5
N.V. is ook een uitgeverij verbonden;
beide vormen een bijdrage tot meer
werkgelegenheid in deze streek.
„Een Norbertijner Abdij", zo vertelt de
jonge Broeder Jacques ons in
Averbode met een glimlach, „staat
rechtstreeks onder de Abt en de Paus,
maar die is ver weg." Op het ogenblik
zijn er in ons land nog twee
Norbertijner Abdijen in functie, die
van de Zusters Norbertinessen „St.-
Catharinadal" (het 16e-eeuwse Slotje
De Blauwe Kamer) te Oosterhout en
de Abdij van Berne te Heeswijk. De
beroemde Norbertijner Abdijen in het
noorden, „Mariëngaarde" te Hallum
en „De Bloemhof" bij Wittewierum
zijn helaas verloren gegaan. In België
zijn er nog zeven bewoond, naast
Averbode onder andere Grimbergen,
Postel en Tongerlo.
En dat, terwijl op het eind van de
middeleeuwen er nog 600 Norber
tijner Abdijen en kleinere gemeen
schappen in heel Europa waren! De
grootste klappen zijn gevallen in de
tijd van de Reformatie, tijdens de
Beeldenstorm, toen de Broeders van
Averbode 26 jaar in hun Refugiehuis
in Diest in ballingschap moesten
leven. En gedurende de Franse
Revolutie, toen in 1 796 door de
Franse regering alle kloosters, vooral
in België en Nederland, werden
opgeheven. Plet klooster van Aver
bode, gedurende 40 jaar verlaten en
in die tijd leeggeroofd, werd in 1834
weer betrokken door zes oud-Aver-
bodiënzers, terwijl vier jongeren zich
bij hen aansloten.
Norbertijn wordt men pas na een
vooropleiding van vijf jaar: twee jaar
is men novice, drie jaar een jonge
frater of junior. Elk jaar melden ook
nu nog jongeren zich aan, maar de
helft vertrekt weer na kortere of
langere tijd. Norbertijnen blijven
levenslang tot het klooster behoren,
waar ze zijn ingetreden.
Tot zover het verhaal van de heer De
Bruin in de bus tussen Middelburg en
Antwerpen, aangevuld met toelichting
van Broeder Jacques en met de
informatie, die ik uit de onder dit
artikel vermelde boekjes putte.
De Abdij van Averbode,
waar „de slechten er zijn om van de
goeden Heiligen te maken" (Broeder
Jacques), ligt op een heuvel op de
grens van de bosrijke Kempen en
Plageland, even voorbij Veerle,
ongeveer tien kilometer van Diest.
We kwamen er te laat aan, doordat
de stop in Antwerpen door om-
Vóórgevel (westzijde) van de kerk van Averbode
met beelden van de Madonna, Norbertus en
Johannes de Doper.
standigheden langer had geduurd dan
was voorzien. We raakten daardoor
de ganse dag een beetje in tijdnood,
wat me, vooral wat Averbode betreft,
tot dit moment nog spijt. Want we
werden zo bijzonder vriendelijk
ontvangen door de jonge Broeder
Jacques, die ons letterlijk alles wilde
laten zien en die zo enthousiast kon
vertellen over „zijn" Abdij. „Een
klooster is een beweging, die hoogten
en diepten kent". „Norbertus zou
verschieten, als hij de omgang tussen
ouderen en jongeren nu mee
maakte
Wij, ongeveer 150 deelnemers, zagen
maar een deel van het klooster
complex, de kruisgang, de kapittelzaal
en de sacristie en heel veel andere
mooie en interessante dingen
moesten we laten liggen.
We stonden dan allereerst voor het
uit omstreeks 1 340 daterende Poort
gebouw, van bruine ijzerzandsteen,
typerend voor de Demerstreek, en
zagen omhoog naar de na de
restauratie van 1910 in nissen
geplaatste nieuwe beelden: boven de
grote poort Maria met het Kind,
verder Catharina, Johannes de Doper,
Petrus, Paulus en Laurentius. Boven
de kleine doorgang - precies de
Middelburgse Balanspoort! -
Gummarus, de patroon van Arnold
van Tuldel, Abt tijdens de bouw. In de
nog niet gerestaureerde achtergevel
staat in het nisje boven de grote
poort het afgietsel van een zoge
naamde Moeder van Smarten, de
Mater dolorosa, daterend uit de vijf
tiende eeuw, toen de Christenheid
vooral „de gave der tranen" had. Het
originele houten beeld werd in 1963
gerestaureerd en wordt sindsdien in
de Abdij bewaard.
Rechts van de Poort staat een mooi
gebouw met muurankers, die het
jaartal 1651 vormen, het jaar van de
restauratie. De ramen, oorspronkelijk
stenen kruisramen, zijn in de 18e
eeuw groter gemaakt. Nu dient de
benedenverdieping tot woning voor
de pastoor-deken en zijn mede
pastoor, want de Abdijkerk is tegelijk
parochiekerk. Op de bovenverdieping
waren eertijds graanzolders, nu zijn
daar kamers voor Abdijgasten
gemaakt. In 1734 is de gevel geheel
vernieuwd van het gebouw links van
de Poort en wel zo, dat het door een
bogengalerij met de kerk verbonden
werd. Dit was vroeger het koetshuis,
nu Abdijboekhandel „De drie
Provinciën" (Antwerpen, Limburg en
Brabant).
Averbode is in de 17e en 18e eeuw
ingrijpend verbouwd en na de grote
brand van 29 december 1942, die
alle Abdijgebouwen met uitzondering
van de kerk, kapittelzaal en sacristie
verwoestte, in 1953 weer
gerestaureerd.
De kerk, die er nu staat, vertoont van
buiten en van binnen de stijl van de
barok, het is de vierde, die op deze
1 7e-eeuwse ingangsdeur van de kerk te
Averbode.