De Ned. Herv. Kerk te Grijpskerke De kerk als monument 3 De N-H kerk te Grijpskerke, in 1743 getekend door C. Pronk C. A. VAN SWIGCHEM De kerk herbouwd omstreeks 1584 Zoals de meeste dorpen op Walcheren werd ook Grijpskerke in de beginjaren van de 80-jarige oorlog (1 572-1 574) het slachtoffer van de oorlogshandelingen. Het belangrijkste gebouw, de in het centrum liggende kerk, bleef niet voor verwoesting gespaard. Het moet een in de middeleeuwen in twee fasen tot stand gekomen dorpskerk zijn geweest. Kenners houden het er voor, dat een eenbeukig, rechtgesloten kerkje uit de 14e eeuw een eeuw later een uitbreiding kreeg aan de Noordzijde, die in feite een verdubbeling inhield.1) Al in 1 575 wordt er melding gemaakt van een gereformeerde (hervormde) predikant in Grijpskerke.2) Vanaf 1576 is in Holland en Zeeland de Gereformeerde kerk de enige van overheidswege erkende. De gereformeerden in Grijpskerke, onder aanvoering van hun predikant en gesteund door de ambachtsheer. richtten dan ook tot de overheid het verzoek om de ruïne van de dorpskerk te mogen herbouwen tot een „tempel" (zoals de gereformeerden in die tijd op Walcheren hun kerken noemden) voor hun gezuiverde godsdienstoefening. Eerst in 1584 was de nieuwe kerk gereed; tot dan toe werd er gekerkt in een particuliere woning.3) De herbouwde kerk omvatte, voor zover we kunnen nagaan, de twee al eerder bestaande beuken, zonder dat er veel aan de vorm werd veranderd.4) Blijkens een tekening uit 1743 eindigde de Zuidbeuk toen met een forse trapgevel, en was de Westelijke topgevel van die beuk bekroond met een torentje. Hoe dit precies op het dak stond blijkt niet uit de tekening. Uit 18de eeuwse bronnen weten we, dat het van steen was, en min of meer gesloten, zodat de klok die erin hing, niet ver hoorbaar was.5) In de Oostelijke sluitmuur van de Noordbeuk zijn twee opmerkelijke metseltekens te zien, waarvan de betekenis onzeker is. Grijpskerke behoorde tot de gemeenten waarvan de kerkelijke bezittingen in de 80-jarige oorlog ten behoeve van de gemene zaak te gelde waren gemaakt. Op grond daarvan achtte „het Land" (het souvereine gewest Zeeland) zich onder meer verplicht om voor het regelmatige onderhoud van de kerk te zorgen. De juridische positie was overigens niet in ieder opzicht helder. Hoe ver de verplichting van de landsoverheid ging was een vraag waar de meningen tot aan het einde van het oude bewind in 1795 over uiteenliepen.6) Er waren trouwens allerlei plaatselijke verschillen. Gold dit reeds voor het onderhoud, in nog sterkere mate was dit het geval zodra er sprake was van een grootscheepse reparatie of een vernieuwing. Het was Ruïne van de kerk te Brigdamme. Eén van de kerken in de beginjaren van de 80-jarige oorlog op Walcheren verwoest en niet weer opgebouwd

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1983 | | pagina 3