Tholen, de stad van Jan van Beaumont en de Heren van Blois 7 P. S. J. BEEKHOF-KOOLE Geschiedenis van Stad en Land Wie zich de tijd en het genoegen gunt een oude kaart van Zeeland uit de jaren 1000-1200 te bekijken, ziet heel veel zee, een grote boezem vol kreken en kleine eilandjes, overgelaten aan het spel van eb en vloed. En Adriaan Hollestelle, oud-lid van Provinciale Staten van Zeeland en opzichter van 's Rijks Waterstaat (1 832-1 922) zal wel gelijk gehad hebben, toen hij schreef, dat „de mensen toen leefden" van vogelen en vissen". Wat moesten ze anders doen om aan de kost te komen? Op zoek naar het oude Tholen wordt men met enig speurwerk vijf oude kernlanden gewaar en wel Scherpenisse, Poortvliet, Oudelande (St.-Maartensdijk), Schakerloo en Stavenisse. Zeeland is langdurig geteisterd door overstromingsperiodes (transgressies), maar omstreeks 1200 geraakte men weer in een fase, waarin de zee zich terugtrok. In die tijd vond men ook een middel om land te winnen: bedijking. Zo zijn vanaf de dertiende eeuw de vijf oorspronkelijke kernen tot één gebied aaneengegroeid en ontstond het eiland Tholen; de stad Tholen verrees in de nieuwe Vijftien honderd Gemeten Polder, ook wel Nieuw Schakerloo genoemd. Daarvoor had men met primitieve middelen een dijk moeten oprichten van elf kilometer lang. De Schelde liep in die dagen vanaf Antwerpen een beetje kronkelig door oostelijk Zuid-Beveland naar het noorden en wel naar het stroom gebied van de Striene. Daar was ook scheepvaart en viel er dus iets te halen. In dit geval door de Hertog van Brabant, die vanouds op de Schelde een geleide-tol en bakengeld liet heffen vanaf Vosvlietshille (later Vossemeer) tot de splitsing van Schelde en Honte. Hij had die tolheffing netjes over bepaalde trajecten verdeeld en zo werd het bakengeld voor het eerste traject oorspronkelijk te Tholen en Schakerloo geheven en werd de Heel duidelijk is het oude vestingpatroon van Tholen te herkennen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1982 | | pagina 7