AH4>
E-wr
De middeleeuwse kerk
Beeld van het hemelse Jeruzalem en huis van het volk
7
vertelde onderweg over de Mossel
en Krabbekreek en over de Hollare-
polder, genoemd naar Marinus
Hollare (ook wel Hollaer), geboortig
uit Vlissingen, die als vice-admiraal
van Zeeland en als zodanig bevel
voerend over de Staatse vloot in
1631 de Spanjaarden en de
dissidente Johan van Nassau in de
Mosselkreek versloeg en daarmee een
grote overwinning behaalde. Zo'n
detail verlevendigt de zaak.
Nu dus Stavenisse, een plaats die in
1953 in de bekende rampnacht door
een dijkdoorbraak bij de haven geheel
verwoest werd, gepaard met talloze
slachtoffers, iets, dat deze middel
eeuwse nederzetting in 1509 ook al
overkomen was. De nieuwe polders
vertonen nu dan ook een moderne
perceelsindeling met rechte kavels, 't
Veertje op Vianen is verdwenen, zoals
de laatste honderd jaar 77 van de 80
veerdiensten opgeheven zijn. De toren
van Stavenisse dateert uit de 17e
eeuw en heeft een aardig houten
koepeltje, de kerk is van 1 91 0. We
Kerk te St.-Maartensdijk.
Detail preekstoel uit 1 7e eeuw.
Poortvliet. De initialen A.H. van de meester
metselaar en E.W. van de meestertimmerman.
waren daar graag binnengestapt om
het door Rombout Verhulst gebeeld
houwde marmeren grafmonument
van Hieronymus van Tuyll van
Serooskerken te bewonderen, maar
men kan op zo'n tocht helaas niet
alles meenemen. We reden dus door
in de richting St.-Maartensdijk, maar
stonden nog even stil bij de door een
gracht omgeven grote hofstede
„Reigersbergh" met zijn merk
waardige ovale ramen.
De kerk van St.-Maartensdijk wekte
terecht een ieders bewondering op.
De beschrijving ervan kunt u, als van
alle bezochte kerken, in het Bulletin
van 8 april 1982 vinden.
Een omweg om ons ook een blik te
gunnen op het merkwaardig uiterlijk
(het lage ingebouwde torentje!) van
het kerkje van Scherpenisse bracht
onze chauffeur even in moeilijkheden
en deed ons vrezen achteruit naar
Middelburg terug te moeten reizen.
Niettemin bereikten we het op een
verhoging gelegen ringdorp
Poortvliet veilig, liepen door het
beroemde lindelaantje en werden
daar in de hoge basiliek begroet door
het „Wilhelmus" en „God save the
Queen". Ons oog werd andermaal
getrokken door de dichtgemetselde
spitsboog naar het vroegere koor met
het jaartal 1 778 (van de koor
afbraak?) met daarnaast de initialen
van de meester-timmerman (mèt
timmermansbijl) en meester
metselaar (mèt troffel).
Toen was een ieder min of meer aan
het eind van zijn latijn en aan een
warme kop in het gemeentehuis van
Poortvliet toe. Daar dankte de heer
Van Aartsen de organisatoren van de
excursie, de heren Van der Perk en
De Bruin, uit aller naam van ganser
harte voor alle zorgen en
inspanningen en moedigde degenen,
die zich nog niet als donateur gemeld
hadden, aan, dit alsnog snel te doen.
Een zeer tevreden gezelschap keerde
huiswaarts; doordat een deelnemer
onderweg met de hoed rondging,
deelde ook de chauffeur in het
algemeen genoegen.
Wie niet mee kon gaan, kan spijt
hebben. Maar dat hebt u uit het
bovenstaande verhaal al begrepen.
P. S. J. BEEKHOF-KOOLE
De oude Grieken wisten al, dat het
begin van alle wetenschap en kennis
de verbazing is, de nieuwsgierigheid,
de vraag, waarom de dingen zijn
zoals ze zijn. Zo lopen we soms jaren
lang met vraagtekens rond, tot studie,
of een cursus of een interessant boek,
dat ons min of meer in de schoot valt,
de stukjes van de legpuzzle, die ons
zozeer heeft beziggehouden,
plotseling op hun plaats doet vallen.
Zo heb ik jarenlang de grote middel
eeuwse kerk voor ogen gehad en me
afgevraagd, hoe het mogelijk geweest
is met toch primitieve technische
hulpmiddelen zo'n schitterend bouw
werk neer te zetten. Wie waren de
bouwmeesters en waar hebben ze
hun kennis vandaan gehaald? Wat
heeft de middeleeuwse mens tot
zulke prestaties gedreven? Hoe kon
dit alles gefinancierd worden?
Berusten de verhalen over de
anonimiteit van bouwmeesters en
beeldhouwers, over monniken, die
blijkbaar van nature mooie abdij
kerken neer konden zetten, over vrij
willigers, die, door grote geloofsijver
gedreven, hun steen bijdroegen, op
waarheid of zijn het slechts dierbare
legenden?
Bestudering van de hieronder
genoemde boeken heeft me niet tot
een deskundige, maar wel een beetje
wijzer gemaakt. En daarom beschouw
ik het als een voorrecht u hierover in
ons Bulletin een en ander te mogen
vertellen.
Romaans en Gotisch
Terwijl wij altijd gehoord hebben, dat
er een wezenlijk verschil tussen de
Romaanse en Gotische stijl bestaat,
ziet Jean Gimpel in zijn „De Bouw
van een Kathedraal" dat geheel
anders. Sprekend over de ontwikke
lingen in Frankrijk wijst hij erop, dat
er wèl een enorm verschil tussen een
kerk uit het midden van de elfde en
een, die gebouwd is op het eind van