12 een vieringtoren te bouwen reeds ontstaan is vanaf het begin van de bouw van de kerk. Voor een vermoeden dat er oorspronkelijk een toren aan de westgevel gestaan zou hebben, zijn geen duidelijke aanwijzingen voorhanden. Al staat de toren in feite midden in de kerk, ook hier berust de eigendom sinds de Franse tijd bij de burgerlijke gemeente. Het boven de kerk uitstekende deel van de toren is in de loop van de eeuwen vele malen door rampen getroffen. In 1469 verwoestte een blikseminslag de bovenbouw. In 1 562 werd de toren door brand vernield en door Jasper Anthonisz weer opgebouwd. In 1 596 werd tijdens het beleg de toren door kanonvuur zo zwaar beschadigd, dat gedeeltelijke afbraak noodzakelijk was. Een nieuwe spits werd gebouwd door Jacques van Gulger en Hector van Vlimmen in 1600. In 1663 was het opnieuw een brand die de boven bouw verwoestte. De wederopbouw vond toen plaats door Guillaume de Noyelle. In 1 724 was de spits van de toren zo bouwvallig geworden, dat aan Adriaan Bakkers opdracht gegeven werd een nieuwe te bouwen. In 1 876 sloeg de bliksem weer in, met als gevolg dat de toren tot op de eerste omgang afbrandde. De toen door Pierre Cuypers in neo-gotische stijl herbouwde toren werd tijdens de tweede wereldoorlog in september 1 944 door artillerievuur verwoest. Daarmee zijn we in het huidige tijdsbestel beland, want in 1957 werd de huidige bovenbouw geplaatst naar een ontwerp van architect J. de Brouwer. Het is een in de loop van de jaren veel besproken en beschreven ontwerp, waarmee we, elke keer als ons oog er op rust, de nodige moeite hebben. We citeren de vriendelijk- kritische notitie van pastoor Ant. Koopmans: „De toren is van beton en een geheel andere stijl dan bij het indrukwekkend bouwwerk eigenlijk past. Misschien vinden we daarom deze toch wel machtige toren architectonisch niet verantwoord en zelfs lelijk. De toren is te open: je kunt er dwars door heen kijken. Volgens anderen is deze toren zinvol en vol betekenis en passend bij heel het kerkgebouw. De toren wordt bekroond door vier engelen, die het kruis ten hemel verheffen... vier engelen die de handen biddend en zegenend over de bewoners van de stad en het land van Hulst uitstrekken." Simultaankerk In de tachtigjarige oorlog heeft Hulst een belangrijke rol gespeeld in de strijd tussen de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Perioden van overheersing door de hervormden werden afgewisseld door tijden dat het katholieke geloof weer normaal beleden kon worden. We mogen het wel als waarschijnlijk aannemen, dat het levenspatroon van de Hulstenaars, heen en weer geslingerd als zij waren tussen Zuid- en Noord-Nederlandse begrippen en opvattingen op bestuurlijk gebied, maar vooral op het stuk van de geloofsbeleving, wel enige verandering had ondergaan. In 1645 werd de stad door Frederik Hendrik definitief heroverd en in de maand november van dat jaar moest de kerk door de katholieken ontruimd worden en werd in gebruik gegeven voor de uitoefening van de gereformeerde religie. Doordat de katholieken uit de Hulster parochie in 1686 van de Hoogmogende Heren in Den Haag toestemming hadden gekregen om in Lamswaarde, dat tot de parochie Hulst behoorde, en in 1695 in Hulst „schuurkerken" te bouwen, werd het leven voor de Hulster katholieken veel gemakkelijker, al bleven spanningen

Tijdschriftenbank Zeeland

Bulletin Stichting Oude Zeeuwse kerken | 1984 | | pagina 12