22
Grafsteen van Willem de Vriese van Ostende.
van Hoedekenskerke evenals die van
Ellewoutsdijk tot dit type. Deze
laatste is in 1944 in elkaar gebom
bardeerd omdat de toren door de
Duitsers in beslag was genomen, om
het prachtige uitzicht dat zij hier tot
ver over de Westerschelde hadden.
De stenen die men bij de restauratie
in Hoedekenskerke nodig had, konden
uit de ruïnes van Ellewoutsdijk
betrokken worden en de natuursteen,
bij beide kerken de ledesteen, waren
zozeer gelijk geprofileerd, dat ze
direkt bruikbaar waren.
Ook de dakruiter van de kerk van
Hoedekenskerke werd in 1944 door
de Duitsers gebruikt als uitzichttoren,
met het gevolg dat, eer de
Geallieerden vanuit Zeeuwsch-
Vlaanderen aan de dijk bij Baarland
landden, deze dakruiter danig onder
vuur werd genomen, waarbij ook de
kerk en de naaste omgeving menige
voltreffer kreeg. Bij de bevrijding van
het dorp hing die dakruiter er maar
gevaarlijk bij, zodat het een hele
puzzel werd hoe die er af te halen
zonder dat het kerkedak nog meer
beschadigd werd dan het reeds was.
Door dit alles werd een totale
restauratie van de kerk een noodzake
lijkheid en men mag zich gelukkig
prijzen dat deze geschied is onder het
kundige toezicht van Monumenten
zorg.
Eind van de vorige en in het begin
van deze eeuw was men ook al aan
het restaureren geweest, maar toen
naar eigen inzicht. De kerkmuren
waren aan de buitenkant bestreken
met cement, dat in vierkante vakken
was verdeeld. Maar deze bedekking
hield het niet meer. Er vielen hele
stukken af. Aan de binnenkant had
men de oude banken die langs de
muren stonden en de preekstoel
gesloopt. De toenmalige predikant
verkoos een podium, wat hem
gegund werd. En de stoelen van het
middenvak werden vervangen door de
banken die er nu nog staan.
Door de hoogte van de kerk (1 5
meter van de vloer tot de nok van het
gewelf) was het moeilijk de kerk te
verwarmen, waarom men, meters
lager, een tongewelf heeft aan
gebracht. Daarbij heeft men de naar
onder doorlopende oude gewelf-
ribben, die eindigden in de koppen
van de twaalf apostelen die daarvan
het sluitstuk vormden, afgezaagd. Ze
zijn verdwenen en sindsdien mist
deze kerk de symboliek van de
apostelen die het dak van de kerk
dragen, waaronder wij mogen
schuilen. Die restauratie uit het laatst
van de vorige en het begin van deze
eeuw is een voorbeeld hoe men niet
met een oude kerk moet omgaan. Het
is daarom een goede zaak dat er
tegenwoordig meer gewaakt wordt
over het oude cultuurbezit, dat ons
verbindt met voorgaande geslachten.
En meestal is de kerk nog het enige
monument in onze dorpen dat door
de eeuwen heen is blijven bestaan.
Wat er nu nog staat in Hoedekens
kerke is slechts het koor van de oor
spronkelijke kerk. Hoe die er vroeger
heeft uitgezien, kunnen we alleem
maar gissen. Er is geen tekening of
gravure van de vroegere toestand
overgebleven. Wanneer Monumenten
zorg bij een restauratie betrokken is,
gaat men gewoonlijk ook na hoe
vroeger de toestand kan zijn geweest.
Het oudste gedeelte van de
oorspronkelijke kerk die hier heeft
gestaan, is afgebroken, misschien in
de tweede helft van de 18e eeuw. In
Tegenwoordige Staat (1 753) staat
nog aangetekend over Hoedekens
kerke: „Dit Dorp heeft eene
bekwaame ligtige Kerk met een
tamelijk hoogen Tooren". Dat kan
moeilijk slaan op de dakruiter die nu
de kerk siert.
Toen men de rest van de kerk afbrak,
werd het koor afgesloten met de
westelijke muur, die bij de restauratie
na de tweede wereldoorlog een rond
raam heeft gekregen, zodat hij niet
alleen een eenzame stenen vlakte
meer was.
De fundamenten van die westelijke