1 7 De zuidwestzijde met het orgel op de achtergrond. (Foto: H. J. R. Weinreich) De tekst op de steen luidt: „Hier leyt begraven/Willem Janszoon lantmeter in sijne tijt/sterf ao dusent Vc/LVIII op te XXIII dach Augusto bidt voer de ziele. Aangespoord door het artikel van Greenhill is de bewuste zerk op initiatief van Delftse landmeetkundige studenten omstreeks 1960 opgenomen van zijn ongunstige plaats buiten de kerk en in de kerk onder het orgel neergelegd, naast de zerk van pastoor Ingel Ingelsen uit 1504. Een andere grafzerk die een paar jaar geleden werd verplaatst, is die van Adriaen Willem Witss tollenaer. Dit is een zerk uit 1527, die in het trottoir in de Zuidhoekstraat terecht was gekomen en in het begin van deze eeuw als stoep van het postkantoor dienst deed. Nu heeft deze grafsteen een plaats gekregen op het kerkhof naast het pad naar de zuiddeur. Het orgel Aan het orgel in de kerk van Baarland is door Kluiver ruimschoots aandacht besteed. Het is ingewijd op 1 oktober 1786 en hiermede was Baarland de eerste kerk op het Zuidbevelandse platteland (behalve de stad Goes dus) waar sedert de intrede der hervor ming een orgel geplaatst werd. Kloetinge zou in 1787 volgen en Nisse in 1 788. Het orgel is gebouwd door Joh. Jac. Moreau, waarschijnlijk in de periode 1752-1755. Toen het in 1786 in Baarland werd geplaatst was het dus niet nieuw, de herkomst is echter niet bekend door het ontbreken van archiefmateriaal. Volgens J. de Kanter, De Provincie Zeeland, is het orgel gesticht op last van M. Slabber, ambachtsheer van Baarland. Volgens andere bronnen is het bekostigd uit de kerkemiddelen en bijdragen van de gemeenteleden. Het instrument heeft een zeldzaam fraaie klank. Het bovenklavier heeft met zijn prestantenkoor een wat scherper omlijnd klankbeeld dan het met fluiten bezette onderklavier. Ook de afzonderlijke registers zijn bijzonder welluidend: helder, vol en zangrijk. De oorspronkelijke dispositie van het orgel is als volgt: Onderklavier: 1Holpijp 8' 2. Fluijt 4' 3. Klijnfluijt 2' 4. Cornet 3 st. disc. 5. Quint 2 2/3' 6. Dulciaan 8' (thans Viola di Gamba 4') Bovenklavier: 1Bourdon 8' 2. Prestant 8' disc. 3. Prestant 4' 4. Fluijt 4' 5. Octaaf 2' 6. Quint 2 2/3' Klavieromvang C-d'" Aangehangen pedaal C-g Ventiel; tremulant; gehalveerde druk- koppel. Ook de orgelkas en de klavieren zijn van een zeer hoog gehalte. Alle onderdelen zijn met grote accuratesse vervaardigd, onderkast en front zijn volkomen op elkaar afgestemd. Opmerkelijk is het verschil in stijl tussen orgelkas en galerij. De ornamentiek van het orgel is uit gesproken Louis XIV terwijl de galerij in Louis XVI-stijl is uitgevoerd. Het orgel moet ouder zijn dan de galerij, want de Louis XlV-stijl is hier te lande na het midden van de 1 8e eeuw in onbruik geraakt. Ook hieruit blijkt dat het orgel in 1 786 als een bestaand instrument is aangekocht. In de loop van enkele eeuwen zijn uiteraard

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1982 | | pagina 17