26
Rouwbord van Geleyn Lampsins, Heer van Brigdamme, gehuwd met Alette Coymans.
't Schild (no 5) vertoont de wapens van Lampsins (lam). Velden (klaverbladen), Munniks (monnik) en de
Budt (botjes).
Hartschild: Brigdamme.
Walcheren vergane schip
„Woestduin".
Het monument bevat een Latijns
opschrift, een gebeeldhouwde
voorstelling van de schipbreuk, het
wapen van de overledene en zijn
portret. Het monument, dat veel van
het zout te lijden had, is in 1 974
gerestaureerd. De naaldvorm van het
gedenkteken is in de overgang van de
1 8e naar de 1 9e eeuw vaak
toegepast. De vertaling van het
opschrift luidt:
„Deze steen doe bewaard blijven den
naam van Daniel Octavius Barweii,
die, toen hij uit indië teruggekeerd, zijn
vaderland trachtte te bereiken, aan
deze kust gestrand, door schipbreuk is
omgekomen, 25 juii 1779, oud 23
(jaar).
Zooveel had hem de natuur
geschonken; zooveel hadden zijne
studiën daaraan toegevoegd, zoodanig
was de bevalligheid van zijn karakter,
zoodanig de zachtheid van zijn geest,
dat niet alleen zijn vrienden in hem
hun lieveling betreuren, maar dat het
gansche menschenges/acht treurt, dat
hun in hem een sieraad werd ontrukt.
Al wat den stervelingen gegeven
wordt, om te verwerven en te bezitten,
is onbestendig en vergankelijk, de
deugd alleen zal altijd leven. "6)
Jaartalsteen
Langs de noorderzijbeuk terugkerend
vindt men in de tweede zijkapel op de
kruising van de gewelfribben, een
rozet met het jaartal 1 558. Aan
genomen wordt dat dit het jaar is
waarin de overwelving werd voltooid.
Monument Coole
In de vierde zijkapel van de noord
zijde is een wandornament
aangebracht ter ere van Jan
Lambrechtsen Coole (1 565-1 61 9), in
leven burgemeester van Vlissingen en
één der eerste bewindhebbers van de
Oost-Indische Compagnie. Het
monument is door de brand van 191 1
zwaar beschadigd. Het Latijnse
opschrift luidt vertaald aldus:
„Daar de wijze Coolenius (Coole) wist,
dat de wereld niets is dan een ijde/e
droom der dingen, en dat de schatten,
die tevergeefs opgehoopt worden,
vergankelijk zijn, heeft hij gezegd:
Alles is opschik en heeft hij den
loomen grond onder den voet
getreden. Hij kon in waarheid weten,
dat alles opschik is, die in waarheid
wist, dat de wereld niets is.
en daaronder met grote letter het
volgende opschrift waarvan de
vertaling als volgt luidt:
„Gedenkteeken van J. L. Coole van
huize een Vlissinger en bij zijn leven
burgemeester van die stad. Onder de
eerste (bestuurders) van het groote 0.
en IV. Indie, maar eveneens onder de
eerste onderzoekers van Guinea en
Nova Terra, geboren Anno 15)65,
gestorven Anno 1619, 9 Maart."7)
Doopruimte
In de noordelijke zijbeuk is een
koperen lezenaar uit 1652, afkomstig
van het vroegere doophek, geplaatst.
Daar hangt tevens een naamlijst van
de Vlissingse predikanten (aantal
154).
De eerste predikanten waren mr.
Jacobus Baselius en mr. Johannes
Gerobolus. Verder komt men in de
reeks bekende namen tegen zoals bij
voorbeeld ds. A. S. Talma (1 864-
1916), de grote sociale hervormer,
die van 1 891 -1 895 predikant was in
de Sint-Jacobskerk.
De Ruyterraam
In 1957 is bij gelegenheid van de
350-jarige viering van de geboorte
van de Nederlandse vlootvoogd
Michiel Adriaenszoon de Ruyter te
Vlissingen het denkbeeld gerezen in
de Grote- of Sint-Jacobskerk, waarin
De Ruyter is gedoopt en in het
huwelijk trad, een gebrandschilderd
raam te doen aanbrengen dat aan de
Admiraal en aan de voornaamste
gebeurtenissen uit zijn leven zou zijn
gewijd.
Na enkele jaren van voorbereiding
bleek het mogelijk om in december
1962 aan de bekende Haagse
glazenier Pieter A. H. Hofman de
opdracht voor het ontwerp en de
latere vervaardiging van een gebrand
schilderd gedenkraam te geven. Eind
1963 begon hij aan de vervaardiging
van een raam van 12,5 x 4 m. Op
10 juli 1 965 overleed de heer
P.A.H. Hofman, 80 jaar oud. Zijn
werk als glazenier was gereed. De
verdere afwerking en plaatsing