van de predikant het gewelf van de
kerk te laten beschieten, wat onge
twijfeld met de komst van het orgel
verband hield. Blijkens het opschrift
op het hoofdgestel van het oxaal
werd het orgel 7 maart 1805
aanbesteed bij Abraham Meere te
Utrecht.
In die tijd waren er in de Zeeuwse
dorpskerken nog vrij weinig orgels en
wel omdat men op de meeste
plaatsen de financiële middelen
hiervoor niet beschikbaar had. We
kunnen dan ook veilig aannemen dat
men in Poortvliet met dit geschenk
erg ingenomen geweest is. Volgens
overlevering werd het orgel
geschonken op de conditie dat de
familie Dumont het recht had het
orgel weer terug te eisen wanneer het
zes weken achtereen niet zou zijn
gebruikt.
Op 26 juni 1 806 werd het orgel in
aanwezigheid van Abraham Dumont
en zijn vrouw in gebruik genomen. De
plechtigheid had een wat ander
karakter dan gewoonlijk bij de
ingebruikneming van een orgel
doordat de preek van ds. C. J. ter
Braak over psalm 1 50: 1 a en 4b
„Looft God in zijn Heiligdom met het
orgel" telkens met toepasselijke