15
Meliskerke
het geheel gerestaureerd door de
firma Van Vulpen te Utrecht.
De dispositie van het orgel is thans
als volgt:
1Holpijp 8'
2. Octaaf 4'
3. Octaaf 2' bas/disc.
4. Cornet 3 st.
5. Quint 3'
6. Sesquialter 2 st. disc.
7. Mixtuur 2-3 st. bas/disc.
8. Dulciaan 8'
Tremulant. Ventiel. Klavieromvang C-
d"\
De intonatie van het pijpwerk is met
grote zorg geschied. De speelaard is
aangenaam, de registertractuur loopt
zeer soepel. Het orgel heeft een zeer
mooie, serene klank met een fijnheid
en helderheid die dergelijke, voor
particulieren gebouwde instrumenten,
vaak kenmerkt. Opmerkelijk is dat de
Met het slanke, bijna fragiele
klankbord is dit een waardevol
geheel. De trap van de preekstoel is
niet origineel en had zeker wat beter
in stijl mogen zijn. Het zilveren
doopbekken aan de preekstoel
opgang, een geschenk van de
ambachtsheer uit het jaar 1801, is
tamelijk opvallend. De koperen
houder, waarin het bevestigd is,
herinnert waarschijnlijk aan het
oorspronkelijke koperen doopbekken.
De in vergelijking met het overige
meubilair forse ambachtsherenbank in
Lodewijk XV-stijl tegen de
noordwand, is nogal overheersend.
Deze bank dient nu als zitplaats voor
de kerkvoogdij.
Op de bescheiden avondmaalstafel
staat een antiek tinnen
avondmaalsstel; passend, maar wel
wat uitdagend in deze tijd!
Het orgel
Het orgel in deze kerk is een
bijzonder fraai instrument met een
grote cultuurhistorische waarde. Het
is van oorsprong een huisorgel, in de
eerste helft van de 1 8e eeuw door de
Duitse orgelmaker Peter Weidtman
gebouwd voor een particulier in
Middelburg of Vlissingen. In de
ventielkast is aangetekend dat J. A.
Mennes het orgel in 1859
restaureerde. Mogelijk gebeurde dit
ter gelegenheid van de plaatsing in
de Hervormde Kerk te Meliskerke. In
1 903 is het orgel hersteld. In 1 963 is
Avondmaalskari en -schotel
Meliskerke West- en zuidzijde N.H Kerk Meliskerke. Noordzijde N H Kerk