9
Kaarsenhouder. Deze stond vroeger met een
soortgelijke naast de voorlezerslessenaar. Hij staat
nu op de bank links naast de ingang. Net als het
overige koper vier maal per jaar gepoetst,
namelijk voorafgaand aan de viering van het heilig
avondmaal
Tekstbord. Uit de 19e eeuw of het begin van de
20ste
Walcheren, de gewoonte dat de
mannen rondom zitten en de vrouwen
in het midden. Voor de eigenaren van
particuliere bochten geldt die regel
niet.
Eerst later een orgel
Er werden ter gelegenheid van de
verbouwing nieuwe psalmbordjes
aangeschaft, naar wij mogen
aannemen ter vervanging van oudere.
Op ieder werd één van de drie te
zingen psalmen aangegeven. Ook de
Zondag van de catechismus waarover
gepreekt zal worden (in de instructie
van de koster „Zondagsafdeling"
genoemd), wordt er op bekend
gemaakt. Eén bordje hing op de
preekstoelkuip, twee andere aan
weerskanten van de preekstoel. Het
bordje dat vroeger op de preekstoel
hing, hangt nu recht tegenover het
westelijk ingangsportiek. De
aanvangspsalm wordt daarop
aangegeven.
Een orgel werd niet aangeschaft of
ten geschenke ontvangen. Dit
ondanks het feit dat Daniel Tulleken
een ijverig voorstander was van de
verbetering van het psalmgezang.27)
We kunnen hieruit opmaken dat de
wel eens aangenomen regel dat de
nieuwe psalmberijming van 1776
allerwege leidde tot de aanschaffing
van een orgel uitzonderingen kent.
Pas tegen het einde van de 1 9de
eeuw - toen ook de dolerende Chr.
Gereformeerde kerk in het dorp in
1 891 haar gebouw met orgel had
gekregen - werd in de hervormde
kerk te Grijpskerke tot de aanschaf
van zo'n instrument over gegaan.
Eerst een harmonium,
allerongelukkigst geplaatst, bovenop
de luifel van een bocht naast de
ingang; vervolgens in 1 90028) het
bestaande orgel, tegenover de
preekstoel opgesteld, op een platform
tegen de noordmuur. Dit oxaal biedt
rechts plaats aan de organist en links
aan de „orgeltrapper" en de
„pomper".29)
Brooduitdelingen bij de westelijke
ingang
In de muur boven de toegang tot de
kerk zit een steen ingemetseld uit het
jaar 1 599, met tekst behouwen. Hij
heeft betrekking op een in dat jaar
door een gemeentelid ingestelde
jaarlijkse brooduitdeling.30) Het
gebruik van dergelijke uitdelingen in
natura aan de armen stamt uit de
middeleeuwen. Zij vonden plaats bij
de uitgang, waar in grote kerken het
altaar van de werken van
barmhartigheid was opgesteld en
waar op bepaalde dagen een
uitdelingstafel (dis) werd neergezet.
Dat de gewoonte na de reformatie
bleef bestaan is voor verschillende
plaatsen aantoonbaar. Dat in
Grijpskerke bij de uitbreiding van
1 770 de oude steen werd
ingemetseld boven het nieuwe
westportiek zou er op kunnen wijzen,
dat ook hier het gebruik toen nog
bestond. In de protestantse tijd is
overigens een steen met inscriptie die
melding maakt van de instelling van
zo'n uitdeling hoogst zeldzaam.
Dit is niet zo verwonderlijk: de idee
kon al gauw worden gewekt van een
„goed werk" ten bate van eigen
zieleheil, iets waarvan de protestanten
niet wilden weten.3') Hoe dit ook zij,
de steen is een curiosum en onze
aandacht ten volle waard.32)
Verlichting. Borden.
De in 1 770 ingerichte kerk was ook
bij avond bruikbaar. Er werd een
kaarsenkroon aangeschaft en
kaarsenhouders dienden voor
verlichting op de preekstoel en bij de
voorlezerslessenaar. In tegenstelling
tot wat elders vaak het geval is, bleef
de kroon in de kerk aanwezig, ook
toen er petroleumlampen werden
aangeschaft in 1911,33) Of het
interieur ook „kerkborden" heeft
gekend, „taferelen", „beschreven" met
de 10 geboden, het Onze Vader en de
Twaalf Artikelen van het Geloof of
andere teksten, is niet bekend. Men
zou kunnen veronderstellen dat de
huidige borden met hun duidelijk
leesbare tekst in de 1 9de eeuw zijn
aangeschaft ter vervanging van oude,
door hun belettering, spelling en
ouderdom onleesbaar geworden,
borden. De teksten die er op te lezen
staan zijn daar geenszins mee in
tegenspraak. In tegendeel, zij
herinneren min of meer aan het
polemisch karakter van borden uit de
vroege tijd: „Sola gratia" het is alles
Gods genade34): de mens doet niets
toe aan zijn eigen zaligheid. Het
geloof is uit het gehoor en wordt
gewerkt door de preek35): daar gaat
het om en niet om het bijwonen van
de mis. De aan het gebed van Salomo
bij de inwijding van de tempel in
Jeruzalem ontleende bede dat God
zijn zegen mag schenken aan de
plaats van samenkomst van de
gemeente is eveneens traditioneel te
achten.38)
18e eeuwse kleurigheid
We moeten ons het interieur bij de in
gebruikneming in 1770 kleuriger
voorstellen dan thans het geval is.37)
De in het zicht liggende delen van de
balken van kap en torenvoet waren
licht blauw-groen beschilderd. De
twee vrijstaande kolommen en de
twee wandkolommen met hun bogen
waren „gemarmerd" d.w.z. in een
bepaalde kleur imitatie marmer
geschilderd.38) De bochten met hun
ruggeschot vertoonden eerst een
olijfkleur39), vervolgens een lichte
kleur rood. Later kwam daarin
verandering. De balken werden toen
wit gekalkt (dit gebeurde ook om
hygiënische redenen) en de banken
hebben in de loop van de tijd
verschillende kleuren gekregen:
okergeel (waarschijnlijk houtnerf
bewerkt), later donkerlila, en in onze
eeuw het egaal donkerbruin dat nu
aan het kerkinterieur een wat saai
voorkomen geeft.40)