20 muziek door de organist J. G. Milet de St, Aubin werd afgewisseld. Omdat dit één van de weinige door Abraham Meere nieuw gebouwde orgels is, wat bovendien vrijwel onge schonden bewaard is gebleven, kunnen we zonder overdrijving stellen dat de historische waarde erg groot is en dat het orgel klinkt zoals het destijds is afgeleverd. Een orgel met een graad van oorspronkelijkheid zoals maar weinig voorkomt. Ook aan de orgelkas en het oxaal heeft het echtpaar Dumont geen kosten gespaard. Het geheel is versierd met voor de empirestijl typerende motieven; in het kader van het verdere interieur bijna te weelderig. De restauratie Zowel de kerk als de toren zijn recentelijk, beide onder leiding van de bekende restauratiearchitect L. H. H. van der Kloot Meijburg, gerestaureerd. De kerk in de jaren 1 971 tot 1 973, de toren in 1 974 en 1975. Dat er de noodzaak was van een vrij ingrijpende restauratie van de kerk was al lang duidelijk. De eerste aanvraag voor subsidie van de kerk voogdij dateert al van 1 957. Tot 1966 gebeurde er echter niets, omdat tot dat tijdstip geen subsidie toezeggingen werden verkregen. Daarna kwam de zaak op gang. Het restauratieplan werd in 1967 ingediend en in 1968 goedgekeurd. De restauratie werd uitgevoerd door Albouw n.v. te Breda. Dit bedrijf was in 1971 met f 847.000,- de laagste inschrijver. Uiteindelijk bleken de totale kosten f 1.442.000,- te belopen. Op zich is het niet zo verwonderlijk dat de kosten hoger waren dan begroot. Als we hierbij alleen al bedenken dat men tussentijds tot de conclusie kwam dat het noodzakelijk was om de kolommen tussen midden schip en zijbeuken geheel te vernieuwen, waarvoor ingrijpende voorzieningen nodig bleken, dan is wel duidelijk dat dit ook in de kosten tot uitdrukking moest komen. De kolommen waren namelijk bij de brand in 1584 of 1585 ernstig beschadigd en nooit afdoende hersteld. Na de restauratie is de westelijke kerkingang via de toren, die nu samen met de zuiddeur dienst doet, weer in ere hersteld. Ook in Poortvliet moeten we spijtig genoeg constateren, dat het tijdens de restauratie opruimen van de dooptuin rondom de preekstoel geen verbetering is. Het nu min of meer open liturgisch centrum wat er voor in de plaats gekomen is, is naar onze mening een matig alternatief. De oude grafstenen die voor de preekstoel zijn neergelegd, hadden beter een andere plaats kunnen krijgen, bijvoorbeeld in de noordelijke zijbeuk. Ook bij de torenrestauratie, uit gevoerd door Huurman b.v. te Delft, zijn de oorspronkelijk geraamde kosten van f 433.000,- hoger geworden en opgelopen tot Het tochtportaal rondom de zuiddeur. f 600.000,-. De hoofdoorzaak was in dit geval de slechte toestand van het muurwerk. Het kerkhof Is de kerk verminkt, vooral door het afbreken van het koor, ook voor het kerkhof geldt dat. Zo te zien is het mogelijk al enkele eeuwen geleden dat men begonnen is met bebouwing op het kerkhof, vooral aan de west zijde. Dit veroorzaakt een onregel matig beeld en komt de ruimtelijke werking van kerk en toren niet ten goede. In dit verband dienen we ook een negatief geluid te laten horen over het gloednieuwe verenigingsgebouw, wat gebouwd is aan de oostzijde op de plaats van het koor. Dit gebouw ziet er uiterst solide en praktisch uit, maar de vormgeving en gebruikte materialen zijn toch wel erg in strijd met die van het kerkgebouw. Onbegrijpelijk dat de bevoegde instanties hieraan hun goedkeuring hebben gehecht! Het door leilinden overkoepelde pad over het kerkhof naar de zuiddeur geeft een bijzonder karakteristiek beeld. Naast de zuiddeur zien we in de kerkmuur een gedenksteen. Deze steen zit op de plaats waar in 1 650 een regenbak werd gemetseld, bedoeld om het water van de kerk op te vangen, om zodoende de mensen in de droge perioden als de regen bakken bij de woningen uitgeput Avondmaalszilver, gedeeltelijk nog 17e-eeuws.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1982 | | pagina 20