10 De middenbogen en het plafond. Het laatste is in 1861 aangebracht Er was eerst een „open kap", dat wil zeggen dat men vanuit de kerk de (beschilderde) constructie van de dakstoel kon zien. en idem die van de voet van de dakruiter Het plafond van 1861 was gewit De huidige beschildering dateert vermoedelijk uit 1904 Op het „hoge bocht" zijn de oudste kleurlagen niet aanwezig. Dit zou er op kunnen wijzen, dat het nieuw aangeschaft is in het begin van de 19e eeuw, nadat een vorig in de revolutie-tijd is verwijderd. Een gang van zaken die ook elders wel wordt aangetroffen. De eiken preekstoel was in 1 770, voor zover valt na te gaan, niet geverfd, maar blank gevernist. Van een oude, 17e eeuwse, kleurige beschildering ervan is evenmin een spoor te ontdekken. Wel is hij in de 1 9e eeuwse periode van oker en geel houtnerf beschilderde banken meegenomen om der wille van de eenheid van het geheel. Eerst later is hij weer van die verflagen ontdaan. Veranderingen sedert 1770 De kleur van het houtwerk is niet de enige verandering die het interieur in de loop van de tijden onderging. Om het euvel van de koude voeten tegen te gaan werd, toen er toch niet meer in de kerk werd begraven4'), een plankier in het middenvak aangebracht, met daarop vaste banken. Er kwam verwarming in de vorm van een kolenkachel (voor het eerst in 1 904«), de pijp door het raam gestoken). Genoemd werd reeds de plafonnering in twee vakken. De aanschaf van een orgel is hiervoor reeds ter sprake gekomen.Het voorlezersgestoelte is enige tijd geleden weggehaald.") In de plaats daarvan wordt nu een vrijstaande verplaatsbare lessenaar gebruikt. Een dito doopvont verving de doopring met doopbekken aan de voet van de preekstoel. Er kwam een „symbolische", permanent opgestelde avondmaalstafel. In grote trekken echter bleef het gebouw niet alleen uitwendig, maar ook inwendig de charme behouden die de bouwmeester van 1 770 er aan gegeven heeft. Indien bij gelegenheid van reparaties of herstel verdere veranderingen wenselijk worden geacht, valt het te hopen dat men even stijlvolle oplossingen zal weten te bedenken als in 1 770, opdat het charmante gebouw met zijn intieme interieur tot in lengte van dagen een hoofdsieraad mag blijven van de plaats. Het gebruik van het gebouw Voor velen is het overbodig om te besluiten met mededelingen over het gebuik van het kerkgebouw. Voor anderen echter zullen die een aanvulling vormen van hun kennis, die zal bijdragen tot een beter begrip van het fungeren van een ruimte ingericht voor de protestantse eredienst. Het hiernavolgende geeft de situatie weer van een aantal decennia geleden. Het handelt alleen over de uiterlijke zaken. Het is ten dele gebaseerd op mededelingen van de koster.45) De hoofdruimte wordt slechts bij uitzondering door de week gebruikt. Anders is het gesteld met de bijlokalen. De jeugd krijgt er op werkdagen kerkelijk onderricht, de jongens en meisjes apart en in verschillende leeftijdsgroepen. De kerkeraad komt er bijeen. Ook de diakenen, de kerkvoogden en de notabelen vergaderen er zo vaak dit nodig is. De koster komt regelmatig in de lokalen en in de kerk zelf, om toezicht te houden en voor de schoonmaak. Zijn huishoudelijke zorg ten behoeve van de zondagse godsdienstoefening begint in de winter al op zaterdag avond: de kachel moet al aan de vooravond gestookt worden, wil de kerk de volgende ochtend op temperatuur zijn. Op zondagmorgen wordt het stoken voortgezet. Dan worden ook de psalmbordjes „afgehangen" volgens gegevens door de pastorie verstrekt. Een andere term hiervoor is: het „aanzetten" van de psalmen, de instructie van de koster spreekt van „aanhangen".46) Er is ook een klokkeluider actief: er wordt geluid een uur voor de aanvang van de dienst en vervolgens de laatste vijf minuten voordat de dienst begint. Dit kan niet door de koster gebeuren, die moet dan in de kerk op zijn post zijn. De kerkgangers komen nu binnen, voorzien van hun kerkboek. Op het psalmbordje rechts tegenover de ingang kunnen ze zien wat de „voorzang" zal zijn. Op de bordjes aan weerskanten van de preekstoel kan men lezen welke andere psalmen of gezangen er in de dienst zullen worden gezongen. De gemeenteleden gaan naar hun vaste plek, of zoeken een plaats in de vrije banken. Vreemden krijgen aanwijzingen van de koster. De koster of zijn helper brengt een stoof met vuurtest naar degenen die er krachtens hun ambt in de kerk recht

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1983 | | pagina 10