18 de eerste stad in de Nederlanden, die zich zonder hulp van buitenaf van het Spaanse juk had bevrijd. Nadat de Spanjaarden waren verdreven, werd de leider van de „citadelbouw". Don Pachieco opperkrijgsbouwmeester van Alva, komende met zijn schip in Vlissingen, gevangengenomen, gevonnist en opgehangen als wraak neming tegen Alva. Het bouwwerk, voor zover reeds aanwezig, werd gesloopt. Betere tijden braken voor Vlissingen aan; de stad werd één der zes stem hebbende steden van Zeeland. Bij tractaat van 1 0 augustus 1 585 volgde verpanding van Vlissingen met het fort Rammekens (en Den Briel) aan koningin Elisabeth van Engeland in ruil voor militaire hulp aan de Staten-Generaal; het pandschap duurde tot 161 6. In de 1 7e eeuw, toen ook de vesting werken door Prins Maurits werden verbeterd, kende de stad grote bloei, die weer gepaard ging met haven uitbreiding. De internationale handel speelde een grote rol; de toenmalige rederij Lampsins heeft nu nog een bekende klank in Vlissingen. Het Franse bewind op het eind van de 1 8e en begin 1 9e eeuw was minder plezierig. Napoleon zou van Vlissingen een sterke vesting maken; een gordel van bastions, ongeveer 1800 meter landwaarts van het Vlissingse waterfront was daarvoor bestemd. Het resultaat was dat de Engelsen om Walcheren te bevrijden in 1 809 een bombardement op Vlissingen uitvoerden. Daarbij ging onder andere het prachtige stadhuis op de Grote Markt door brand verloren. De oorlog van 1940/45 eiste van Vlissingen nogmaals een tol door haar strategische ligging. Walcheren kwam onder water en in Vlissingen dat omkaad was werden vrijwel alle gebouwen door oorlogshandelingen zwaar of licht beschadigd. Uit al die verwikkelingen zijn slechts enkele monumenten voor Vlissingen overgebleven zoals de Gevangen toren, overblijfsel van de middel eeuwse vesting en onderdeel van de toenmalige noordelijke hoofdtoegang - de Westpoort of de Gevangenpoort - tot de stad. Van de vijf poorten die Vlissingen had is alleen het zogenaamde Keizersbolwerk - de Waterpoort - bij het standbeeld van Michiel de Ruyter nog intact. Ook de Sint-Jacobskerk, die het meermalen zwaar te verduren heeft gehad en in 1911 zelfs totaal uitbrandde maar weer herrees, behoort tot de monumenten, die mede het silhouet van Vlissingen bepalen. Sint Jacobskerk De oudste kerk van Vlissingen werd in het begin van de 14e eeuw 1 308- 1328) gebouwd nadat de parochie Nieuw-Vlissingen was gescheiden van wat men later Oud-Vlissingen pleegde te noemen. Het bouwwerk, aanvankelijk een bescheiden kerk, kreeg de naam Sint- Jacobskerk met als schutspatroon Jacobus de Meerdere. De kerk, opgetrokken in de vroeg-gotische bouwstijl en omstreeks 1 500 vergroot tot kruiskerk werd een middelpunt van bezinning en een plaats waar de wederwaardigheden en de lotgevallen van de stad tot uiting kwamen of werden en nog worden herdacht. Een min of meer bewogen periode begon al in de eerste eeuw na het gereedkomen van de bouw. Er ontstond onenigheid over het kerkelijk recht in Nieuw-Vlissingen tussen de abten van de Middelburgse abdij en de heren van het slot Sandenburgh bij Veere. Na veel getwist werd het pleit beslecht toen paus Innocentius op 16 september 14902) de incorporatie van de Sint- Jacobskerk te Vlissingen in de Sint- Maria-abdij van Middelburg bevestigde. Voortaan behoorde het kerkelijk recht van Vlissingen aan de Middelburgse abdij en werd vandaar één der kanunniken belast om de dienst in Vlissingen waar te nemen. Alleen de naam Vrouwestraat in Vlissingen herinnert thans nog aan de Middelburgse periode van de Onze Lieve Vrouwe-abdij. In die 1 5e-eeuwse periode werd de kerk aanzienlijk uitgebreid. Het huidige dwarspand kwam op het eind van de 1 5e eeuw tot stand. Vervolgens kwam er ook behoefte aan meer ruimte voor bijzondere doelen, waarbij het gildewezen een belangrijke rol speelde. Naast de zij beuken van het kerkschip werd een tiental kapellen gemaakt waarin elk gilde een eigen altaar kreeg3). De bevrijding van Vlissingen in 1 572 van het Spaanse juk bracht ook voor de Sint-Jacobskerk een grote verandering. De kerk werd toen ingericht voor de protestantse ere dienst, die op 23 september van dat jaar voor het eerst plaatsvond. Vervolgens verbleven tussen 1585 en 1616 Engelse troepen in Vlissingen die tijdens de verpanding aan Enge land, door koningin Elizabeth naar Vlissingen waren gezonden. Mede door het verblijf van vele Britse koop- en zeelieden ontstond in Vlissingen een Presbyteriaanse gemeente. Daar voor werd in 1 628 het noorderdwars- pand van de Sint-Jacobskerk, dat reeds als Waalse kerk gebruikt was en door een tussenmuur van de kerk was afgescheiden, voor de Engelse diensten ter beschikking gesteld. Die situatie is tot 191 1 blijven bestaan, toen de kerk afbrandde. De rampen, die het monumentale gebouw hebben getroffen en de daarop gevolgde restauraties, worden hierna uitvoeriger behandeld. Het exterieur Wanneer de Sint-Jacobskerk uit het westen wordt bezien, springt de nauwe verwantschap met de Sint- Laurenskerk te Rotterdam het meest in het oog. Evenals in Rotterdam twee brede topgevels (corresponderende met de zijbeuken van de kerkruimte) aan weerszijden van een in de kerk gebouwde toren, waarachter het middenschip zich uitstrekt. Traceringen De gotische ingangspartij in de rechter westgevel is evenals alle raamtraceringen, die zich in het gebouw bevinden, een produkt van de fantasie van de restaurateurs van na 1911. Veel ramen hebben thans een drie- of vijfledige indeling, in afwijking van de oorspronkelijke indeling in tweeën. Dak De zuidzijde van de kerk, die aan het zogenaamde „groene kerkhof" (thans plantsoen) geheel vrij ligt, geeft een goed zicht op alle onderdelen. Evenals in Rotterdam maakt de dak helling van het schip een knik, om, behalve de zijbeuken, ook de daar langs lopende reeks kapellen nog juist te kunnen overspannen. Schip Voor de bouw van genoemde kapellen moest de zijmuur van het schip verlaagd en naar voren geplaatst worden. Men heeft daarbij mogelijk het oude materiaal, vrij grote rode baksteen - „Zeeuwse moppen" - opnieuw gebruikt. Dakruiter De in 1751 afgebroken dakruiter, die op de kruising stond is bij de restauratie niet hersteld. Hierdoor is

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1983 | | pagina 18