9
Transept en schip van de St Rombouts te Mechelen
De St. Rombouts Kathedraal is een
hoog-gotische basiliek van behoor
lijk formaat; het middenschip,
verdeeld in zes traveeën en
geflankeerd door zijbeuken, is bijna
honderd meter lang en wordt op 28
meter hoogte door stergewelven
gedekt. Het koor, 30 meter diep en
verdeeld in drie traveeën, heeft een
kooromgang en zeven straalkapellen;
het transept heeft een lengte van 41
meter, een breedte van 12 meter.
In de 1 6e en 1 7e eeuw is het
oorspronkelijke meubilair verloren
gegaan of gestolen, zo verging het
ook veel van de in de kerk aanwezige
retabels en schilderijen. Wat nu in de
kerk staat of hangt, is afkomstig uit
de oude kapel van de Zusters
Norbertinessen van Leliëndael te
Mechelen. Het is een indrukwekkende
kerk, eigenlijk één groot mausoleum
voor vele aartsbisschoppen en
kardinalen.
Men kan, wat het interieur betreft,
zijn bedenkingen hebben. Voor mij is
het althans de vraag, of je preek
stoelen, altaren en triptieken, kortom
kunst uit de tijd van barok en rococo
(17e en 18e eeuw) zonder meer in
een middeleeuwse kerk neer kunt
zetten. Het zinnetje „dat je met je tijd
mee moet gaan" maakt op mij in dit
geval geen grote indruk, wél kan ik
vatten, dat het op een gegeven
moment niet anders heeft gekund.
Dagenlang heb ik erover lopen
piekeren, wat het toch geweest is, dat
me zo stoorde en korzelig maakte in
deze kerk. Tot ik op de gedachte
kwam, dat daar twee heel
verschillende denkwerelden botsen;
die van de middeleeuwer, die leefde
uit de Openbaring en die van de
achttiende-eeuwer, die de Verlichting
had meegemaakt en de mens en zijn
„rede" het allerbelangrijkste vond.
Hoe het zij: we hebben daar in
Mechelen toch heel veel moois
gezien: de rococo preekstoel (1 722)
van Michiel Vervoort, het marmeren
hoogaltaar (1665), uitgevoerd door
de Mechelse beeldhouwer Lucas
Fayd'herbe en bekroond met het
beeld van St. Rombout. De 24 houten
paneeltjes, uitgevoerd door Colijn de
Coter (eind 1 5e-begin 1 6e eeuw) die
het leven van St. Rombout uitbeelden,
bleken, na restauratie, nog niet
teruggeplaatst te zijn in het transept.
Wèl zagen we daar twee mooie, grote
glasramen, de één van Pluijs (1860),
de andere, een modernere, van Ladon
(1935) met de verheerlijking van
Maria. In de zuidelijke arm van het
dwarsschip hangt ook een groot
schilderij van Anthonie van Dyck:
Christus aan het kruis (1627).
Tenslotte stonden we stil bij twee
grafmonumenten. Het eerste is
opgericht ter ere van Antoine
Perrenot, Kardinaal van Granvelle
(1517-1 586), minister van Karei V en
Filips II, aartsbisschop van Mechelen
en invloedrijke raadgever van de
Landvoogdes Margaretha van Parma,
Interieur van schip en koor van de Sint-
Romboutskathedraal te Mechelen. Tegen de
zuilen in de middenbeuk staan 17e-eeuwse
apostelbeelden van de Colijns de Nole en de van
Milderts uit Antwerpen.
Hoogaltaar met beeld van St. Rumoldus,
ontworpen door de Jezuïet G. Hesius en
uitgevoerd door de Mechelse beeldhouwer L.
Faid'herbe.